Dat voedingsstoffen een belangrijke rol kunnen spelen in de preventie van (degeneratieve) ziekten wordt steeds duidelijker. In de reguliere geneeskunde is daar helaas nauwelijks plaats voor. In de complementaire geneeskunde daarentegen is de belangstelling voor voeding en voedingssupple-menten groot. Gelukkig zien we dat de belangstelling voor voeding in relatie tot ziekten in de reguliere geneeskunde toeneemt. Dat bleek wel tijdens het 1ste symposium dat was georganiseerd door het Nederlands Nutriceutisch Genootschap dat plaatsvond in het auditorium van het AMC te Amsterdam. Hier spraken o.a. Prof. Dr. A. Bast en Prof. Dr. P.G. Hugenholtz over het belang van antioxidanten.
Antioxidanten in de voeding: zin of onzin?
Prof. Dr. A. Bast,
Vakgroep Farmacologie en Toxicologie, Universiteit van Maastricht. Volgens Prof. Bast is bovenstaande vraag eenduidig te beantwoorden: anti-oxidanten in de voeding zijn van eminent belang! Ze gaan oxidatie tegen en daarmee wordt bederf van voedsel tegengegaan. Een appel wordt bruin zodra deze zijn eigen natuurlijke anti-oxidanten heeft opgebruikt. En vetten worden ranzig. Als de hoeveelheid natuurlijke antioxidanten in de voeding ontoereikend is voegen we zelfs (synthetische) antioxidanten in vorm van conserveermiddelen toe.
Totale oxidatie in de cel voorkomen?
De poging om tot volledige remming van oxidatie werd wel gedaan door de toepassing van enkelvoudige antioxidanten zoals vitamine E en C en bètacaroteen in hoge doseringen. Zij zouden tegen allerlei oxidant-gemedieerde ziekten moeten beschermen door de oxidatie volledig te blokkeren. Evenwel bleek dit minder eenvoudig dan aanvankelijk werd aangenomen. En dat is ook wel logisch gezien het feit dat allerlei fysiologische processen juist afhankelijk zijn van oxidanten zoals radicalen. Zo zijn NADPH-oxidases (nicotinamide-adenine-nucleotide-fosfaat) op fagocyterende cellen bij de afweer betrokken. In gladde spieren (o.a. bloedvaten) spelen oxidanten een regulerende rol. Bij de afbraak van xenobiotica worden oxidanten gebruikt. Verder spelen radicalen een cruciale rol in cellulaire signaaltransmissie. Het willekeurig aspecifiek afvangen van deze oxidanten kan dus nadelig uitpakken. Antioxidanten (zowel enzymatische als niet-enzy-matische) bieden een netwerk van bescherming. Ze beschermen in samenspel met elkaar. Een enkelvoudige, hoog gedoseerde antioxidatieve component kan dit netwerk verstoren.
Hoge radicaalvorming en ouderdomsziekten
Verschillende ouderdomsziekten zijn zeer duidelijk geassocieerd met een te hoge radicaalvorming. Bescherming met antioxidanten is dan gewenst. Het wordt steeds duidelijker dat fysiologische bescherming door antioxidanten niet alleen afhankelijk is van de directe antioxidatieve eigenschappen. Veel antioxidanten vertonen een sterke anti-inflammatoire activiteit. Juist in chronische ziekten speelt een ontstekingscomponent vaak een rol. Remming hiervan kan een gunstig effect opleveren. Deze remming moet dan niet geschieden door een enkele antioxidant hoog te doseren, maar vooral gebruik te maken van een complex van antioxidanten waarbij verstoring van het evenwicht in het netwerk wordt voorkomen. In onderzoek moet de nadruk komen te liggen op het begrijpen van de moleculaire werking van antioxidanten, waardoor de toepassing ervan in de voeding kan worden geoptimaliseerd.
Jeffrey Bland, Ph.D., voedingskundig biochemicus, stelde in de jaren negentig al: “Eén antioxidant is geen antioxidant”. Antioxidanten werken met elkaar samen en vormen a.h.w. cascades waarin ze elkaar opvolgend in stapjes een vrije radicaal onschadelijk kunnen maken.
De rode wijnhypothese: waar of niet waar?
Arteriosclerose en de daaropvolgende myocardinfarcten of cva’s vormen nog steeds een groot probleem, ondanks alle inspanningen om deze volksvijand nr. 1 uit te bannen. En legt een steeds groter beslag op het budget van de gezondheidszorg. Door kostbare ingrepen als bypasschirurgie en het plaatsen van stents e.d. is de mortaliteit weliswaar afgenomen, maar de ziektelast is niet verminderd. Het aantal patiënten met arteriosclerose neemt nog steeds toe en door verbetering van de diagnostiek wordt de aandoening op steeds jongere leeftijd vastgesteld. Hierdoor wordt de groep patiënten met een overigens asymptomatische, maar wel bestaande ziekte alsmaar groter.
Preventieve maatregelen
Het is begrijpelijk dan overheden preventieve maatregelen bepleiten waarmee dit ziekteproces aangepakt zou kunnen worden waar het begint: in de vaatwand. Veranderingen in leefstijl, voeding en medicamenteus ingrijpen hebben evenwel niet veel opgeleverd.
“Fout” cholesterol
Lang heeft het accent gelegen (en ligt nog steeds) op de rol van “fout”(LDL) cholesterol en de bestrijding hiervan met voedingsadviezen en cholesterolverlagende medicatie (statines). Sommigen denken met statines de epidemie te kunnen beteugelen. Peter Libby, een topautoriteit op dit gebied, wees er in 2005 al op dat toch nog 65% van alle cardiovasculaire gebeurtenissen optraden bij optimaal behandelde patiënten. Dus ondanks de succesvolle verlagingen van het cholesterol.
Nieuwe inzichten
De kennis over de pathofysiologie van arteriosclerose is de laatste tijd toegenomen en biedt nieuwe mogelijkheden tot vroegtijdig ingrijpen. Sinds 2000 is de rol van immunologische- en ontstekingsfactoren duidelijker gewor-den. Dit heeft geleid tot het inzicht dat plaquevorming en obstructie van de vaten het gevolg zijn van een verstoord functioneren van het endotheel. D.w.z. een verstoring in de aanmaak van de cytokines en de enzymen die de bloeddoorstoming in het vaatstelsel reguleren. De basis van dit disfunctioneren blijkt een chronisch ontstekingsproces te zijn dat samenhangt met een tekort aan bepaalde micronutriënten in de voeding, de polyfenolen.
De Franse paradox
Al in 1992 beschreven Renaud & De Lorgeril al dat bevolkingsgroepen die regelmatig rode wijn dronken nauwelijks last hadden van arteriosclerose, ondanks een overvloedig vetrijk voedingspatroon. Dit werd de “Franse paradox” genoemd. Om dit effect te bereiken zouden dagelijks rode wijn van bepaalde druiven moeten worden gedronken. Vanuit een breder gezondheids-perspectief kan dit vanwege de alcohol problematisch zijn. Hoewel men in het begin vermoedde dat ook de alcohol hierin een gunstige rol toe te bedelen was, blijkt na onderzoek dat het effect te verklaren is door de talloze polyfenolen uit de schillen, pitten en takjes (de maîche) van de druiventrossen.
Wijn of supplementen?
Het is gebleken dat vooral de rode wijn uit de Bordeauxstreek die gemaakt is van de Merlotdruif veel polyfenolen bevat. De aanbeveling om 2 glazen rode wijn per dag te drinken is dan ook gauw gedaan. En daar is niets op tegen als men het hier bij houdt en er geen gezondheidsbelemmeringen zijn om dit te doen. Als die belemmeringen er wel zijn (leveraandoeningen, alcoholisme, e.d.), dan kan men tegenwoordig eenvoudig gebruik maken van supplementen. Hierdoor kan men wel gebruik maken van de voordelen die de polyfenolen blijken te hebben als ontstekingsremmers, zonder dat men wordt opgezadeld met een ongewenste hoeveelheid alcohol. En er zijn natuurlijk ook mensen die gewoon niet van rode wijn houden.
Biomarkers
In het AMC is recent een studie uitgevoerd (PRIME-studie) met een concentraat van de maîche van rode druiven dat rijk is aan polyfenolen. In deze eerste prospectieve, gerandomiseerde en placebogecontroleerde studie is gekeken naar het effect van polyfenolen op de vroege biomarkers van arteriosclerose.
Polyfenolen: meer dan alleen rode wijn
De lezing van Prof. Hugenholtz spitste zich voornamelijk toe op de beschermende rol van de polyfenolen uit rode wijn (o.a. OPC en resveratrol). Er zijn inmiddels honderden polyfenolen ontdekt en in kaart gebracht. Polyfenolen komen in heel veel uiteenlopende planten en vruchten voor. Bekende bronnen zijn o.a. granaatappel, blauwe bosbes, (groene) thee, cacao en olijfolie. Het lijkt er ook hier op dat het niet gaat om een enkele polyfenol, maar om een brede mix van polyfenolen die allemaal in min of meerdere mate een beschermende rol spelen m.b.t. inflammatoire processen die ten grondslag kunnen liggen aan degeneratieve processen die leiden tot b.v. arterioslerose en de daarop volgende problematiek van myocardinfarcten en cva’s.
Overgewicht en het verband met insuline Hyper-insulinisme (te grote aanmaak van insuline) ook wel insulineresistentie genoemd (het lichaam reageert minder op insuline) is aanwezig bij de overgrote meerderheid van mensen met overgewicht, met een verminderde glucosetolerantie en met diabetes type II.
Plus naar schatting bij 25% van de mensen met een normaal gewicht en een normale tolerantie voor glucose (suiker).‘Zwembandjes’ rond de heupen. Bij hyperinsulinisme is er sprake van ongevoeligheid van lichaamscellen voor het effect van insuline. Wanneer er een combinatie bestaat van te hoge bloeddruk, bloedvetten (cholesterol, triglyceriden), hyperinsulinisme en schildklierafwijkingen wordt dit ook wel het Metabool Syndroom van Raven genoemd.
De klacht die het meest op de voorgrond staat bij hyperinsulinisme is overgewicht en een toename van de middelomvang. Wanneer de tailleomvang groter wordt dan 80% van de heupomvang is er grote kans op het aanwezig van hyperinsulinisme.Meer klachten dan alleen overgewichtDoor het insulineprobleem ontstaan er vaak ook andere symptomen: o.a. vermoeidheid, gewrichtsklachten (kraakbeen wordt aangetast door insulineproblemen), geheugen- en concentratieproblemen, gedragsveranderingen, vocht vasthouden (oedeem), veel plassen, menstruatie- en overgangsklachten, PCO (polycysteus syndroom in de eierstokken), hoge bloeddruk, spierklachten en oogklachten. Bij toenemende insulineresistentie ontstaat er uiteindelijk diabetes type-2.OorzakenDe oorzaken van de ontregelde glucosestofwisseling zijn (een combinatie van) onevenwichtige voeding, overgewicht, erfelijke aanleg, stress en onvoldoende lichaamsbeweging.Algemene aanpakDe behandeling van hyperinsulinisme bestaat uit het optimaliseren van het eetpatroon, aanvulling van de voeding met essentiële nutriënten, gewichtsreductie, stressmanagement en minimaal 30 tot 90 minuten beweging per dag.1. Optimaliseren eetpatroonBinnen de voeding staat centraal: een goede verdeling van de koolhydraten over de dag, gebruik van koolhydraatrijke producten met een lage glycemische index, het eten van voldoende vezels, gebruik van onverzadigde vetten en het verminderen van het verzadigd vetgebruik.2. De juiste koolhydraten kiezenOm pieken en dalen in de bloedglucosespiegel te voorkomen is het belangrijk dat iemand geen maaltijden overslaat en de hoeveelheden goed over de dag spreidt. Producten met een laag glycemische index geven daarbij een mildere stijging en daling dan producten met een hoge glycemische index.
Voorbeelden met een lage glycemische index zijn peulvruchten, haver, rogge, fruit met schil. Een hoge glycemische index hebben b.v. aardappelpuree, maïs, witbrood, suiker en suikerbevattende producten.
Goed klaargemaakt,
is het halve werk
De bereidingsvorm en de combinatie met andere voedingsmiddelen heeft veel invloed op de glycemische index. Pasta al dente heeft een lagere index dan b.v. papgare macaroni.
De combinatie van een product met eiwitten (vlees, vis, ei b.v.), onverzadigde vetten (olie, vis, noten) en oplosbare vezels (fruit, peulvruchten, haver) verlaagt de index van het bewuste product.3. Goede vettenBij hyperinsulinisme is er naast een glucosestofwisselingsstoornis ook altijd sprake van een ontregeling van de vethuishouding. Er worden teveel ontstekingsbevorderende prostaglandines (een soort hormonen) aangemaakt die o.a. de bloeddruk laten stijgen, de hormoonhuishouding ontregelen, de bloedstolling bevorderen en vaten, gewrichten en zenuwen beschadigen. Voedsel rijk aan omega-3 (vis, lijnzaad, walnoten) en omega-6 vetzuren (noten, zaden, olie) stimuleren de aanmaak van ontstekingsremmende prostaglandines en remmen zo de schade.
Bovendien bevorderen omega-3 vetzuren de insulinegevoeligheid van de cellen en verminderen zo de insulineresistentie.
4, Genot wordt duur betaald … Verzadigde vetten (kaas, vet vlees, volle melkproducten, harde pakjes margarine, snacks) en transvetzuren (geharde vetten in koek, gebak, snacks), maar ook gebruik van cafeïne (koffie, thee, cola, cacao), suiker en alcohol blokkeren de aanmaak van de ontstekingsremmende prostaglandines.
Het Nederlandse eetpatroon is relatief rijk aan omega-6 vetzuren (dieetmargarines, zonnebloemolie, sojaolie) en arm aan omega-3 vetzuren (vis, lijnolie). Voor de juiste prostaglandinebalans is het belangrijk de inname van omega-6 vetzuren af te remmen ten gunste van de consumptie van omega-3 en omega-9-rijke producten (vis, lijnolie, olijfolie).
5. Aanvulling met essentiële nutriëntenBij de regulatie van de glucose- en insulinehuishouding zijn diverse nutriënten betrokken, waaronder vitamine B, chroom, mangaan, zink, selenium en vanadium. Vitamine B’s zijn o.a. betrokken bij de aanmaak van insuline (B1, B2), de glucosetolerantiefactor (B3), verlaging van de bloedlipiden (B3), het transporteren van glucose de cel in (biotine), regulatie van de prostaglandinesynthese (B3, B6) en verlaging van het homocysteïnegehalte (B6, foliumzuur, B12).
Chroom vergroot de werking van de insulinereceptor op de cel, waardoor er minder insuline nodig is om glucose te transporteren. Zink is een onderdeel van het insuline-molecuul en nodig voor de aanmaak en opslag van dit hormoon. Selenium helpt het lichaam bij het onschadelijk maken van ontstekingsbevorderende stoffen. Vanadium kan de effecten van insuline op de vetcellen nabootsen en remt de aanmaak van cholesterol in de lever. Verder spelen zink, mangaan, chroom en selenium tevens een rol bij de aanmaak van schildklierhormoon (vaak verstoord bij hyperinsulinisme).
Door o.a. een onevenwichtige voeding, eetstoornissen, langdurig lijnen, langdurige stress, chronisch gebruik van medicijnen, familiare belasting en infectieziekten ontstaan dikwijls tekorten aan voedingsstoffen, die het ontstaan van hyperinsulinisme kunnen bevorderen. Daarnaast zijn de bovengenoemde voedingsstoffen juist extra nodig voor het reguleren van glucose- en vethuishouding.
Daarom is het aanvullen van de voeding met vitamines, mineralen en vetzuren een essentieel onderdeel van de behandeling van Metabool Syndroom.De rol van de natuurdiëtistEen (orthomoleculair) diëtist kan de cliënt begeleiden bij het optimaliseren van de voeding en advies geven hoe de bovengenoemde richtlijnen in de praktijk in voedingsmiddelen en maaltijden vertaald kunnen worden. Daarnaast kan zij adviseren welke voedingssupplementen zinvol zijn om de conditie van de cliënt verbeteren.Metabool SyndroomMetabool Syndroom is de naam die gegeven wordt aan een cluster van symptomen die voorkomt bij iemand. De belangrijkste componenten hiervan zijn: een gestoorde glucose-intolerantie, hoge bloeddruk, afwijkingen in cholesterol- en lipidenspiegels en centraal overgewicht (ophoping van vetweefsel rond de middel en de organen in de buikholte, ook weleens populair de ‘zwembandjes’ genoemd).
De vijf meest opvallende kenmerken zijn:
Overgewicht (abdominale obesitas)
Insulineresistentie en hyperinsulinemie (verhoogd insulinegehalte in het bloed)
Afwijkingen in bloedvetten (verhoogd gehalte aan triglyceriden en een verlaging van het HDL-cholesterol)
Een gestoorde glucosetolerantie (incl. afwijkingen van de nuchtere bloedsuikerspiegel, een gestoorde glucosetolerantie en/of diabetes type II)
Hypertensie (hoge bloeddruk)
Gestoorde glucosetolerantie, insulineresistentie en hyper-insulinisme liggen ten grondslag van veel ziekten zoals overgewicht, hart- en vaatziekten, Alzheimer, Reumatische aandoeningen, Osteoartritis, Depressie, Kanker, MS, slaapstoornissen, PCO, verhoogde cholesterol, hoge bloeddruk, etc. De oorzakenDe oorzaken zijn divers, o.a.; te weinig beweging, toename van gemaksvoedsel, voedsel arm aan nutriënten (vitaminen, mineralen), hoge calorie inname met een hoge GL (glycemische loading), verkeerde vetten met een vetfobie die de consumptie van de verkeerde koolhydraten stimuleert wat een verhoogde insulinesecretie geeft met een bevordering van overgewicht en andere klachten (waaronder vermoeidheid, depressie, cardiovasculaire klachten, diabetes type II, etc).
Hoe komen we uit deze bloedglucose ‘rollercoaster’?Succes in Noorwegen
Dr. Lindberg heeft grote successen behaald in zijn klinieken in Noorwegen door een combinatie van maatregelen.
Naar aanleiding van diverse onderzoeken (waaronder nuchtere bloedglucose en triglyceriden, HDL cholesterol, nuchtere C-peptide , insuline, orale glucose tolerantie test, HOMA-IR, HOMA-BCF, ochtend speeksel cortisol, IGF-1, SHBG, testosteron, homocysteine, foliumzuur, vitamine b 12, vitamine D, urinezuur, HBA1C) worden de volgende individuele programma’s voor mensen gemaakt:
Lage GL: rond de 40 GL per dag (10 GL’s voor ontbijt, 2 maal 5 voor tussendoor, 10 voor de lunch en 10 voor het diner), dus suikervrij met ook nog een beperking voor koolhydraten die de insulineproductie bevorderen zoals brood, pasta, rijst, geraffineerde granen, aardappelen, etc.
Voedselintoleranties die ontstekingen kunnen geven worden geëlimineerd.
Minimaal 400 gram groenten per dag en 2 stuks fruit per dag.
Omega 3 wordt extra geadviseerd in de vorm van vette vis en suppletie. Geen transvetzuren (margarine, gebak, snacks, etc). Klik hier door naar Feiten over vetten.
Kaneel (1 tot 1,5 gram per dag( na 20 dagen is er een 30% reductie van HBA1C, LDL cholesterol en triglyceriden);
Anti diabetes voedingsmiddelen worden extra ingezet zoals: bessen, appels, peren, boekweit, linzen, pruimen, hele haver, havervlokken en haverzemelen, gerst, ongeraffineerde koudgeperste oliën zoals lijnolie, walnootolie, olijfolie als saladedressings.
De voeding is rijk aan eiwitten om de hormonen te balanceren (zacht gekookte of gepocheerde eieren, vis, yoghurt, zaden, noten, peulvruchten).
Zout beperken en meer kalium in de vorm van groenten(sap).
Koffie en alcoholbeperking;
Speciale bewegingsprogramma’s, kooklessen, voldoende zonlicht, stoppen met roken, beter slapen (minimaal 7 tot 8 uur), meditatie of andere vormen van ontspanning om de cortisol te verlagen (stress reductie).
Speciale GL productenDr. Lindberg heeft speciale producten ontwikkeld met een lage GL, zelfs een speciale Fedon King Burger, zodat ook de mensen die junkfood eten kunnen afkicken. Hij schreef diverse boeken en een kookboek. Hij waarschuwt voor de bijwerkingen van de huidige reguliere middelen zoals metformin (o.a. flinke vitamine B 12 verlaging en verhoging van homocysteine) en Glucobay (buikklachten). Diabetes kan voorkomen worden wanneer er een pakket aan maatregelen genomen wordt. Minder eten en meer bewegen is niet het antwoord op de diabetes epidemie. Leefstijl veranderingen en de juiste voedingsadviezen zijn dit wel. Hij geeft lifestyle seminars (5000 mensen per jaar), Kooklessen om gezond te leren koken, hij heeft 130 lifestyle counselors in Noorwegen en 40 in Zweden opgeleid. Hij heeft inmiddels 12.000 patiënten sinds 1997 gehad in zijn klinieken waarvan 40% met metabool syndroom. U kunt hier doorklikken naar Glycemische Index en Glycemische Lading>. Zelfmoord plegen met mes en vorkDr Fedon Lindberg zegt: In zijn boek ‘The Origin of the Species’ uit 1859 schreef Charles Darwin dat alle diersoorten strijden om beperkte natuurlijke bronnen en het is een wet van de natuur dat schepsels variaties ontwikkelen om hen in staat te stellen zich aan te passen, zodat ze zich met meer succes kunnen voortplanten.
Terwijl dit evolutieproces zich voltrekt, overleven de sterkste en gaan de zwakste ten onder – Survival of the fittest.
Maar wat gebeurt er als een van die soorten, de mens, de natuurlijke balans van de hulpbronnen verandert? Wat gebeurt er wanneer degenen die eigenlijk de fitste en de sterkste waren nu de zwakste worden? Tegenwoordig lijkt het wel alsof degenen vroeger met de voordeligste genen nu de mensen zijn die ziek worden en sterven aan levenstijl ziektes.
Heeft de mens zijn evolutionaire einde bereikt? In ongeveer 10.000 jaar zijn we overgegaan van jagen en verzamelen naar een landbouw en industrie bestaan en vervolgens naar een manier van leven die fysiek passief is. We tarten de evolutie en veranderen ons milieu, terwijl we biologisch hetzelfde blijven. We hebben het aan de moderne geneeskunde te danken dat miljoenen mensen het hebben overleefd, ondanks de wetten van de evolutie.
Het moderne dieet is in strijd met onze genen: ons spijsverteringssysteem is er op gemaakt om grote hoeveelheden natuurlijk voedsel te verwerken, maar het is nu bijna werkeloos. Erger nog: ons dieet heeft een hormonale nachtmerrie teweeggebracht – verhoogde insuline productie en insulineresistentie. We moeten begrijpen wat we eigenlijk moeten eten en onze manier van leven daaraan aanpassen”.Troost-etenDr. Lindberg ziet troost-eten als een verlangen naar moedermelk. “Een verhoogd cortisolniveau versterkt je eetlust en hang naar suiker en hoogglycemische voedingsmiddelen in combinatie met vet (ijs, chocolade en andere soorten troost eten.)Zie ook het artikel bij Psyche en natuurvoeding Cortisol, het meester stresshormoon. Het kan zijn dat je de hele dag doorkomt zonder te eten, maar dat je, je ’s avonds als je voor de tv gaat ‘ontspannen’ te buiten gaat aan troost-eten” aldus Lindberg.
“Dat is het resultaat van stress en een hoge cortisol productie gedurende je werkdag. Voedingsmiddelen die rijk zijn aan zowel koolhydraten als vet zijn troostend en kalmerend en werken als een antidepressivum. Ze verhogen het serotonine- en endorfineniveau in de hersenen, dat gedaald is als gevolg van een hoog cortisol niveau”.MoedermelkOp het Nederlandse MBOG congres in oktober 2007 vertelde hij het volgende: “Het is interessant om op te merken dat er maar één natuurlijk voedsel bestaat voor mensen dat rijk is zowel aan koolhydraten als vet: moedermelk.
Ongeveer 50% van de calorieën in moedermelk is afkomstig van vet (met een goed gebalanceerde verhouding van verzadigde, enkelvoudig onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren), 42% is afkomstig van een middelmatig glycemische koolhydraat (lactose) en 8% van proteïne.
Natuurlijke voedingsmiddelen zijn rijk aan koolhydraten en bevatten weinig vet (fruit, bessen, granen en peulvruchten), of zijn rijk aan vet en bevatten weinig koolhydraten (noten, olijven, zaden en avocado’s), of zijn rijk aan proteïne en vaak aan vet en bevatten bijna geen koolhydraten (vlees, gevogelte, vis, eieren en schaaldieren.)
De combinatie van veel koolhydraten en veel vet vind je alleen in bewerkte, industriële voedingsmiddelen. Net als moedermelk geven deze eetwaren een kalmerend, prettig gevoel, en zo voelen we ons natuurlijk graag. Stress en een hoog cortisol niveau kunnen ertoe leiden dat je deze producten vaak eet, met een hoog insulineniveau, de opslag van buikvet een grotere kans op diabetes, hartkwalen en kanker tot gevolg.”
Werking
Het antioxidant glutathion wordt in relatief hoge concentraties in alle lichaamscellen aangetroffen en is een belangrijke indicator voor de celfunctie en levensvatbaarheid van de cel. Het lichaam maakt glutathion zelf aan; een (klein) deel komt uit voedsel, zoals verse groenten en fruit en vis- en vleesproducten. Glutathion komt voor in twee vormen: de gereduceerde vorm (GSH) en de geoxideerde vorm (GSSG, ofwel glutathiondisulfide). Meestal wordt met term “glutathion” gereduceerd glutathion (GSH) bedoeld. Alleen in gereduceerde vorm heeft glutathion in het lichaam een beschermend effect.
Glutathion is een onmisbare factor voor een goede weerstand van het organisme. Zo is bijvoorbeeld de beschikbaarheid van glutathion een limiterende factor in de activiteit van lymfocyten na contact met een antigeen. Glutathion versterkt verder de conditie van rode en witte bloedcellen. Glutathion ondersteunt de leverreiniging en is een belangrijke antioxidant die tevens andere antioxidanten (vitamine C, vitamine E, alfaliponzuur en co-enzym Q10) geschikt maakt voor hergebruik. In die hoedanigheid ondersteunt het de longfunctie (beschermt tegen zuurstofradicalen) en beschermt het zenuwweefsel en hersenen bij veroudering (beschermt tegen lipidenperoxidatie).
Belangrijkste kenmerken GSH Glutathion 100 mg:
* Uitsluitend gereduceerd glutathion (GSH), de enige vorm waarin glutathion in het lichaam effectief is
* Effectieve dosering, evenwicht tussen minimale afbraak en optimale opname
* Uitsluitend de natuurlijke, linksdraaiende vorm
* Als enige antioxidant in alle lichaamscellen aanwezig als ontgifter
Contra-indicaties
Bij het gebruik van glutathion bij kanker moet voorzichtigheid worden betracht, omdat sommige kankercellen glutathion kunnen gebruiken om zich te verdedigen tegen chemotherapeutica.
Bijwerkingen
Glutathion wordt beschouwd als veilig. Er zijn geen negatieve effecten bekend van suppletie met glutathion of één van haar precursors.
Interacties
Eventuele interacties kunt u opzoeken in onze interactiedatabase.
Synergisme
Om de glutathionspiegels in het lichaam te verhogen kunnen ook andere nutriënten worden ingezet. De beschikbaarheid van het aminozuur L-cysteïne is de belangrijkste limiterende factor in de glutathionsynthese. Een belangrijke orale bron van cysteïne is NAC (N-Acetyl-Cysteïne), wat stabieler is en beter geabsorbeerd wordt dan L-cysteïne zelf (zie productinformatie NAC 600). Sommige onderzoekers beweren dat NAC beter geabsorbeerd wordt in de cel dan glutathion zelf. Het is in ieder geval een belangrijke synergist in geval van glutathionsuppletie. In het lichaam wordt NAC omgezet in cysteïne en wordt vervolgens ingebouwd in glutathion. NAC-supletie blijkt de glutathionspiegels effectief te kunnen verhogen. Het aminozuur L-methionine is een cysteïneprecursor en kan daarom ook worden ingezet om de lichaamseigen glutathionproductie te verhogen. Echter hogere doseringen L-methionine wekken nogal eens misselijkheid op. De geactiveerde vorm van L-methionine, S-Adenosyl-Methionine (SAMe), wordt beter getolereerd.
Ook glutamine is een onderdeel van het glutathion-tripeptide en daarmee een directe bouwsteen van glutathion. Glutamine kan zelf door het lichaam worden aangemaakt en wordt daarom vaak beschouwd als niet-essentieel, maar de laatste jaren is echter gebleken dat L-glutamine onder bepaalde omstandigheden wel degelijk essentieel kan zijn. Tijdens stress, vasten, zware sportbeoefening, cirrose en ernstige (lever)ziekten kunnen gemakkelijk deficiënties ontstaan.
Daarnaast zijn alle componenten van de antioxidantcascade belangrijke synergisten van glutathion. Vitamine C, vitamine E, alfa-liponzuur en coënzym Q10 helpen allen bij het regenereren van glutathion en van elkaar
Heb je al enige tijd van slaapstoornissen, lusteloosheid, obstipatie of verstopping, brandend maagzuur, van regelmatig terugkomende infecties infectiegevoeligheid, huidproblemen, spierkrampen, depressie allergieën en/ gevoelige en pijnlijke gewrichten? Dan heb je wellicht te kampen met een ernstige verzuring of acidose van je lichaam. Verzuring ontstaat als gevolg van een ongezonde voeding rijk aan suikers en ongezonde vetten. Velen kampen met een verzuring zonder het zelf te beseffen. Wat is een verzuurd lichaam en wat kun je er zelf aan doen,
Bronnen van verzuring
Een verhoogde zuurgraad ontstaat in de eerste plaats in je organen die te maken hebben met het zuiveren van je lichaam van alle toxische afvalstoffen zoals je lever, nieren, je gal, darmen, longen en je lymfeweefsels. Maar ook allerlei lichaamssappen zoals je bloed, gal, maag- en darmsappen, slijm en je urine zijn evenveel bronnen van verzuring. Zelfs de kleinste afwijking van de zuurgraad van je bloed geeft aanleiding tot ernstige gezondheidsproblemen.
Bronnen van verzuring
Een verhoogde zuurgraad ontstaat in de eerste plaats in je organen die te maken hebben met het zuiveren van je lichaam van alle toxische afvalstoffen zoals je lever, nieren, je gal, darmen, longen en je lymfeweefsels. Maar ook allerlei lichaamssappen zoals je bloed, gal, maag- en darmsappen, slijm en je urine zijn evenveel bronnen van verzuring. Zelfs de kleinste afwijking van de zuurtegraad van je bloed geeft aanleiding tot ernstige gezondheidsproblemen.
Ongezonde voeding
Een verzuurde en dus ongezonde voeding is de belangrijkste oorzaak van verzuring. Daardoor geraken de beschermende buffersystemen in je lichaam uit evenwicht. Deze buffersystemen zorgen er voor dat de zuurgraad of PH- waarde in je bloed constant blijven, maar door de hoge zuurgraad slagen zij daar uiteindelijk niet meer in. De kleinste afwijking van je zuurgraad zorgt voor allerlei gezondheidsproblemen. Een snelle diagnose is wenselijk, maar omdat de symptomen van verzuring ook gelden voor heel wat gelijkaardige aandoeningen is het dikwijls lang zoeken naar de echte oorzaken van je gezondheidsproblemen.
Evenwicht
Door het zuur- en basegehalte in je lichaam weer in evenwicht te brengen worden kunnen je buffersystemen hun beschermende rol weer vervullen en zorgen zo voor de noodzakelijke ontzuring van je organen en weefsels. goed zuur-base evenwicht de basis voor een goede stofwisseling en spijsvertering.
Een evenwichtige zuurbalans zorgt voor een goede stofwisseling en die houdt je fit en gezond waardoor je je weer goed in je vel voelt.
Symptomen van verzuring
De symptomen die kunnen wijzen op verzuring verschillen van persoon tot persoon. De meest voorkomende symptomen van verzuring zijn slaapstoornissen, lusteloosheid, constipatie, brandend maagzuur, cariës, ontsteking ‘s gevoelig, haaruitval, huidproblemen zoals acne, eczeem en psoriasis, spierkrampen, depressie, allergieën, mineralen tekort, hyperventilatie, gevoelige en pijnlijke gewrichten.
Wanneer er aan de verzuring van je lichaam niets gedaan wordt zullen deze symptomen alleen maar verergeren en aanleiding geven tot diabetes, jicht, gewrichtsontsteking, hartinfarct, reuma, beroerte, maagzweren, extreme vermoeidheid, het chronisch vermoeidheidssyndroom, depressie, en een gebrek aan natuurlijke weerstand.
Gezonde darmflora
Een gezonde darmflora ligt aan de basis van zowel je lichamelijke als je geestelijke gezondheid. Een verzuurd lichaam zorgt voor allerlei mineralen tekorten en zal in de eerste plaats calcium aan je botten onttrekken met osteoporose tot gevolg. Zure afvalstoffen zijn werken het ontstaan van ziekmakende schimmels, stofwisselingsslakken en bacteriën in de hand. ons lichaam. Deze afvalstoffen verstoren je darmflora met alle nadelige gevolgen voor je gezondheid. Op die manier komen deze schadelijke zuren in je bind- vetweefsel terecht waar ze immuunstelsel verzwakken.
Ontzuringsdieet
In normale omstandigheden zorgen je darmen, nieren en je huid voor het tijdig afbreken en verwijderen van deze schadelijke zuren. Een gezonde darmflora zal je zuurgraad of de verhouding tussen zuren en basen weer in evenwicht brengen. balans te ondersteunen. Het ontzuring ‘s dieet helpt je daarbij. Dit dieet zorgt er voor dat het teveel aan zuren verdwijnt en het evenwicht tussen deze zuren en basen wordt hersteld.
Om maximaal van je zuur dieet te profiteren hou je best rekening met:
Voedingssupplementen: in je zuur dieet moet je het gebruik van voedingssupplementen waaronder omega 3- 6- 9 vetzuren, zeewier, algen, spirulina,chlorella, gerstegras, antioxidanten, vitaminen, mineralen, natriumbicarbonaat (zuiveringszout), en vitamine C zoveel mogelijk vermijden
Natuurvoeding: Geef de voorkeur aan natuurvoeding of aan vegetarische voeding en varieer zoveel mogelijk met groenten en fruit.
Smoothies: gezonde smoothies maak je zelf met water en zelf geperste sapjes van je favoriete groenten en fruit
Water: drink dagelijks minstens drie liter water dat spoelt je organen schoon
Voldoende beweging: dagelijks een half uurtje wandelen, fietsen, joggen of zwemmen op eigen tempo geniet de voorkeur op wekelijks enkele uren trainen als een topsporter
De Bachbloesem therapie: helpt je ontspannen en verzacht de symptomen van stress
Deze week een heftige week in mijn praktijk….. iemand met kanker. Een domper, we waren zo goed bezig. Een moeilijk te herstellen zuurgraad wat uiteindelijk toch gelukt is om het te neutraliseren. Darmen werken goed, de ontgiftiging’s organen aangepakt, de enzymen op peil gebracht, het lichaam aangevuld met vitaminen en mineralen en dan toch in een keer pats boem. KANKER.
Tijd om hier weer even bij stil te staan, tenslotte kom ik uit de pathologie, allerlei vormen van kankers opsporen dmv kleuringen. Kijk….. Een reis door het lichaam
Ashwaganda whithania somnifera is een struik. De wortels van ashwagandha worden gebruikt in de Indiaase kruidengeneeskunst vanwege de libidoverhogende werking. Recente onderzoeken laten zien dat ashwagandha het testosteron verhoogt. Aswagandha is dus een van de weinige natuurlijke testosteronboosters.
Wat is ashwagandha
Ashwagandha is een struik welke tot anderhalve meter hoog kan worden. Het groeit van nature in heel Afrika, het Middelandse Zeegebied, Zuid Azië en Mauritius. De stofjes die het testosteron kunnen verhogen vind men voornamelijk in de wortels van de struik. De actieve testosteron-verhogende bestanddelen van ashwaganda noemt men whitanoliden. Ashwagandha wordt ook wel Indiaase ginseng genoemd, alhoewel het geen familie van de ginseng is. Ashwaghanda behoort tot de nachtschade familie waartoe bijvoorbeeld ook de tomaat, aardappel en de gojibes behoort.
Testosteronverhogende eigenschappen
Studies in India door internisten van de Mahalaxmi Clinic in Mumbay tonen aan dat onvruchtbare mannen die een paar maanden lang dagelijks een capsule met ashwagandha slikken een stijging in hun testosteronspiegel laten zien van 17% De concentratie van zaadcellen in het sperma neemt zelfs toe met 167%
Dosering en gebruik
De gebruikelijke dosering ashwagandha is tweemaal daags 600-1000 mg, overschrijd de dosering niet. Zwangere vrouwen mogen geen ashwagandha gebruiken! Ashwagandha is heel rijk aan ijzer. Als het ashwagandha dagelijks wordt ingenomen kan er op termijn teveel ijzer worden opgenomen in je lichaam. Daarom is het beter om bijvoorbeeld om de zoveel dagen een paar dagen geen ashwagandha in te nemen of na een kuur enkele weken rust te nemen. Als je een aandoening hebt aan je afweersysteem (bijvoorbeeld reuma of Multiple Sclerose) kun je beter geen immuum-stimulerende kruiden zoals ashwagandha innemen.
Andere geneeskrachtige eigenschappen
Naast het verhogen van het testosteron door ashwagandha, heeft aswaghanda meer geneeskrachtige eigenschappen. Ashwagandha heeft een versterkende en onstekingsremmende werking. Ook heeft het een rustgevende werking, om deze reden wordt ashwagandha ook wel gebruikt bij slaapproblemen. Ashwagandha gaat de gevolgen van stress tegen. Ook werkt het cholesterolverlagend en stabiliseert het de bloedsuikerspiegel. Ashwagandha verbetert het geheugen en bestrijd depressies.
Verkrijgbaarheid van ashwagandha
Ashwagandha is te bestellen via internet bij een groot aantal webshops en online drogisterijen. Het wordt veelal verkocht in capsules. Ook vind je ashwagandha in poeder en tablet vorm.
Ashwagandha verslavend
Er kleeft echter een belangrijk nadeel aan het gebruik van aswaghanda om op een natuurlijke manier het testosteron te verhogen. Ashwagandha werkt verslavend.
Testosteron is het belangrijkste hormoon uit de androgenen groep en komt voor in zoogdieren, reptielen, vogels en andere gewervelde dieren. Vissen maken een iets andere vorm van testosteron , namelijk 11-ketotestosteron en bij insecten is dit ecdysone. Deze veel voorkomende steroïdhormonen laten zien dat ze een lange evolutionaire historie hebben
Testosteron wordt gezien als het mannelijk of masculiniserend hormoon . Ook vrouwen produceren testosteron maar gemiddeld in kleinere hoeveelheden. Bij de man is de testes de voornaamste producent van testosteron zo’n 95% het restant 5% wordt in de bijnieren geproduceerd. Bij de vrouw zijn de bijnieren de grootste producent, later in het leven is de productie van bijnieren en eierstokken ongeveer gelijk.
Echter androgenen als testosteron zijn ook de voorstof van de feminiserende (vrouwelijke ) oestrogenen.
Testosteron
De werking van testosteron op het lichaam kan zich op 3 manieren voordoen via:
Dihydrotestosteron (DHT)
Oestradiol
ANDROGENEN EN OESTROGENEN
Tot de androgenen behoren:
Tot de oestrogenen behoren
Testosteron
Oestradiol
DiHydrotestosteron (DHT)
Oestron
Androstenedion
Oestriol
Androstenediol
DHEA
Testosteron en DHT zijn de belangrijkste androgenen. Androstenedion, Androstendiol en DHEA zijn min of meer pro-androgenen omdat ze eerst omgezet moeten worden naar testosteron om androgeen receptoren te activeren.
Testosteron wordt via de bloedstroom omgezet in oestradiol of DHT en verder afgebroken, de halfwaarde tijd van testosteron is 20 minuten. Zo’n 98% van testosteron is gebonden aan eiwitten. Zwak gebonden aan albumine en de rest sterk gebonden aan SHBG(Steroïd Hormone Binding Globulin). SHBG wordt voornamelijk geproduceerd in de lever.
De term androgeen refereert aan hormonen welke de specifieke mannelijke kenmerken geven. In mannetjes dieren zijn deze veel kleurrijker dan in de mens mannen. Voorbeelden zijn: pauwen(veren), hanen(kammen) en herten(geweien)
Testosteron
Testosteron is het meest anabool hormoon, dit betekent dat het cellen helpt energie te maken uit het voedsel dat we eten, spieren en botten opbouwen en de hersenen goed te laten functioneren. Testosteron is ook verantwoordelijk voor het lichaamshaar en de lage stem. Ondanks dat testosteron een belangrijke rol speelt bij het libido is het niet alleen een sekshormoon. Het heeft bij mannen een belangrijke rol om cholesterol, triglyceriden, fibrinogeen, bloeddruk en groeihormoon op een goed niveau te houden. Daarnaast verbetert testosteron insulineresistentie, overgewicht en hartritmestoornissen.
Testosteron receptoren komen voor op zowat alle weefsels in het lichaam. Dus testosteron heeft een functie in bijna alle lichaamssytemen.
De productieorganen van testosteron in man of vrouw zijn: testes, eierstokken, bijnieren, placenta.
De belangrijkste kenmerken van testosteron zijn:
Essentieel voor de productie van sperma.
Ontwikkeling penis en testes.(DHT)
Ontwikkeling van spieren. Testosteron verandert de manier waarop vetcellen de circulerende energie (glucose, fructose) in het lichaam verwerken. Testosteron zorgt ervoor dat de energie meer in de richting van de spieren wordt gestuurd.
Testosteron zorgt voor een snellere stofwisseling, welke geassocieerd wordt met een hogere overlijdens kans.
Het is basis het ‘mannelijke’ hormoon, mede verantwoordelijk voor de ‘sexdrive’ of libido
Belangrijk voor de botten. Testosteron is een promotor van het eiwitmetabolisme.
Het onderdrukt de cellulaire immuniteit.(man)
De ontwikkeling van gelaats en schaamhaar welke start in de puberteit. Later in het leven speelt het een rol bij kaal worden.(DHT)
Het lager worden van de stem in de puberteit
Verhoogt rode bloedcelproductie en hemoglobine synthese.
Stimuleert prostaatgroei en secretie.(DHT)
Ook bij vrouwen speelt testosteron een rol o.a. bij:
De eierstokfunctie
Botsterkte
Seksueel gedrag o.a. libido
Er bestaan 5 verschillende cycli in mannen wat testosteron betreft:
Ritmische fluctuaties 3 tot 4 x per uur
Dagelijks: het ritme van de testosteron productie bij mannen laat in de dag eenzelfde ritme zien als de cortisol productie. Dit betekent een hoge productie in de morgen tussen 6 en 8 uur en een lagere productie in namiddag, avond en nacht.
Maandelijkse ritmische fluctuaties, verschillend voor elke man
Jaarlijks: de hoogste testosteron niveaus komen voor rond oktober (herfst) en de laagste niveaus rond april (lente). Deze fluctuatie komt overeen met vitamine D.
Testosteron (man) verhoogt o.a. bij:
Testosteron is verlaagd o.a. bij:
Overwinning in competitie
Verlies in competitie
Verbetering sociale status
Als men zich moet onderwerpen
Gedurende sigaretten roken
Gedurende fysieke en emotionele stress
Na of tijdens sporten (beweging)
Gedurende en na stevig alcohol gebruik
Na of tijden sexuele activiteit
In de lente
In de herfst
DiHydroTestosteron (DHT)
DHT is het belangrijkste intracellulaire androgeen en meer dan 2 maal sterker dan testosteron. De meeste activiteit van DHT wordt gevonden in reproductie organen, lever en huid. Lagere activiteit wordt ook in de hersenen gevonden.
DHT heeft 3 belangrijke acties in het lichaam:
De ontwikkeling van de mannelijke genitaliën gedurende het foetale leven
Groei van de prostaat
Verantwoordelijk voor haarverlies, de mannelijke kaalheid. Geen DHT, geen kaalheid.
Het hart heeft meer testosteron receptoren dan elke andere spier in het lichaam. In het bijzonder DHT receptoren. Naast DHEA – T3/T4 en vitamine D zijn testosteron en DHT voor de man hart en vaten beschermende hormonen.
Embryo, 2e en 4e vinger
We worden allemaal als meisje(XX) geboren, vanaf de achtste week gaat iets meer dan de helft over naar een jongen(XY). Tussen de 8e en 14e week in zwangerschap vindt de synthese van testosteron plaats in het embryo, de concentratie neemt daarna af tot een laag niveau enkele maanden na de zwangerschap. Bij de ontwikkeling van de embryo zorgt testosteron voor de primaire mannelijke geslachtskenmerken zonder testosteron ontwikkelt een embryo zich vrouwelijk. Testosteron (DHT) is belangrijk voor de vorming van mannelijke kanalen, de penis en scrotum.
Tussen 10 en 14 jarige leeftijd begint testosteron productie te verhogen tot volwassen niveaus welke zijn bereikt rond 20 jarige leeftijd. In de puberteit komen de secundaire geslachtskenmerken zoals groei van penis en balzak, stemhoogte, lichaamsbeharing door testosteron naar voren. Ook bij vrouwen zorgt testosteron voor de groei van schaamhaar tijdens de puberteit.
Het is reeds meer dan 100 jaar bekend dat caucasische mannen een langere ringvinger dan wijsvinger hebben, terwijl caucasische vrouwen een tendens hebben naar een iets langere wijsvinger. Ondertussen weten we uit onderzoek dat de lengte en groei van de 2e en 4e vinger tussen week 8 en 14 tijdens de zwangerschap wordt bepaald, en dat de ringvinger sterk is gecorreleerd met hoog testosteron en de wijsvinger met laag testosteron.
Testosteron stimuleert de groei van de ringvinger terwijl oestrogeen de wijsvinger groei stimuleert. Ook is het LH (luteïniserend hormoon )hoger.
De mannelijke vorm (hoog testosteron) zien we meer terug aan de rechterkant dus aan de rechterhand, terwijl de vrouwelijke vorm (laag testosteron) hoger oestrogeen, zich meer aan de linkerkant (linkerhand) manifesteert. Een mannelijke vingerverhouding kan ook het gevolg zijn van laag cortisol niveau in de embryo in plaats van een grote hoeveelheid testosteron.
Lage 2V-4V ratio(langere ringvinger) wordt geassocieerd met hoger testosteron en meer vruchtbaar sperma. Een hoge 2V-4V ratio(langere wijsvinger) is specifiek meer gecorreleerd met een hogere vruchtbaarheid.
De 2e en 4e vinger ratio is misschien geen rechtstreeks verband tussen vingerverhouding en geslachtshormonen maar wel een overtuigende aanwijzing.
Testosteron in de baarmoeder vertraagd de groei van de linker hemisfeer van de hersenen, welke geassocieerd wordt met taal en verbale expressie. Het vergroot de rechter hemisfeer welke v.n.l. verantwoordelijk is voor ruimtelijk inzicht.
We zien dat meisjes welke in de baarmoeder blootgesteld zijn aan meer testosteron b.v. minder oogcontact maken dan meisjes welke dat niet zijn, dit is een mannelijk traject. Oogcontact heeft bij vrouwen (oestrogeen) een heel andere betekenis dan bij mannen (testosteron).
Bij oestrogeen is het oogcontact vooral om anderen te begrijpen. Terwijl bij testosteron oogcontact te maken heeft met de hierarchie en bedreigend kan zijn.
Bij mannen komt de mannelijke vorm van geslachtsafhankelijke eigenschap het duidelijkst tot uitdrukking in de rechterhelft van het lichaam en bij vrouwen komt deze beter tot uitdrukking in de linkerhelft. Zo zien we dat bij de man de rechter zaadbal meestal groter is en bij de vrouw de linkerborst.
Ook zien we dat mannen met een grotere rechterzaad bal goed zijn in b.v. ruimtelijk inzicht dan mannen met een minder grote rechterzaadbal. Bij vrouwen zien we hetzelfde voor taalgebruik, vrouwen met een grotere linkerborst zijn hier beter in dan vrouwen met een grotere rechterborst. Gonadale hormonen in de baarmoeder in het bijzonder testosteron en oestrogeen zijn hiervoor verantwoordelijk.
4 Belangrijke factoren bij de werking van testosteron op het lichaam
1.Receptoren
2.Enzymen: Aromatase en 5-alfa-reductase
3.Opslag en vervoer in het bloed: SHBG
4.cAMP
1.Receptoren
Vaak worden van hormonen de bloedwaardes bepaald om te zien of er voldoende hormonen aanwezig zijn.
Zo kan bij testosteron het testosteron niveau worden bepaald en nog beter het vrij testosteron. Dit zijn echter niet meer dan aanwijzingen, uiteindelijk zal het aantal receptoren op de cel en de gevoeligheid van deze receptoren bepalen of de boodschap van testosteron en andere androgenen op een goede manier in de cel en het DNA aankomt. Zo zien we dat de androgeen receptor waarop voornamelijk testosteron en DHT aanpakken het aminozuur glutamine een belangrijke rol speelt. De lengte van de glutamineketen in de androgeen receptor is sterk bepalend voor de gevoeligheid van testosteron/DHT. Gemiddeld bevinden zich op één receptor zo’n 20 glutamine moleculen.
De gevoeligheid van testosteron is echter omgekeerd evenredig met het aantal glutamine moleculen. Dit betekent dat bij zo’n 11 glutamine moleculen testosteron/DHT zijn boodschap zeer goed kan doorgeven. Echter bij zo’n 30 glutamine moleculen op de receptoren is de receptor ongevoelig voor testosteron/DHT.
Bij 40 glutamine moleculen is de receptor in zijn geheel niet meer gevoelig voor testosteron/DHT.
Gezondheids aspecten welke samen kunnen hangen met een korte glutamine keten zijn b.v. een grotere kans op P.C.O.S. en andere onvruchtbaarheidsproblemen bij de vrouw. Ook zijn er aanwijzingen voor meer ADHD en andere gedragsstoornissen bij zowel jongens als meisjes.
2.Aromatase en 5-Alfa-reductase
Aromatase is het enzym welke zich voornamelijk in vetcellen bevindt en in die vetcellen testosteron om kan zetten naar oestrogenen.
Testosteron aromatiseert naar oestrogenen in:
eierstokken
hersenen
lever vetweefsel (wit vet)
borsten
fibroblasten
De activiteit van het enzym aromatase welke oestradiol uit testosteron aanmaakt in het bijzonder in vetcellen is ook verhoogd wanneer er schade is aangericht aan bepaalde hersengebieden. Wanneer dit tegen wordt gegaan vindt er verhoogde neurodegeneratie plaats.
5-alfa-reductase is het enzym welke verantwoordelijk is voor de omzetting van testosteron naar DHT. Dit enzym komt het meest voor in reproduktief weefsel (b.v.prostaat) en huid.
Zo’n 7% van het totaal testosteron wordt in een gezonde situatie door 5- alfa-reductase omgezet naar DHT.
In het algemeen kan gesteld worden dat geen of weinig haar op het lichaam aangeeft dat er een verminderde werking is van 5 alfa reductase ,dus minder DHT welke o.a. verantwoordelijk is voor groei van lichaamshaar. Dit betekent dat bij mannen met weinig lichaamshaar en veel hoofdhaar meer testosteron aromatiseert naar oestrogeen in het bijzonder in vetweefsel. Dit betekent een grotere kans op prostaat kanker.
3.SHBG en albumine
SHBG(Sex Hormone Binding Globulin) is een eiwit welke in de lever wordt aangemaakt. Het bindt hormonen aan zich en vervoerd deze door de bloedstroom. De belangrijkste hormonen die het bindt zijn oestrogenen en androgenen.
Testosteron, DHT en androstenediol binden sterk aan SHBG, daartegenover staat dat oestradiol en oestron minder sterk binden aan SHBG. Wat de productie van SHBG betreft is dit precies omgekeerd oestrogenen verhogen de aanmaak in de lever van SHBG, terwijl androgenen het juist verlagen.
Naast SHBG worden deze hormonen ook aan albumine gebonden alleen beduidend zwakker dan aan SHBG. SHBG en in mindere mate albumine zijn drijvende opslagreservoirs voor sekshormonen, hoe meer ze gebonden zijn des te minder werken ze op hun doelcellen. Dit betekent dat alles wat SHBG verhoogd, de activiteit van testosteron verlaagd.. Daartegenover staat dat alles wat SHBG verlaagd, meer testosteron vrijmaakt voor reactie met testosteron receptoren op de cel.
Jongens en meisjes hebben gelijke SHBG concentraties tot de puberteit. Echter vanaf de puberteit gaan de niveaus van jongens sterker omlaag dan van meisjes.
Zo’n 98-99% van testosteron is gebonden aan SHBG en albumine.
Vrij testosteron is zo’n 1 á 2% van het totale testosteron. Maar is een goede marker voor het bioactieve testosteron.
Verlaagde waardes van SHBG komen vaak voor bij: hypothyreoïdie, hoog prolactine, hoog cortisol, insulineresistentie.
Verhoogde waardes komen vaak voor bij: zwangerschap, pilgebruik, lage eiwitinname, meer oestrogenen dan androgenen.
4.cAMP(cyclic AdenosineMonoPhosphate)
Hormonen kunnen ruwweg op 2 manieren werken op het celmetabolisme:
Door hun boodschap rechtstreeks aan het DNA van de celkern door te geven. Schildklier en steroïdhormonen doen dit.
Door hun boodschap aan de cel door te geven via “second messengers”. Dit zijn in het bijzonder eiwithormonen, deze kunnen namelijk met hun lange aminozuurketen de celmembraan niet passeren. Ze gebruiken “second messengers”om de boodschap van het celmembraan in de cel te brengen. Insuline, groeihormoon, adrenaline en andere op aminozuren gebaseerde hormonen werken op deze manier.
De “second messenger” is dus een intermediar tussen hormonen welke het celmembraan niet kunnen passeren en het celmetabolisme.
cAMP is een belangrijk “second messenger” Het enzym adenylate cyclase zorgt voor de aanmaak van cAMP uit het energiemolecuul ATP.
Steroïdhormonen uit cholesterol als oestrogeen, testosteron, progesteron, cortisol en schildklierhormonen T3/T4 geven hun boodschap rechtstreeks door aan het DNA in de cel,zoals aangegeven en zijn niet op een directe manier afhankelijk van deze “second messengers”. Echter in het totale hormonale netwerk zijn steroïd en schildklierhormonen afhankelijk van eiwithormonen die de hypofyse produceren om de verschillende organen aan te zetten tot productie van o.a. testosteron. Tot deze hypofyse hormonen behoren o.a. het luteïniserend hormoon(LH) en het schildklier stimulerend hormoon (TSH) Daarnaast speelt insuline een belangrijke rol, aangezien dit hormoon de productie van enzymen reguleert in de hele steroïdhormoon cascade. cAMP niveau’s in de cel zijn sterk verminderd bij verhoogde insuline niveau’s en/of insuline-resistentie.
Op een indirecte manier is cAMP dus belangrijk bij het goed functioneren van testosteron.
Hypogonadisme, laag Testosteron, hoog Oestrogeen
Hypogonadisme, een reductie in testosteron is een normaal voorkomend syndroom. In jonge mannen komt het ongeveer 5% voor en in oudere mannen zo’n 35%. Hypogonadisme belangrijkste kenmerken zijn verlies van libido en kracht, vermindering van skeletspieren en verminderde vruchtbaarheid.
De belangrijkste bron van oestradiol in mannen is testosteron, de aromatisering in vetweefsel is hiervoor verantwoordelijk. Als mannen ouder worden in de westerse wereld neemt hun testosteron productie langzaam af en de aromatisering naar oestrogenen toe.
Oestradiol niveaus blijven vaak wel hoog. De reden is de verhoogde activiteit geassocieerd met de leeftijd gerelateerde vetmassa toename in het bijzonder in het buikgebied. Oestrogenen komen sterk overeen met de hoeveelheid lichaamsvet, specifiek het subcutane vet in de abdomen (buikvet). De epidemie van overgewicht in ouder wordende mannen wordt o.a. geassocieerd met o.a. hart en vaatziekten, diabetes, degeneratieve ziekten en kanker. Daarnaast zien we ook borstontwikkeling, vermoeidheid, verlies van spierweefsel en emotionele ontregeling.
Laag testosteron en verhoogde oestrogenen is één van de belangrijkste reden voor deze klachten.
Hypogonadisme kan ook voorkomen bij glutenreactie. Hypofyse regulatie van de testiculaire functie kan ontregeld zijn door gluten.
In een jonge man is de gemiddelde ratio Testosteron : Oestradiol 50 : 1
In een man op middelbare leeftijd is dit afgenomen tot 20 : 1 en in gevallen van overgewicht, diabetes e.d. kan dit wel 7 : 1 zijn.
Een onderzoek in Amerika laat zien dat de gemiddelde oestrogeen niveaus van een 54 jaar oude man hoger zijn dan van een 59 jarige vrouw.
In de dierenwereld zien we dat b.v. rammen in de herfst een enorm zelfvertrouwen laten zien als hun testosteron gehalte hoog is. Echter in de winter zijn ze nerveus, bang en teruggetrokken want dan is hun testosteron niveau laag. Bij andere dieren kan dit ook spelen.
De belangrijkste reden voor Testosteron tekort
Veroudering
Voeding: hoog koolhydraatgebruik in het bijzonder ger.suikers en fructose.
Medicijn gebruik
Overgewicht
Alcohol gebruik teveel
Slaapproblemen
Weinig beweging
Hoog oestrogeen, leidend tot atrofie van de testes
Stress, ontregeling bijnieren
Drugverslaving
Genetische aandoening (Klinefelter’s syndroom)
Slechte functie hypofyse
Nierproblemen
Leeftijdsgebonden toename van aromatase activiteit.
Regelmatige inname van xeno en fyto-oestrogenen uit voeding en water.(de pil)
Mogelijke klachten van laag testosteron :
Auto-immuniteit (man)
Verminderd spierweefsel, spierzwakte
Depressie
Dementie
Osteoporose/Osteopenie (man)
Laag libido, erectieproblemen
Vermoeidheid
Atrofie van de testes
Geheugen problemen
Overgewicht
Onvruchtbaarheid(man)
Verlies van lichaamshaar (o.a.hoofd,borst)
Af en toe opvliegers (man)
Vermindering mentale helderheid
Hart en vaatproblemen
Aneurysma
Urineweg problemen(mannen)
Insulineresistentie, diabetes
Kanker
Grotere en pijnlijke tepels
Borstvergroting (man)
Een vrouwelijke wijsheid is dat niet de man in haar leven er toe doet maar het leven in haar man.
Hoog testosteron
Hoog testosteron of DHT komt minder voor dan laag testosteron, maar kan de volgende klachten geven:
Acné
Vette huid
Hypergevoel
PCOS (poly cystic ovary syndrome) (vrouw)
Verhoogd libido
Overmatige haargroei op gezicht, armen en borst
Onderbroken slaap
Dunner wordend haar op hoofd
Spierspasmen
Onvruchtbaarheid (vrouw)
Agressiviteit
Rusteloos
Angst
Insulineresistentie (instabiele bloedsuiker)
Mannen met hoog testosteron kunnen moeilijk praten en lachen. Misschien is het daarom dat mannen vaak een bloemetje meenemen omdat ze het moeilijk kunnen zeggen.
Andropauze
De leeftijd afhankelijke daling van vrij testosteron is zo’n 1% elk jaar na 40 jarige leeftijd. Het totaal testosteron gaat zo’n 2% na de 40 jarige leeftijd omlaag.
Dit komt voornamelijk door een afname van het functioneren van de Leydig cellen in de testes en de gevoeligheid van hypothalamus-hypofyse systeem.
Ook gaat het circadiane ritme van testosteron met het ouder worden veranderen. De morgen piek (morning glory) gaat er vanaf. Daarnaast gaat de orgaan gevoeligheid(receptoren) voor testosteron achteruit. Veroudering wordt geassocieerd met een vermindering (down regulatie) van testosteron receptoren in het bijzonder in de prostaat en de lever wat leidt tot testosteron resistentie.
Laag testosteron is geassocieerd met 40% verhoogde kans op overlijden.
Gebruik van medicijnen welke testosteron blokkeren of oestrogenen promoten is geassocieerd met 20% verhoogde kans op overlijden.
Een studie uit 2008 onder 800 mannen in Californië (USA) tussen 50 en 91 jaar oud laat een 40% verhoging van overlijden zien in de groep van laag testosteron. Testosteron niveaus werden gemeten in het begin van de studie en de gezondheid van de mannen werd voor 20 jaren gevolgd. Lage testosteron niveaus gingen samen met verminderd libido en erecties, vermoeidheid, krachtvermindering, verminderde spiermassa en botdichtheid, overgewicht en grotere kans op hart en vaatziekten en diabetes. Mannen met laag testosteron beneden 241ng/dl. totaal serum hadden een 40% verhoogde kans van overlijden.
Mannen met lager testosteron trouwen eerder, mannen met hoger testosteron die trouwden gingen ook weer vlugger scheiden.
Anemie
Rode bloedvellen spelen een zeer belangrijke rol in het lichaam doordat ze zuurstof vervoeren naar alle weefsels. De gemiddelde rode bloedcel leeft zo’n 100 dagen. Dit betekent dat het regelmatig aangevuld moet worden vanuit het beenmerg waar het gemaakt wordt.
Lage hoeveelheden rode bloedcellen (anemie) hebben in het bijzonder vermoeidheid als klacht en in extreme gevallen ademtekort.
Er kunnen vele oorzaken van anemie zijn zoals: tekorten aan ijzer, foliumzuur of vitamine B12. Ook bloedingen in het maag-darmkanaal kunnen tot lage waarden leiden. Echter ook een laag testosteron gehalte kan een oorzaak zijn. De werking ligt waarschijnlijk in de autoimuunsfeer. Een normaal testosteron gehalte heeft een onderdrukkende werking op het immuunsysteem, bij een laag niveau van testosteron kan ons immuunsysteem o.a. de intrinsieke factor (I.F.) aanvallen. Deze is nodig voor vervoer en opname van vit. B12. Ook kunnen eiwitten welke vit. B12 door de darmwand naar het bloed vervoeren worden aangevallen, waardoor B12 moeilijk van darmen naar het bloed kan worden getransporteerd.
Testosteron en DHT stimuleren de rode bloedcel productie in het beenmerg.
Hormonale “vrienden en vijanden” van Testosteron.
Tot de vriendengroep van testosteron behoren goede niveaus van hormonen als:
Dopamine: Dopamine vergroot de activiteit in de hersenen welke de productie van de sekshormonen en de seksualiteit reguleert.
Vitamine D: Er is een duidelijk verband tussen testosteron en vitamine D in het bloed op jaarbasis. Beiden zijn hoog rond oktober en laag rond april. Verder bevinden zich receptoren voor vitamine D op de testes wat er op duidt dat vitamine D daar een rol speelt. Een studie welke in 2010 aan de universiteit van Graz in Oostenrijk is gedaan liet dan ook duidelijk zien dat hoe meer vitamine D er in het bloed zat, hoe hoger de niveaus van testosteron en vrij testosteron waren.
Insuline: Alle omzettingen in het steroid hormonen netwerk waartoe testosteron, oestradiol en cortisol behoren worden gedaan door enzymen.Deze enzymen staan onder controle van insuline. Vanuit evolutionair perspectief is het duidelijk dat insuline de vertegenwoordiger is van de hoeveelheid voedsel welke op het moment voorradig was. Afhankelijk van die hoeveelheid kan insuline de enzymen beinvloeden welke met overleving (cortisol) en met reproductie (testosteron, oestradiol) te maken hebben.
Cortisol/DHEA: Te hoge of lage waardes van cortisol en/of DHEA geven vaak een ontregeling van het testosteron metabolisme en zijn dus een vijand van testosteron. Stress en in het bijzonder langdurige is één van de belangrijkste negatieve factoren voor testosteron. Ontregeling van cortisol ligt hieraan ten grondslag. In het trade-off mechanisme betekent dit dat de natuur haar dure energie niet in voortplanting (testosteron) gaat steken, maar in overleving(cortisol)Bij hoog cortisol of cortisolresistentie vindt ook een ontregeling plaats van een pro-androgeen als DHEA, welke een voorstof is van testosteron.
Histamine: Histamine is net als cortisol, testosteron en dopamine een dag/licht hormoon.Histamine speelt een belangrijke rol op verschillende onderdelen in het lichaam.De relatie histamine-testosteron zien we in het bijzonder terug bij de z.g.n. histadelische mensen, dit zijn mensen welke genetisch met een hoog histamine gehalte worden geboren. Een belangrijk kenmerk van histamine is dat het de vaten openzet (vasodilatie)
o Enkele kenmerken van een histadelicus zijn:snel metabolisme, grote warmteproductie, weinig lichaamshaar, normaal tot slank postuur, snel vochtverlies, licht slapen, sterk gemotiveer, -hoog libido, snel orgasme en het komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen.
Ook schildklierhormonen T3/T4 behoren tot de “vriendengroep” van testosteron..
Tot de “vijanden” behoren o.a.: prolactine, oestrogeen/progesteron en melatonine
Prostaat
Tijdens de periode van ontwikkeling in de baarmoeder van embryo-foetus wordt uit dezelfde basisstructuur of een penis of een vagina/clitoris gemaakt. Een andere structuur maakt de prostaat (man) of de baarmoeder (vrouw). Wat het wordt hangt af van het hormonale signaal. Androgenen zorgen voor penis en prostaat, oestrogenen voor vagina/clitoris en baarmoeder. Receptoren van beide hormonen bevinden zich echter op zowel mannelijke als vrouwelijke weefsels.
Als met het ouder worden de westerse man dikker wordt en meer lichaamsvet heeft verandert de ratio testosteron-oestrogeen in het voordeel van oestrogeen. Oestrogeen welke normaliter de baarmoeder laat groeien, doet dit nu bij de prostaat.
Dit is het belangrijkste mechanisme wat ten grondslag ligt aan prostaat problemen. Niet androgenen maar oestrogenen zijn een belangrijke oorzaak van prostaat problemen.
Ras en evolutie
Rassen verschillen in het niveau van sekshormonen, in het bijzonder testosteron en de gevoeligheid van de receptoren voor testosteron.
De hormoonspiegels van testosteron zijn het hoogst in zwarte mensen en het laagst in Aziaten, blanken bevinden zich er tussen in.
In een studie van studenten in Amerika waren testosteron niveaus van zwarten 10 tot 20% hoger dan van blanken. In een andere studie hadden zwarte Amerikanen 10-15% hogere waardes van testosteron dan blanke Amerikanen en japanners hadden nog lagere niveaus.
Bij een oudere onderzoeksgroep van oorlogsveteranen uit Amerika hadden zwarten gemiddeld 3% hogere testosteron niveaus dan blanken.
Ook onderzoeken op het gebied van seksuele activiteit in Los Angeles laten overeenkomstige resultaten zien. Bij de zwarte mens begon de eerste seksuele activiteit(testosteron) gemiddeld op 14,4 jarige leeftijd en op 16,4 jarige leeftijd bij de Aziaten, blanken bevinden zich daar tussenin.
De basis van dit geheel vinden we terug in de “Out of Afrika” theorie.
De moderne mens ontwikkelde zich zo’n 200.000 jaar geleden in Afrika rond de evenaar. Zo’n 80.000-100.000 jaar geleden begonnen groepen naar het noorden te trekken.(Out of Afrika) Langzaam maar zeker ontwikkelde zich het blanke ras.
Ongeveer 40.000 jaar geleden scheiden zich groepen af welke nog verder door naar het noorden trokken, welke we nu Aziaten noemen.
Des te noordelijker mensen vanuit de evenaar wegtrokken, hoe moeilijker het was om voedsel te vergaren, de kou te trotseren, kleren te maken enz.
Energie kan in de natuur maar één keer worden uitgegeven. Dit betekende dat een trade-off ontstond tussen reproductie en overleving.
Aan de ene kant zien we afname van o.a.:
sekshormonen in het bijzonder testosteron.
lagere groeitempo’s
minder seksuele activiteit
Aan de andere kant ontwikkelden de hersenen van de “noordelijke” mensen zich meer omdat men creatiever en intelligenter moest worden om te overleven.
STOFFEN MET EEN NEGATIEVE INVLOED OP TESTOSTERON.
Medicijnen
Verschillende medicijnen kunnen op verschillende manieren de balans tussen vrije androgenen en vrije oestrogenen verstoren:
Medicijnen en stoffen met een oestrogene werking of welke de afbraak van oestrogenen remmen
Medicijnenwelke de productie van testosteron remmen.
Medicijnen welke protactinestijging veroorzaken (anti-dopamine) zoals antipsychotica, antidepressiva
Pro-oestrogene voeding (o.a.hop, zoethout (drop), grapefruit, soja producten
Alcohol verminderd de testosteron productie in de testes en verhoogd de omzetting van testosteron naar oestrogenen. Dit geeft bij mannen ongewenst effecten zoals borsten. Op deze manier vermindert alcohol ook de erectie bij de man. Shakespeare verwoordde het in de volgende oneliner: “Alcohol increases the desire, but decreases the performance”.
ENKELE STOFFEN MET EEN POSITIEVE INVLOED OP TESTOSTERON
Voeding en kruiden
Mucuna pruriens
Rehmannia glutinosa
Coleus forskohlli
Tongkat ali
Maca
Epimedium
Vitamine D
Acetyl-L-Carnitine
Carnitine
Rhodiola rosacea
Magnesium
Zink
Vrij testosteron is de belangrijkste biomarker voor veroudering in mannen.
Bloedwaarden
Laag testosteron is onwaarschijnlijk boven 400 ng/dl
Laag testosteron is duidelijk beneden 200 ng/dl
Tussen 200 en 400 ng/dl moet er vooral naar vrij testosteron gekeken worden.
Vrije testosteron waardes beneden 15 pg/ml moeten als laag worden beschouwd.
Ideaal is tussen 20 en 25pg/ml.
SHBG:
Man: 20-60nmol/L
Vrouw: 40-120nmol/L Postmenopausaal: 28-112nmol/L
Vragenlijst Testosteron tekort:
1.Heb je een verminderd libido of sexdrive?
2.Herstel je langzaam na inspanning?
3.Heb je een vermindering van energie?
4.Heb je verminderde kracht en/of uithoudings vermogen?
5.Heb je een toename van gewicht of overgewicht?
6.Heb je aanhoudende problemen met een goede slaap?
Als je 2 of meer vragen met ja beantwoordt wijst dit in de richting van een testosteron tekort
Ds. Tiemen Meijer uit Werkendam kreeg in 2013 dezelfde boodschap als Lanting. Een inwoner van zijn dorp stopte bij hem de publicaties over Martin Lanting in de brievenbus. De predikant reisde af naar Hüls en ook hij genas.
In Hüls werken de artsen met supplementen zoals injecties met vitaminen, kurkumapreparaten, selenium en enzymen. “Wetenschappelijk is bewezen dat ze de weerstand verhogen,” lichtte de chef-arts toe. Ze vindt het vreemd dat deze middelen niet op grote schaal worden toegepast.
Op zijn website stelt het Wereld Kanker Onderzoek Fonds (WKOF): “Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het risico op kanker met een derde verminderd kan worden door gezonde voeding en leefstijl.” Het WKOF is een vijfjarige samenwerking aangegaan met de universiteit van Wageningen en werkt nauw samen met professor Ellen Kampman.
Patiënten doorstaan de vaak loodzware behandelingen beter als hun immuunsysteem optimaal functioneert, aldus freelancejournalist Jan van Klinken. Vitaminen en gezonde voeding zijn goed voor ons afweersysteem. De Tilburgse oncoloog Dorry Boll deed onderzoek naar 30.000 vrouwen met baarmoederkanker. Ze concludeerde dat je de overleving gunstig kunt beïnvloeden door je voeding en leefstijl aan te passen.
Van Klinken heeft veel bewondering voor de ziekenhuisgeneeskunde en de mensen die in deze sector met grote toewijding bezig zijn. Hij vindt het alleen jammer dat er lang niet altijd oog is voor de eigen beperkingen en voor de inzichten buiten eigen muren.
Laat je immuunsysteem volledig herstellen door 3 dagen te vasten
Je kunt je gehele immuunsysteem verjongen door drie dagen te vasten, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Door te vasten wordt het lichaam gestimuleerd om nieuwe witte bloedcellen aan te maken. Wetenschappers spreken van een ‘opvallende doorbraak’. Het onderzoek is verschenen in het tijdschrift Cell Stem Cell.
Als je rammelt van de honger beginnen stamcellen nieuwe witte bloedcellen aan te maken die infecties bestrijden. Wetenschappers van de University of Southern California (USC) zeggen dat met name mensen met een beschadigd immuunsysteem baat kunnen hebben bij de ontdekking. Ook ouderen met een minder effectief afweersysteem kunnen ervan profiteren.
Door te vasten gaat er een knop om in het lichaam waarna stamcellen beginnen met de productie van nieuwe witte bloedcellen, met als gevolg dat het hele immuunsysteem zich herstelt. Het hele systeem wordt als het ware opnieuw opgebouwd, aldus professor Valter Longo van de USC. “En het goede nieuws is dat het lichaam tijdens het vasten oude of beschadigde delen van het systeem weggooit.”
Tijdens het onderzoek moesten mensen over een periode van zes maanden een aantal keren tussen de twee en vier dagen vasten. Wetenschappers ontdekten dat mensen die vasten minder PKA in hun bloed hebben, een enzym dat is gelinkt aan veroudering. Vasten leidt ook tot een afname van een hormoon dat het risico op kanker en tumorgroei vergroot.
“Als je verhongert probeert het systeem energie te besparen door veel overbodige immuuncellen te recyclen, met name cellen die mogelijk beschadigd zijn,” aldus dr. Longo. Kankerpatiënten die 72 uur hadden gevast bleken bovendien te worden beschermd tegen de giftige impact van chemotherapie.
Longo voegde toe dat vasten mogelijk dezelfde positieve invloed heeft op andere systemen en organen. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan.
Het RIVM heeft een fact sheet opgesteld over de chemische stof Bisfenol A (BPA). Daarin is de huidige kennis beschreven over gebruik, mogelijke effecten, onderzoek en bestaande beschermende maatregelen. Het gebruik van deze stof is al lange tijd onderwerp van discussie vanwege de mogelijke schadelijke effecten op mens en milieu.
Risico’s
Bisfenol A heeft mogelijk effecten op bijvoorbeeld de voortplanting en ontwikkeling, de stofwisseling en het immuunsysteem. Deze effecten zouden al kunnen optreden als je hele kleine hoeveelheden BPA binnen krijgt. Het is nog onzeker of de huidige maatregelen om de mogelijke risico’s van BPA te beperken voldoende zijn, of dat verdergaande maatregelen gewenst zijn. In verschillende nationale en internationale kaders wordt dit momenteel uitgezocht. Dit zal in de loop van 2014 leiden tot betere inzichten in de risico’s van de stof. Indien nodig, worden daarop de risicobeheersmaatregelen aangepast.
Gebruik
BPA wordt gebruikt in verschillende soorten plastics, voornamelijk polycarbonaat (PC) plastic en epoxy producten. Deze plastics worden toegepast in bijvoorbeeld bouwmaterialen, elektronica, PC plastic flessen, verpakkingsmateriaal, implantaten, connectoren voor infuussets en speelgoed. Daarnaast wordt BPA gebruikt als basis voor onder meer epoxy-verven en lijmen, in inkt en bijvoorbeeld in kassabonnen.
Rol RIVM
Op verzoek van de Ministeries van VWS, IenM en SZW is het RIVM betrokken bij de wetenschappelijke advisering ter onderbouwing van het Nederlandse beleid rond BPA. Daarnaast is het RIVM betrokken bij verschillende nationale en internationale onderzoeken die direct of indirect kijken naar gezondheidseffecten van BPA.
Fact sheet
In de aanloop naar uiteindelijke advisering heeft het RIVM een fact sheet BPA gemaakt. Deze fact sheet geeft de huidige kennis weer (1 december 2013). De fact sheet schetst waar BPA voor gebruikt wordt, welke maatregelen nu al getroffen zijn om de nog onzekere risico’s te beperken, wat we wel zeker weten over de gezondheidseffecten van BPA op mens en milieu en welke initiatieven de onzekerheden over risico’s van BPA nu onder de loep nemen.
Aanleiding Er is reeds lange tijd discussie over het gebruik van de chemische stof BPA en de mogelijke gezondheidseffecten daarvan voor mens en milieu. Bijvoorbeeld over effecten op de voortplanting en ontwikkeling, de stofwisseling en het immuunsysteem die zouden kunnen optreden wanneer je hele kleine hoeveelheden BPA binnen krijgt. Op dit moment is het onzeker of de huidige maatregelen om de mogelijke risico’s van BPA te beperken voldoende zijn, of dat verdergaande maatregelen gewenst zijn. De wetenschappelijke basis voor beleid is hierin niet eenduidig. Er bestaan namelijk nog vele onzekerheden en wetenschappelijke artikelen spreken elkaar op dit gebied tegen. Sommige studies geven aan dat BPA mogelijk bij lagere concentraties schadelijker zou kunnen zijn dan tot op heden wordt aangenomen, andere laten zien dat dit niet het geval is. Antwoord op de volgende vragen is nodig om meer duidelijkheid te krijgen over de risico’s van BPA: 1. Is er sprake van mogelijke schadelijke gezondheidseffecten op mens en milieu als gevolg van lage-dosis blootstelling aan BPA? 2. Zijn deze mogelijke schadelijke gezondheidseffecten het gevolg van een verstoring van het hormoonsysteem? 3. Kan een lage-dosis blootstelling aan BPA leiden tot schadelijke effecten op het nageslacht of de ontwikkeling van (zeer) jonge kinderen? 4. Wat betekent het mogelijk bestaan van lage-dosis effecten van BPA voor de risicobeoordeling van BPA voor mens en milieu? 5. Zijn er (aanvullende) maatregelen nodig om de mogelijke risico’s ten gevolge van blootstelling aan BPA te beheersen?
Waar wordt BPA zoal voor gebruikt? BPA wordt gebruikt in verschillende soorten plastics (voornamelijk polycarbonaat (PC) plastic en epoxy producten) voor een breed scala van producten zoals bouwmaterialen, elektronica, PC plastic flessen, verpakkingsmateriaal, implantaten en connectoren voor infuussets en speelgoed. Daarnaast wordt BPA ook gebruikt als basis voor onder meer epoxy-verven en lijmen, in inkt en bijvoorbeeld in kassabonnen.
Alternatieven Er zijn inmiddels al verschillende alternatieven voor BPA op de markt. Zo worden plastic (baby)flesjes vervangen door glazen flesjes en worden plastic borden door glas en keramiek vervangen. Ook worden alternatieve plastics gebruikt en alternatieve chemische stoffen ingezet, zoals bisfenol S of bisfenol F. Het is echter lang niet altijd duidelijk of deze alternatieven ook beter zijn omdat naar de gezondheidseffecten van deze stoffen meestal minder onderzoek is gedaan dan naar BPA.