Alternatieve geneeswijzen; een emotionele kwestie

Waarom ik heb getekend voor het niet invoeren van btw op alternatieve geneeswijzen

“Ook gij?” zou Julius Caesar aan zijn vriend en beschermeling Brutus gevraagd hebben toen hij vermoord werd door een groep Romeinen die het niet met hem eens waren. Brutus was een van de mannen die hem een dolkstoot toediende. Waarom mij in hemelsnaam een tweet gestuurd werd met de vraag ‘et tu?’ naar aanleiding van het feit dat ik een brief aan de minister getekend heb om de btw op alternatieve behandelingen niet in te voeren? Mijn naam stond onder die brief en ik had ‘dus’ verraad gepleegd. Nu was deze tweet nog redelijk netjes. Een deel van de regen andere getwitterde boodschappen was ronduit bedoeld om te kwetsen.

Het is een vertrouwd beeld als het om alternatieve (of tegenwoordig naar aanleiding van de Amerikaanse naamgeving ‘aanvullende’) behandeling gaat. Het roept emotionele reacties op. Moet ik me voor mensen die schreven ‘Ivan Wolffers is een domme man’ gaan verantwoorden? Ik zal het uitleggen, maar niet in 140 lettertekens en niet in de illusie dat ik de wonderlijke opwinding die ontstaan is kan verminderen.

1.       Ik ben opgeleid in de wetenschappelijke geneeskunde en daardoor ben ik gevormd. Ik geloof dat wat ik zelf doe gebaseerd moet zijn op wetenschappelijke toetsing en ik weet hoe dat toetsen in zijn werk gaat.

2.       Voor mij is ook duidelijk dat als je op de zorgmarkt presenteert als wetenschappelijk arts je voor de duidelijkheid naar beste weten naar je patiënten toe ook moet houden aan de regels van goede wetenschappelijke toetsing en niet beweren dat de wereld in 7 dagen geschapen is of dat de evolutie maar een theorie is.

3.       Ik heb ook antropologie gestudeerd en als je vanuit een medisch antropologisch perspectief naar de zorg kijkt, zie een gevarieerder zorglandschap. Naast wetenschappelijke behandeling is er een scala aan andere manieren van behandeling. Daar is ruimte voor omdat op de zorgmarkt ook andere behoeften van patiënten bestaan.

4.       Ik ben voor het recht dat verankerd is in vrijwel elke grondwet ter wereld dat mensen mogen geloven wat ze willen. In die lijn ben ik voor het recht van patiënten te geloven in welke manier ook om gezond te blijven/worden. Er is meer dan zeggen dat je pech hebt omdat je kanker hebt, als ze naar zingeving zoeken hebben ze het recht in te geloven wat ze maar willen en als ze daarbij geholpen kunnen worden dan is dat fantastisch. Ik als ‘regulier arts’ zou ze daarbij niet kunnen helpen.

5.       Waar gaat het uiteindelijk om in deze discussie? Om de vraag van de patiënten en als 70% van de gebruikers van de zorg wel eens gebruik maakt van een niet-wetenschappelijke behandeling dan betekent het verzwaren van de kosten daarvan via invoering BTW een bedreiging van de toegang tot die zorg. Is dat erg? Vanuit het perspectief van de wetenschappelijk opgeleide arts niet, vanuit het perspectief van de patiënt wel.

6.       Daarom teken ik, omdat verzwaring van de kosten van de niet-wetenschappelijke zorg tot discriminatie van een groot deel van de gebruikers van de zorg leidt.

7.       Mag een behandelaar ook alles geloven wat hij wil? Thuis wel. In zijn werk moet een behandelaar moet zich gedragen conform zijn training aan wat hij ‘weet’ over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de behandeling die hij aanbiedt. Dus iemand die beweert dat hij het eeuwige leven kan bieden doet dat niet, want we weten dat elk leven eindigt. Als hij dat toch doet is hij een kwakzalver.
8.       Wat zijn kwakzalvers? Mensen die zorg verlenen en door de afhankelijkheid van de gebruiker van de zorg (bezorgdheid, langdurige klachten die maar niet verdwijnen) misbruik kunnen maken en dat ook doen. Ze verkopen konijnenkeutels en zeggen dat het antibiotica zijn. Kwakzalverij moet tegengegaan worden.
9.       Ik ben voor het voortdurend aan de kaak stellen van kwakzalverij. Dat gaat echter om individuen en niet om vormen van behandeling. Dus ook bijvoorbeeld om de wetenschappelijke artsen die volgens hun eigen cultuur al vroegtijdig de wetenschappelijke toetsingen konden lezen over de  risico’s die bij medicijnen als Vioxx of Avandia en het toch bleven voorschrijven. Een organisatie die zich toelegt op wat andere spelers in het zorgveld doen is niet bezig met bestrijden van kwakzalverij, maar met  vervolging van andersdenkenden. Dat is zorgelijk.
10.   Wie bepaalt uiteindelijk of die btw er wel of niet bij moet? Dat is aan de wetgever en niet aan de beroepsgroep. De wetgever moet daarbij gebruik maken van argumenten die toetsbaar zijn en doet dat niet op basis van de namen van de onderzoekers, de achtergrond van de onderzoekers, maar op de methodologie en de analyse van de resultaten. Alle onderzoek komt vanuit een of andere discipline en het enige dat telt is of de regels van behoorlijk onderzoek zijn gevolgd.

Tot slot nog even dit: artsen die me schreven dat zij toch ook holistische behandelen en niet alleen een ziekte zou ik willen wijzen op het feit dat ze dat individueel wel kunnen denken, maar dat ze functioneren in een zorgsysteem dat het onmogelijk maakt. Ik heb een fantastische uroloog en ben erg blij met hem, maar als hij me vanwege mijn prostaatkanker hormonale behandeling voorschrijft en ik de bijsluiter doorlees, dan ontdek ik dat hij me niet probeert te helpen bij het tegengaan van osteoporose, bij het tegengaan van de spierafbraak, bij het tegengaan van het ontwikkelen van een metabool syndroom. Ik ben dan aan mezelf overgeleverd, maar als ik nu eens geen geneeskunde had gestudeerd, wat dan…

En ook dit: degenen die me schreven dat ze zich afvragen waarom juist ik de brief heb getekend, tja die moet ik erop wijzen dat ze misschien een verkeerde indruk van me hebben gehad.

Volg Ivan Wolffers ook op Twitter
Het vorige Gezonde Weetje van de Dag: Papa wordt gepest

Het nieuwe boek van Ivan Wolffers is: Het gezonde lifestyleboek

Geef een reactie