Het aantal Nederlanders dat te maken krijgt met een hartinfarct, een beroerte of hartfalen zal de komende jaren enorm toenemen. In 2040 zullen maar liefst 1,4 miljoen mensen te maken krijgen met die aandoeningen.
Dat blijkt uit berekeningen van het onderzoeksinstituut voor volksgezondheid RIVM in opdracht van de Hartstichting. Oorzaak van de stijging van 65 procent ten opzichte van 2011 is de vergrijzing.
Stijgende zorgkosten
Volgens het onderzoekinstituut zullen er in 2040 930.000 mensen met een hartinfarct of ernstig vernauwde kransslagaders zijn, zullen er 343.000 mensen zijn die een beroerte krijgen of hebben gehad en zullen 275.000 mensen te maken hebben met hartfalen.
Op dit moment bedragen de totale zorgkosten voor hart- en vaatziekten 8,3 miljard euro. Die kosten zullen volgens de Hartstichting fors stijgen als gevolg van de groei van het aantal patiënten.
Risicofactoren
Directeur van de Hartstichting Floris Italianer wil dat er iets gebeurt: “Er móet nu iets veranderen om het aantal slachtoffers te verminderen en ook om de almaar stijgende zorgkosten te drukken. Het is noodzakelijk dat we hart- en vaatziekten in een vroeger stadium kunnen herkennen en behandelen, zodat minder mensen ziek worden.”
Het RIVM ziet wel een oplossing: hoge bloeddruk voorkomen en het aantal rokers terugdringen. Daarnaast vormen ook een verhoogd cholesterolgehalte, overgewicht en te weinig lichaamsbeweging belangrijke risicofactoren.
vervolg:
Afgelopen dagen werd via het ANP het bericht verspreid als zou het aantal Nederlanders dat te maken krijgt met een hartinfarct, een beroerte of hartfalen, de komende jaren sterk toenemen. Volgens het bericht zullen in 2040 liefst 1,4 miljoen mensen te maken krijgen met die aandoeningen, zo blijkt uit berekeningen van het onderzoeksinstituut voor de volksgezondheid RIVM, in opdracht van de Hartstichting. Oorzaak van de stijging van 65 procent ten opzichte van 2011 is de vergrijzing.
“Er móet nu iets veranderen om het aantal slachtoffers te verminderen en de alsmaar stijgende zorgkosten te drukken”, was de reactie van de directeur van de Hartstichting Floris Italianer.
Hij ging daarbij echter voorbij aan een eerder gedane publicatie van de wetenschappers van het Dr. Rath Research Instituut in Californië. Zij publiceerden in het vooraanstaande medische magazine: American Journal of Cardiovascular Disease bewijzen dat hart- en vaatziekten een vroege vorm is van de ziekte scheurbuik en Dr. Matthias Rath al in de jaren 90, een enorme dreunde uitdeelde aan de cholesterol-theorie over hart- en vaatziekten.
Klinische scheurbuik
Dr Matthias Rath kwam toen al tot de ontdekking dat bij coronaire hartziekten exact hetzelfde gebeurt als bij een klinisch (vroege) scheurbuik en in de cellen waaruit de slagwandader is samengesteld een tekort aan vitamine C wordt waargenomen.
Vitamine C
In tegenstelling tot dieren, ontwikkelen mensen hartziekten omdat hun lichaam zelf geen vitamine C kan produceren. De huidige, gemiddelde voeding levert voldoende vitamine C om scheurbuik te voorkomen, maar niet voldoende om een stabiele vaatwand te waarborgen. Als gevolg daarvan ontstaan miljoenen kleine scheurtjes in de vaatwand. Vervolgens gaan cholesterol, lipoproteïnen en andere bloed risicofactoren de beschadigde vaatwanden herstellen.
Risicofactoren
Van al deze risicofactoren is een molecule genaamd: lipoproteïne (a) verreweg de belangrijkste. Deze lipoproteïne (a) werkt als een reparatie-molecule ter compensatie van de aangetaste vaatwand. Bij een chronisch gebrek aan vitamine C, ontwikkelt zich in de loop van jaren atherosclerotische afzettingen die uiteindelijk kunnen leiden tot hartaanvallen en beroertes.
Resultaten van onderzoeken
In het laatste onderzoek werden transgene muizen gebruikt die de menselijke stofwisseling nabootsten door middel van twee verschillende genetische elementen: een onvermogen om vitamine C te produceren, en het vermogen om lipoproteïne (a) te produceren. Bij het toedienen van een dieet met een onvoldoende hoeveelheid vitamine C, bleken de muizen Lipoproteïne (a) te deponeren in de vaatwanden en op die manier atherosclerose te ontwikkelen. De mate waarin zij hartziekten bleek afhankelijk van de hoeveelheid vitamine C die ze innamen. Muizen met de hoogste inname van vitamine C hadden de laagste afzetting van lipoproteïne (a) in de slagaders en de minste ontwikkeling van atherosclerose.
De publicatie van deze studie laat zien dat het einde van hart-en vaatziekten als doodsoorzaak in zicht is.
Waarom dan ??? Cholesterol is het belangrijkste eiwit vet om onze belangrijkste hormoonbalans te herstellen. Cholesterol zorgt voor cortison om ontstekingen tegen te gaan en het beschermt ons tegen de zon. Vooral op oudere leeftijd is cholesterol heel erg belangrijk !!! Ook voor de productie van testosteron…..zowel bij mannen als bij vrouwen.😉 Het is grote onzin om de vele bejaarden 20-30 pillen iedere dag te laten slikken omdat de huisarts het voorschrijft. Dat zorgt automatisch weer voor meer cholesterol in het bloed omdat de lever dit gif uit pillen tegen werken wil. Cholesterol uit de lever is een beschermingsmechanisme van ons lichaam en heeft niets te maken met arteriosclerose. De meeste patiënten krijgen hartproblemen van al die rotzooi die de huisarts voorschrijft !!! 😉
Een tekort aan vitamine B12 lijdt tot een verhoogde homocysteïnewaarde(*1) (Het normale homocysteïnegehalte in het bloed is voor mannen lager dan 16,4 micromol per liter (µmol/liter) en voor vrouwen lager dan 13,4 µmol/l.). Een verhoogde homocysteïnewaarde is een grote risicofactor voor hart- en vaatziekten (te vergelijken met een hoog cholesterolgehalte).
Benauwdheid en pijn op de borst
Bloedafwijkingen
Bloedproppen
Coronaire hartziekte
Diep veneuze trombose
Duizeligheid,
Hartaanval
Hart- en vaatproblemen
Hartkloppingen
Hartritmestoornissen
Longziekten; longembolie (bloedprop in longen)
Macrocytose (vergrote rode bloedlichaampjes)
Orthostatische hypotensie (te lage bloeddruk in staande houding, met flauwvallen als gevolg)
Pernicieuze anemie (kwaadaardige bloedarmoede)
Schildklierafwijkingen/ziekten
TIA, (mini-)beroerte/CVA
Vergrote milt of lever
Verhoogd homocysteïne-niveau,
Verhoogd risico op Cardiovasculaire aandoeningen,
*1 Homocysteïne is normaal gesproken in alle cellen aanwezig, maar slechts in geringe hoeveelheden. In gezonde cellen wordt homocysteïne snel omgezet in andere producten. Voor deze omzetting is actief foliumzuur nodig. Vitamine B12 en andere B vitamines zijn op hun beurt nodig om foliumzuur in zijn actieve vorm te houden.
Om homocysteïne laag te houden zijn foliumzuur, vitamine B12 en andere B-vitaminen noodzakelijk. We nemen deze stoffen op via de voeding (foliumzuur: vooral in groene bladgroente en graanproducten; Vitamine B6: in groente en fruit; Vitamine B12 in vlees, vis en gevogelte).
Homocysteïne is tussenproduct van de transaminering van het aminozuur methionine tot het aminozuur cysteïne. Het is een niet-essentieel aminozuur, doordat het in het menselijk lichaam aangemaakt kan worden uit methionine
Krillolie wordt geproduceerd uit krill. Dit is het zoöplankton dat bestaat uit kleine garnaalachtige schaaldiertjes (Euphasia Superba) die een gemiddelde lengte hebben van 16 mm. Ze leven in grote aantallen in de koude poolwateren.
Doordat krill laag in de voedselketen staat en geoogst wordt in de zuivere oceaan rondom Antarctica is de olie van nature arm aan zware metalen, PCB’s en andere contaminanten. Krillolie wordt het best gewonnen zonder dat de olie blootgesteld wordt aan hoge temperaturen. Hierdoor blijven de belangrijke fosfolipiden in de olie volledig intact; er treedt geen vetzuurperoxidatie op. Krillolie bevat de meervoudig onverzadigde vetzuren EPA en DHA in een zeer hoogwaardige kwaliteit. De hoge antioxidatieve eigenschappen van deze olie dragen bij aan stabiliteit van krillolie.
Krillolie is een uniek voedingssupplement doordat drie belangrijke nutriëntengroepen zijn verenigd:
omega-3-vetzuren (EPA , DHA en alfalinoleenzuur)
fosfolipiden antioxidanten,
met name astaxanthine
Omega-3-vetzuren Krillolie bevat ongeveer 15 keer meer omega-3-vetzuren dan omega-6-vetzuren en bestaat voor minimaal 30% uit omega-3- vetzuren. Belangrijk verschil met visolie is dat deze vetzuren in krillolie in de fosfolipidenvorm voorkomen. Visolie kenmerkt zich namelijk door EPA en DHA in de vorm van triglyceriden. Fosfolipiden beschermen alle celstructuren en zijn het medium waarin receptoren, transporteiwitten, ionkanalen en andere belangrijke celproteïnes functioneren. Belangrijke groepen fosfolipiden zijn fosfatidylcholine, fosfatidylserine, fosfatidylinositol en fosfatidylethanolamine. Al deze groepen zijn vertegenwoordigd in krillolie en gebonden aan EPA en DHA. Dit in tegenstelling tot plantaardige fosfolipiden, die uitsluitend gebonden zijn aan de vetzuren linolzuur en alfalinoleenzuur.
De fosfolipiden vorm in krill komt overeen met onze lichaamseigen vorm. Dit is zeer belangrijk voor de bouw, functie en bescherming van onze celmembranen in het algemeen en onze zenuw- en hersencellen in het bijzonder. De hersenen zijn namelijk het meest fosfolipidenrijke weefsel van het lichaam en bevatten veel fosfatidylcholine, fosfatidylserine en DHA.
Krillolie bevat ook (circa 10%) sfingomyeline, de belangrijkste component van de myelineschede rondom zenuwen.
In fosfolipiden zijn essentiële vetzuren, choline en een fosfaatgroep gebonden aan een glycerolmolecule. In deze vorm heeft het molecule een hydrofiele kop en een hydrofobe staart (bestaande uit twee vetzuurmoleculen). De kop heeft een voorliefde voor een waterig milieu en de staart voor een vettig milieu. In het lichaam gaan fosfolipiden daarom met hun staarten naar elkaar toe zitten, en vormen zo een dubbele laag; de celmembraan. Alle celmembranen van alle cellen in het lichaam, maar ook die van diverse organellen in de cel, zoals het mitochondrium, liposomen en het endoplasmatisch reticulum bestaan allemaal voor het overgrote deel uit fosfolipiden.
Antioxidatieve eigenschappen Krillolie bezit krachtige antioxidatieve eigenschappen, mede door de grote biologische beschikbaarheid van de aan fosfolipiden gebonden antioxidanten. De belangrijke antioxidanten zijn vitamine E, bètacaroteen en carotenoïden als canthaxanthine en astaxanthine. Beide laatste stoffen zijn beter (ongeveer 50% effectiever) dan bètacaroteen, luteïne en lycopeen in het voorkomen van vetzuurperoxidatie. Astaxanthine is het belangrijkste rode pigment in zeedieren. Het geeft onder andere zalm en garnalen hun roze kleur. Astaxanthine beschermt de vetzuren in de celmembraan tegen het singlet-zuurstofradicaal en remt tevens de productie van diverse proïnflammatoire substanties zoals iNOS (induceerbaarbaar stikstofoxidesynthase), PgE2 en TNF-alfa. Astaxanthine kan de bloed- hersenbarrière passeren en is daarom mogelijk ook een belangrijk antioxidant in hersenweefsel. Naast deze carotenoïden bevat krillolie een kleine hoeveelheid vitamine A van maximaal 70 microgram per gram krillolie en een nieuw ontdekt flavonoïde met een molecuulstructuur die lijkt op die van luteoline.
Inname en biologische beschikbaarheid Door hun speciale structuur (vetoplosbare kant en wateroplosbare kant) vormen fosfolipiden in oplossing
gemakkelijk emulsies. Daardoor is de absorptie van de krillolievetzuren in het darmkanaal makkelijk. Na inname van krillolie vindt men in de lymfe een aanzienlijk hogere EPA- en DHA-waarde in vergelijking met een vergelijkbare hoeveelheid visolie. Vanwege de fosfolipidenstructuur worden deze vetzuren ook gemakkelijker ingebouwd in de celmembraan en de membranen van andere celonderdelen. Een bijkomend voordeel is dat krillolie in het algemeen na inname niet opboert en geen vervelende nasmaak geeft.
INDICATIES In principe kan krillolie worden ingezet bij alle indicaties waar visolie wordt ingezet. Krillolie is veelbelovend en blijkt tot dusver een therapeutische meerwaarde te hebben in vergelijking met visolie. Krillolie kan worden ingezet bij PMS (premenstrueel syndroom) en alle chronische inflammatoire aandoeningen kenmerkend voor beschavingsziekten zoals het metabole syndroom, diabetes-type-2, hart- en vaatziekten, osteoartritis en reuma. Gezien het hoge gehalte aan belangrijke fosfolipiden zou krillolie bijzonder geschikt kunnen zijn wanneer de behandeling zich richt op neurologische en mentale functies.
Er zijn reeds een aantal studies gedaan waar specifiek krillolie is onderzocht.
● Een randomised clinical trial onder 70 vrouwen verminderde in drie maanden tijd alle emotionele symptomen
van PMS, zoals onrust, stress, geïrriteerdheid en depressie. De eerste maand kreeg de krillolie-groep dagelijks 2 gram krillolie. De volgende twee maanden werd de dosering gedurende 10 aansluitende dagen per maand ingenomen; 8 dagen vóór en 2 dagen tijdens de menstruatie. Dagelijks 2 gram standaard visolie bleek niet effectief [5].
● Een 12-weken-durende randomised clinical trial liet zien dat een dosering van 1 gram krillolie per dag resulteerde in een daling van het totaal cholesterol (13%), LDL-cholesterol (32%) en triglycerides (11%). Het HDL- cholesterol steeg met 44%. Inname van 500 mg per dag in de periode daarna bleek in staat deze parameters binnen gezonde grenzen te houden. Het effect van de krillolie overtrof ruim dat van visolie [6].
● Krillolie (300 mg per dag) bleek in een 30 dagen durende randomised clinical trial onder 90 patiënten met een cardiovasculaire aandoening en/of reuma en/of osteoartritis de CRP-waarde al na 14 dagen met 29,7% te laten dalen terwijl deze in de placebogroep met 30% steeg. De conclusie luidde dat 300 mg krillolie al na 7 dagen significant ontstekingen remt en pijn reduceert met 28,9%, stijfheid met 20,3% en functiebeperking met 22,8% [7].
● In-vivo en in-vitro onderzoek wijst op het potentieel gunstige effect van krillolie op het beheersen van serumlipiden bij diverse aandoeningen, maar ook op het proliferatieremmende effect in een kweek van darmkankercellen [8].
● Krillolie (2 gram per dag) verhoogt bij mannen en vrouwen met overgewicht en obesitas significant de plasmaconcentraties van EPA en DHA zonder ongemakken, bijwerkingen of negatieve effecten op stofwisselingsparameters [9].
● Bij muizen op een vetrijk dieet verminderde krilloliesuppletie significant de hepatomegalie (levergrootte) en hepatosteatosis (leververvetting) als gevolg van een dosisafhankelijke reductie van levertriglyceriden en cholesterol. Serumcholesterol en het bloedglucose daalde aanzienlijk terwijl het anti-inflammatoire adiponectine steeg. Krillolie kan van therapeutische waarde zijn voor patiënten met het metabool syndroom en/of een niet-alcoholische leververvetting [10].
● Bij muizen bleek een positieve associatie tussen verhoogde endocannabinoïden-concentraties en het metabool syndroom. Stijging van endocannabinoïden gaat samen met een stijging van arachidonzuur in membraanfosfolipiden. Krilloliesuppletie leidde evenals visoliesuppletie tot een verlaging van levertriglyceriden en een lagere respons van peritoneale macrofagen op een inflammatoire stimulus. Krillolie had bijkomend ook een daling van harttriglyceriden tot gevolg. Deze effecten gingen samen met lagere endocannabinoïden-concentraties in het viscerale vet, de lever en het hart. Dit is geassocieerd met een lagere dichtheid van arachidonzuur in de celmembraanfosfolipiden [11].
CONTRA-INDICATIES Krillolie wordt afgeraden indien er sprake is van een allergie voor schaaldieren. BIJWERKINGEN Er zijn geen bijwerkingen bekend INTERACTIES Interacties kunnen optreden met bloedverdunnende medicatie DOSERING Dagelijks 500 tot 1000 mg tijdens of vlak na de maaltijd innemen.
REFERENTIES 1. Scientific Opinion of the Panel on Dietetic Products Nutrition and Allergies on a request from the European
Commission on the safety of ‘Lipid extract from Euphasia superba’ as food ingredient. The EFSA Journal (2009)938, 1-16 2. Logan AC. Neurobehavioral Aspects of Omega-3 Fatty Acids: Possible Mechanisms and Therapeutic Value in
Major Depression. Alternative Medicine Review. 2003;(8)4:410-25 3. Kidd PM. Omega-3 DHA and EPA for Cognition, Behavior, and Mood: Clinical Findings and Structural-
Functional Synergies with Cell Membrane Phospholipids. Alternative Medicine Review. 2007;(12)3:207-227 4. Kidd PM. Integrated Brain Restoration after Ischemic Stroke – Medical Management, Risk Factors, Nutrients, and other Interventions for Managing Inflammation and Enhancing Brain Plasticity. Alternative Medicine Review. 2009;(14)1:14-35 5. Sampalis F, Bunea R, Pelland MF, et al. Evaluation of the Effects of Neptune Krill OilTM on the Management of
Premenstrual Syndrome and Dysmenorrhea. Alternative Medicine Review. 2003;(8)2:173-79 6. Bunea R, El Farrah K, Deutsch L. Evaluation of the Effects of Neptune Krill Oil on the Clinical Course of
Hyperlipidemia. Altern Med Rev. 2004 Dec;9(4):420-8 7. Deutsch L. Evaluation of the effectsof Neptune Krill Oil on Chronic Inflammation and Arthritic symptoms. J of
the American College of Nutrition, 2007;(26)1:39-48 8. Jia-Jin Zhu, Jia-Hui Shi, Wen-Bin Qian, et al.Effects of Krill Oil on serum lipids of hyperlipidemic rats and human
SW480 cells. Lipids in Health and Disease 2008;7:30 9. Maki KC, Reeves MS, Farmer M, et al. Krill oil supplementation increases plasma concentrations of eicosapentaenoic and docosahexaenoic acids in overweight and obese men and women. Nutr Res. 2009
Sep;29(9):609-15 10. Tandy S, Chung RW, Wat E, et al. Dietary krill oil supplementation reduces hepatic steatosis, glycemia, and hypercholesterolemia in high-fat-fed-mice. J Agric Food Chem. 2009 Oct 14;57(19):9339-45 11. Batetta B, Griinari M, Carta G, et al. Endocabinoids may mediate the abilty of (n-3) fatty acids to reduce ectopic fat and inflammatory mediators in obese Zucker rats. J Nutr. 2009 Aug;139(8):1495-501.
Regelmatig eten van vis en noten zijn goed voor hart en bloedvaten,
(het immuunsysteem en de hersenen). Fibraten zijn reguliere cholesterol verlagers; LDL (slechte) daalt en HDL stijgt. Maar hebben ook bijwerkingen;
spierpijnen,
erectiestoornissen,
lever en galstoornissen en
ze verhogen de homocysteine spiegels.
Homocysteine zorgt weer voor verhoging voor hart en vaatziekten.
Statines verlagen de mortaliteit bij hart patiënten maar hebben ook bijwerkingen;
spierafbraak,
leverstoornissen,
slaap en geheugen stoornissen of
erectiestoornissen en
remmen de aanmaak van cholesterol. Cholesterol is een belangrijk onderdeel van de celwanden van al onze cellen, ze maken de celwand
soepeler, maar vooral in spiercellen en zenuwcellen. Statines zorgen dus voor starre celwanden, dus zwakte en krachtsverlies, geheugenproblemen en zenuwpijnen. Maw ouderdomskwaaltjes. Sporten verergert dit dus alleen maar.
Omega 3 vetzuren zijn goed voor hart en bloedvaten (DHA EPA) , kun je hypertriglyceridemie mee behandelen, komen het beste uit het onderzoek heeft geen bijwerkingen hebben eerder een meer voedend effect op vooral de cellen. Samenvatting van een artikel van pubmed: en andere artikelen
A: Er zijn ongeveer 4000 bekende chemicaliën in tabaksrook, minstens 250 van hen bekend is schadelijk en meer dan 50 is bekend dat kanker bij mensen. Tabaksrook in afgesloten ruimten wordt ingeademd door iedereen, het blootstellen van rokers en niet-rokers zowel om de schadelijke gevolgen.
Ongeveer 700 miljoen kinderen, bijna de helft van de totale wereldbevolking, ademen lucht vervuild door tabaksrook. Meer dan 40% van de kinderen ten minste een ouder roken. In 2004, kinderen goed voor 31% van de 600 000 vroegtijdige sterfgevallen toe te schrijven aan passief roken.
Bij volwassenen, meeroken veroorzaakt ernstige cardiovasculaire en respiratoire ziekten, waaronder hart-en vaatziekten en longkanker. Bij zuigelingen, veroorzaakt het plotselinge dood syndroom. Bij zwangere vrouwen, het veroorzaakt een laag geboortegewicht.
Geen ventilatie noch filtratie, zelfs in combinatie, kan verminderen tabaksrook blootstelling binnenshuis tot een niveau dat aanvaardbaar worden geacht. Alleen 100% rookvrije omgeving biedt effectieve bescherming. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn een rookvrije omgeving breed gesteund door zowel rokers als niet-rokers.
Het hebben van een rookvrije omgeving vaak bespaart geld voor bars en restaurant eigenaren, waardoor de risico’s van brand en bijgevolg hun verzekeringskosten. Het resulteert vaak in een lagere renovatie, schoonmaak-en onderhoudskosten, ook.
Artikel 8 van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging, erkent dat blootstelling aan tabaksrook veroorzaakt dood, ziekte en invaliditeit, en vraagt landen om vast te stellen en uitvoeren van wetgeving die bescherming tegen passief roken biedt.
Veel landen over de hele wereld hebben al wetten ingevoerd om mensen te beschermen tegen blootstelling aan tabaksrook in openbare plaatsen. Vieringen over de hele wereld op World No Tobacco Day (31 mei) om meer mensen en meer landen om een rookvrije gaan.
Doe mee aan de trend door te beweren uw recht op openbare plaatsen die zijn 100% rookvrij binnen.
Het definiëren van de moleculaire samenhang van kanker, diabetes type 2 en hart-en vaatziekten.
Cabarcas SM, Hurt EM, Farrar WL.
bron
Cancer Stem Cell afdeling, Laboratorium voor Cancer Prevention, Center for Cancer Research, National Cancer Institute, Frederick, Maryland 21702, USA.abstract
Het metabool syndroom wordt gekenmerkt door een toestand van metabole dysfunctie resulteert in de ontwikkeling van verschillende chronische ziekten die potentieel dodelijk zijn. Deze metabole ontregelingen zijn complex en verbonden en is geconstateerd dat veel van de mechanismen en routes bij ziektegevallen karakteriseren het metabool syndroom, zoals type 2 diabetes en cardiovasculaire ziekten zijn verbonden met de ontwikkeling van kanker ook. Identificatie van moleculaire wegen gemeenschappelijke deze verschillende ziekten kan blijken een belangrijke factor bij preventie en ontwikkeling van potentiële doelwitten voor therapeutische behandelingen. Deze evaluatie richt zich op verschillende moleculaire pathways, met inbegrip van AMPK, PPAR’s en FASN dat interconnect de ontwikkeling van kanker, diabetes type 2 en hart-en vaatziekten. AMPK, PPARs en FASN cruciaal regulators met het onderhoud van belangrijke metabolische processen die nodig zijn voor een goede homeostase. Het is van cruciaal belang te herkennen en identificeren van gemeenschappelijke paden gedereguleerde in elkaar ziekten als het kan meer informatie en een veel breder beeld schetst met betrekking tot ziekten ontwikkeling en preventie te bieden. Zo gaat het bij dit richt zich op drie belangrijke metabole regulatoren, AMPK, PPAR’s en FASN, die mogelijk kunnen dienen als therapeutische targets.
AMPK activering in menselijke ziekte
AMPK activering
AMPK activering is verantwoordelijk voor zowel de remming en stimulatie van kritische homeostatische pathways. AMPK activering resulteert in de remming van processen zoals lipiden, eiwitten en glycogeen synthese, hepatische gluconeogenese en insuline secretie, AMPK activering resulteert in de activering van processen zoals vetzuuroxidatie, glycolyse en
(A) AMPK in kanker. Na cellulaire stress, de activering van AMPK resulteert in de fosforylatie van zowel p53 en TSC2. p53 activatie resulteert in activatie van p21 hetgeen dan resulteert in remming van CDK waardoor celcyclus. Daarnaast p53 activering ook resulteert in activatie van PTEN dat als een antagonist van PI3K, waardoor mTOR activatie resulteert in de remming van eiwitsynthese en cellulaire groei. TSC2 activatie van AMPK resulteert in GAP activering leidt tot de inactivering van Rheb. Rheb inactivering leidt tot de remming van de mTOR route resulteert in de remming van eiwitsynthese en cellulaire groei en. (B) AMPK bij type 2 diabetes. Hoge glucosespiegels resulteren in de remming van AMPK activering leidt tot de ontwikkeling van type 2 diabetes. De anti-hyperglycemische middel metformine AMPK leidt tot activatie resulteert in remming van ACC leidt tot ofwel activatie van vetzuuroxidatie of inhibitie van enzymen lipogene. (C) AMPK in hart-en vaatziekten. Cardiale hypertrofie, LKB1 en CaMKK leiden tot AMPK activering resulteert in de activatie van kritische paden betrokken bij cardiovasculaire aandoeningen. AICAR activeert AMPK resulteert in GLUT4 translocatie en resulteert in een toename van glucoseopname en glycolyse die cardioprotectieve.
PPARs
PPAR α, β PPAR / δ en PPAR γ moeten een heterodimeren met RXR functioneren in controle stofwisselingsprocessen nodig om de kritische regulatieprocessen handhaven. PPARa controleert peroxisoom proliferatie, vetzuurmetabolisme en lipide homeostase. PPARβ / δ controles ontsteking vetzuurverbranding, insulinegevoeligheid en lipide homeostase. PPAR controleert vetzuur opslag, lipiden en glucose homeostase, cellulaire differentiatie, cellulaire proliferatie en apoptose.
Glycolyse
FASN
FASN is een kritisch enzym dat functioneert zowel stroomafwaarts van de pentosefosfaat en glycolyse pathways. FASN is verantwoordelijk voor energieopslag door te functioneren als het belangrijkste enzym in de vetzuursynthese pathway.
De verbanden tussen kanker, hart-en vaatziekten en diabetes type 2
AMPK, PPAR’s en FASN zijn enkele van de links onderling verbonden kanker, hart-en vaatziekten en diabetes type 2. Deze ziekten zijn via deze signaalroutes die verantwoordelijk zijn voor goede regeling van kritische homeostatische processen zoals beschreven. Dan moet nog worden onderzocht of er andere essentiële routes die deze ziekten met elkaar te koppelen ook.
Steeds vaker zie ik voorbijkomen dat het eindelijk doordringt dat we we chronische ziekten zoals hart en vaat ziekten, hoog cholesterol en suikerziekten kunnen genezen, puur door een andere lifestyle te hanteren;
Overgewicht gaat vaak op een bijna ongemerkte manier samen met hoge bloeddruk, slechte cholesterolwaarden en een verstoorde bloedsuikerspiegel. Dit wordt het metabool syndroom genoemd. Kun je het voorkomen? En hoe kom je er vanaf als je het al hebt?
Het metabool syndroom is een benaming voor een serie gezondheidsklachten die nauw verband met elkaar houden. Het syndroom ontstaat door de combinatie van ongezond eten en weinig bewegen.
Sluipend proces
Het gevaar van het metabool syndroom is het sluipende proces van gewichtstoename en afnemende conditie. Die brengen samen als een paard van Troje nieuwe risico’s met zich mee.
Terwijl het metabolisme (de stofwisseling) verslechtert, ontvouwt zich langzaam maar zeker een reeks van gezondheidsproblemen (het syndroom). Behalve overgewicht zijn dat een verhoogde bloeddruk, een hoge bloedsuikerspiegel en slechtere cholesterolwaarden.
Uit onderzoek aan het VU medische Centrum in Amsterdam komen aanwijzingen dat het metabool syndroom een relatie kan hebben met depressiviteit. Dat komt waarschijnlijk doordat het syndroom ook de hormoonbalans verstoort.
Buikomvang
Volgens de geldende normen is bij mannen sprake van het syndroom als de bloedwaarden verslechterd zijn en als de buikomvang boven de 94 centimeter komt, gemeten ter hoogte van de navel. Bij vrouwen ligt de grens bij een buikomvang van 80 centimeter.
De combinatie van slechte bloedwaarden en overgewicht verhoogt de kans op het krijgen van diabetes type 2 aanzienlijk. Het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten is ook groter. Vaatziekten kunnen leiden tot een herseninfarct of hersenbloeding.
Voorstadium diabetes type 2
Opvallend aan het metabool syndroom is dat de verschillende problemen elkaar in stand lijken te houden of versterken. Door jarenlang calorierijk te eten en weinig te bewegen, raken belangrijke organen als de lever en de alvleesklier uitgeput.
De stofwisseling verloopt minder efficiënt en vetten en suikers worden daardoor minder goed afgevoerd dan normaal. Terwijl het lichaamsgewicht toeneemt, wordt de bloeddruk hoger en ontstaat een voorstadium van diabetes type 2. Het lichaam is dan minder gevoelig voor insuline, dat de bloedsuikerspiegel regelt.
Vaatwanden
Het vet dat zich rond organen opslaat, maakt zelf stoffen aan die de regulering van de bloedsuikerspiegel nog meer verstoren. De verhoogde bloeddruk, de slechtere cholesterolwaarden en de te hoge bloedsuikerspiegel tasten vervolgens de kwaliteit van de vaatwanden aan. Volgens professor Edith Feskens van Wageningen University heeft in Nederland een kwart van de mensen tussen 30 en 60 te maken met het voorstadium van diabetes.
Kinderen
De ongezonde Westerse leefstijl lijkt de belangrijkste oorzaak van overgewicht en het metabool syndroom. Epigenetica is de oorzaak van het probleem. Zo is bij kinderen rond de leeftijd van 8 jaar al te voorspellen of het metabool syndroom in aanleg aanwezig is.
Metabool syndroom doorbreken
De neerwaartse spiraal van gezondheidsklachten van het metabool syndroom is gelukkig te voorkomen – en ook te doorbreken – als het al zover is. Dat blijkt uit verschillende grote onderzoeken, onder meer van de Universiteit Leiden.
De kern van het probleem moet worden aangepakt, en dat is het overgewicht. Dat betekent simpelweg meer bewegen, dagelijks minstens een half uur, en gezonder eten. Volgens het paleoprincipe
Volgens recente wetenschappelijke onderzoeken kan het metabool syndroom sneller toeslaan bij mensen die weinig vitamine D binnenkrijgen. De huid maakt vitamine D aan door blootstelling aan zonlicht. Voedingsmiddelen met veel vitamine D zijn vette vis (zalm, makreel) en eieren.
Dikmakers
Overgewicht moet niet ineens drastisch, maar blijvend worden bestreden. Een paar maanden flink afvallen werkt op termijn averechts vanwege het jojo-effect. Beter is het om voor altijd een gezond voedingspatroon aan te wennen.
Een behoorlijke gezondheidswinst is volgens professor Müller van Wageningen University te halen uit het flink beperken van de belangrijkste dikmakers. Dat zijn verzadigde vetten en de zogenaamde eenvoudige koolhydraten. Ze zitten in voedingsmiddelen met suiker en geraffineerde granen: snackrepen, witbrood, witte pasta, witte rijst, zoet broodbeleg, frisdranken, gebak en koekjes, snoep, chips en toetjes. Alcohol is ook een dikmaker.