Alie Wouda
- Afspraak maken? info@natuurpraktijkaurora.nl
-
Consulten worden vergoed door de zorgverzekeraar!!!!
Hypoglykemie Test. Hieronder vind je de Hypoglycemie Test. Vooraf dient echter wel opgemerkt te worden dat dit geen ‘officiële’ (wetenschappelijk gefundeerde) test is. De uitslag van deze ‘test’ moet dan ook niet als absolute maatstaf of diagnose gezien worden. Wel kan het een indicatie geven over de hoeveelheid (mogelijke) Hypoglykemie symptomen. Tevens dient opgemerkt te worden dat de genoemde symptomen in onderstaande lijst ook voor kunnen komen bij andere aandoeningen en/of ziektes.
Heb je het artikel Hypoglykemie (Hypoglycemie) niet eerst gelezen, dan is het misschien goed om dit alsnog even te doen, voordat je met het beantwoorden van de vragen begint.
Hieronder staat een lijst met verschijnselen (symptomen) die in de richting van Hypoglykemie zouden kunnen wijzen. De bedoeling is dat je achter de betreffende vraag een score invult op een schaal van 0 tot 3. De scores hebben de volgende betekenis:
nr | Vragen | Score |
---|---|---|
01 | Voortdurende vermoeidheid | |
02 | Hongergevoel tussen de maaltijden door of ‘s nachts | |
03 | Depressieve gevoelens | |
04 | Slapeloosheid | |
05 | Wakker worden na een paar uur slaap | |
06 | Angstgevoelens (voor mensen, plaatsen of dingen) | |
07 | Moeilijk besluiten kunnen nemen | |
08 | Gebrek aan concentratie | |
09 | Slecht geheugen | |
10 | Onzekerheid of minderwaardigheidsgevoelens | |
11 | Hevige geëmotioneerdheid | |
12 | Geprikkeld zijn | |
13 | Veelvuldige huilbuien of een gevoel van ‘ inwendig huilen’ | |
14 | Woede-uitbarstingen (vaak plots) | |
15 | Opblazen van onbelangrijke zaken | |
16 | Consumptie van snoep, taart, koekjes of frisdranken | |
17 | Consumptie van brood, deegwaren, aardappelen of rijst | |
18 | Consumptie van alcohol | |
19 | Dagelijks meer dan drie kopjes koffie of glazen cola | |
20 | Hunkering naar snoep of koffie tussen de maaltijden door | |
21 | Slechte arbeidsprestaties onder druk | |
22 | Hoofdpijn | |
23 | Slaperig zijn overdag | |
24 | Slaperig of duf zijn na de maaltijd | |
25 | Gebrek aan energie | |
26 | Weinig initiatief | |
27 | Moeilijk op gang komen ‘s morgens | |
28 | Eten als je je nerveus voelt | |
29 | Maagkrampen of zenuwen op de maag | |
30 | Allergieën: astma, hooikoorts, huiduitslag, voorhoofdholteonsteking, e.d. | |
31 | Verdwijnen van vermoeidheid na eten | |
32 | Zelfmoordgedachten of neiging | |
33 | Verveling | |
34 | Hartkloppingen | |
35 | Nachtmerries | |
36 | Geïrriteerd zijn vóór de maaltijd | |
37 | Beverig gevoel bij honger | |
38 | Maagzweer, maagcatarre, verstopping, opgeblazen gevoel | |
39 | Koude handen en voeten | |
40 | Trillen van de handen | |
41 | Vertroebeld gezichtsvermogen | |
42 | Bloedend tandvlees | |
43 | Duizelig, licht in het hoofd zijn | |
44 | Zware moeilijke ademhaling | |
45 | Snel blauwe plekken krijgen | |
46 | Dingen laten vallen of er tegenop lopen | |
47 | Buitensporige transpiratie | |
48 | Verminderde zin in seks | |
49 | Spiertrekkingen of krampen | |
50 | Uitzonderlijke dorst | |
51 | Herhaaldelijk urineren | |
52 | Gewichtverandering | |
53 | Zenuwuitputting | |
Tel het totaal aantal punten/scores bij elkaar op. Hieronder staat het aantal punten met de bijbehorende indicaties aangegeven. Nogmaals: bekijk het geheel wel met de nodige armslag en voorzichtigheid..!
Hypoglykemie (Hypoglycemie) – een schommelende of een te lage Bloedsuikerspiegel. Hypoglykemie is eigenlijk het tegenovergestelde van Diabetes mellitus (te hoge Bloedsuikerspiegel). Evenals bij Diabetes, is bij Hypoglykemie het lichaam niet goed in staat om Koolhydraten op een juiste manier te verwerken: de Suikerstofwisseling functioneert niet goed. Hypoglykemie wordt door sommigen gezien als het voor-stadium van Diabetes mellitus. Anderen erkennen Hypoglyke-mie als aandoening überhaupt niet.
Hypoglykemie is eigenlijk het tegenovergestelde van Diabetes mellitus (suikerziekte). Bij suikerziekte produceert de alvleesklier niet voldoende insuline. Bij Hypoglykemie wordt juist te veel insuline aangemaakt, waardoor de Bloedsuikerspiegel sterk schommelt of te laag wordt. Hypoglykemie is een frequent voorkomend probleem, hetgeen niet altijd onderkend wordt. Evenals bij Diabetes, is bij Hypoglykemie het lichaam niet goed in staat om Koolhydraten op een adequate manier te verwerken. Hypoglykemie is dus een toestand die wordt veroorzaakt door een te laag bloedsuiker gehalte i.c. bloedsuikerspiegel in het bloed, m.a.w. de suikerstofwisseling werkt niet goed. Hypoglykemie wordt door sommigen beschouwd als het voorstadium van Diabetes mellitus.
Een aantal opmerkingen vooraf:
Bloedsuikerspiegel. Alles wat we eten wordt door ons lichaam omgezet in Glucose oftewel Bloedsuiker. De hoeveelheid bloedsuiker in ons bloed: de Bloedsuikerspiegel, daalt door lichamelijke of geestelijke inspanning en stijgt door eten.
Twee hormonen houden de bloedsuikerspiegel in balans:
Bij Hypoglykemie is dit mechanisme c.q. de balans verstoord.
Glucosespiegel. Spieren en organen (ook de hersenen) verbruiken Glucose, een vorm van suiker (Grieks voor zoet is Gluku). Koolhydraten uit de voeding worden door het lichaam omgezet in glucose. Vervolgens stijgt de Glucosespiegel in het bloed.
Glycogeen. Met behulp van het hormoon insuline wordt de glucose die niet direct nodig is, omgezet tot Glycogeen en opgeslagen in spieren, lever en lichaamscellen. Dit proces heeft tot gevolg dat de bloedsuikerspiegel daalt. Dit totdat het lichaam weer behoefte aan Energie heeft. Dan wordt de als glycogeen opgeslagen glucose weer vrijgemaakt en stijgt het Glucosegehalte in het bloed, om spieren en organen van brandstof te kunnen voorzien.
Schommelingen in de bloedsuikerspiegel (welke niet direct gerelateerd zijn aan Diabetes) komen steeds vaker voor. Deze schommelingen worden -door deskundigen op dit gebied- gezien als een direct gevolg van de welvaart en slechte voeding. Ze stellen dat het een resultaat is van een Koolhydraat- en Suikerrijk dieet. In Amerika, waar dit zich nog in sterkere mate manifesteert, wordt gesproken van een ‘Koolhydraatverslaving’.
Insuline. De alvleesklier (pancreas) geeft het hormoon insuline af. Hoe meer koolhydraten en suikers er gegeten worden, hoe meer insuline er geproduceerd en afgegeven wordt. Wanneer er regelmatig grotere hoeveelheden insuline van het lichaam gevraagd worden, gaat de alvleesklier vanzelf op een grotere productie over en produceert dan te veel insuline, waardoor de glucose in het bloed te sterk afneemt.
Hypo. Een verhoogde productie van insuline is te merken aan een zogeheten Hypo, hetgeen een verlaging van de suikerspiegel in het bloed is. De alvleesklier wordt gedwongen tot ‘overproductie’ door langdurig gebruik van teveel suikers en koolhydraten, waardoor het hele ritme verstoord raakt. Dit verstoorde ritme noemt men dus Hypoglykemie.
Hypoglykemie lijkt zijn oorsprong o.a. te hebben in stress, te weinig voedsel (voedingsstoffen) verbruiken of een verkeerd voedingspatroon met onvolwaardige voeding (geraffineerde suikers en onverzadigde vetten). De grootste factor lijkt een fors toegenomen suikerconsumptie te zijn. Uit onderzoek komt naar voren dat we in Nederland gemiddeld 100 kilo suiker (!) per persoon consumeren. Niet alleen in de vorm van witte suiker, maar ook in de vorm van honing, snoep, chocola, frisdranken etc.
In veel kant en klaar producten en zoete versnaperingen worden geraffineerde koolhydraten gebruikt. Dit zijn fabrieksmatig geconcentreerde suikers. Ons lichaam kan deze geconcentreerde suikers maar moeizaam verwerken. Door de consumptie van geconcentreerde suikers wordt de alvleesklier ‘opgezweept’ tot een snelle, veel hogere productie van insuline dan bij het gebruik van natuurlijke koolhydraten. Dit gaat zo snel, dat er te weinig glucose in het bloed achterblijft.
De bloedsuikerspiegel zakt dan, waardoor we meteen weer trek in iets zoet krijgen (vicieuze cirkel).Wanneer deze situatie zich herhaald of vaak voordoet, kan de alvleesklier uiteindelijk op tilt slaan. De overproductie van insuline leidt in eerste instantie tot een te laag bloedsuikergehalte. Op iets langere termijn tot een ontregeling van het bloedsuikergehalte (met periodes van een te lage spiegel). En vervolgens zou het kunnen leiden tot chronische vermoeidheid en een onbestemd ‘niet lekker voelen’ of tot Hypoglykemie symptomen. Bij een zwakke erfelijke aanleg bestaat de kans dat de alvleesklier uitgeput raakt en geen insuline meer kan aanmaken, hetgeen in sommige gevallen tot suikerziekte zou kunnen leiden.
In publicaties over Hypoglykemie komen meerdere mogelijke oorzaken naar voren, die aan het ontstaan ten grondslag kunnen liggen. Genoemd worden onder meer:
Hypoglykemie symptomen. Symptomen of kenmerken kunnen o.a. zijn: een onbestemd ziektegevoel, vermoeidheid (veel gapen), nervositeit, honger, rusteloosheid, duizeligheid (neiging tot flauwvallen), hartkloppingen, prikkelingen in vingertoppen en voeten, wazig zien, beven, slechte concentratie, het snel koud hebben, lage bloeddruk, overmatig transpireren, oorsuizen, gevoelens van verwarring en angst en plotse woede-uitbarstingen.
Stijging Daling Bloedsuiker. Ook kan er een plotselinge en sterke behoefte aan iets zoets of hartigs zijn. Wanneer de bloedsuikerspiegel stijgt, moeten er hormonen aangemaakt worden om de bloedsuikerspiegel weer te laten dalen. Deze daling kan vervolgens weer tot een te lage bloedsuikerspiegel leiden. Gevolg: na een half uur ontstaat een loom en lusteloos gevoel (geeuwen) en komt er weer een sterke behoefte aan iets hartigs of zoets (frisdrank of snoep) om de bloedsuikerspiegel weer omhoog te brengen. Dit is uiteindelijk dus een vicieuze cirkel.
Een duidelijk en uitgebreid overzicht van meer Hypoglykemie symptomen, kun je vinden in:
Recent is er een studie uitgekomen naar het effect van volvette kaas op ons lichaam. Het Voedingscentrum raadt ons magere melkproducten aan, omdat de volvette varianten onze aderen zou doen dichtslibben. Een goed opgezette studie van Europese bodem toont echter het tegendeel aan. Zijn volvette melkproducten dan toch de sleutel naar een goede gezondheid?
De studie is van het type gerandomiseerd onderzoek met controlegroep (RCT), dat over het algemeen als redelijk betrouwbaar wordt aangemerkt. Tijdens het onderzoek werden 140 mensen 12 weken lang gevolgd. De uitkomst is, dat volvette kaas gunstiger is voor hart en bloedvaten dan de magere varianten. Er was geen verschil waar te nemen in LDL-cholesterol, bloeddruk, suikerspiegel en tailleomvang, maar wel in HDL-cholesterol. De groep die volvette kaas at, had een aanzienlijk hogere HDL-cholesterolspiegel. Een hoog cholesterol hoeft geen probleem te zijn, mits de verhoudingen maar kloppen. Hierbij wordt aangenomen dat een hoger HDL-cholesterol gunstig is.
Recent zijn er ook andere studies geweest die volvette kaas in een positief daglicht plaatsten. Japanse onderzoekers ontdekten dat kaas kan voorkómen, dat vetten zich in de lever ophopen, waardoor de lipidenparameters in het bloed gunstig beïnvloed worden (1). Vorig jaar bracht een studie volvette kaas in verband met een langer leven en een verminderde kans op overgewicht (2).
De Fransen eten over het algemeen bijzonder veel vette kazen en tegelijkertijd zijn hun bloedvaten in een gezonde conditie. De wetenschap heeft zich hier altijd over verbaasd. Het staat onder wetenschappers bekend als ‘De Franse paradox’. Onderzoekers hebben inmiddels vastgesteld dat de gunstige effecten van zuivel enkel geldt voor de gefermenteerde varianten (3, 4). Gepasteuriseerde melk blijkt dus niet bepaald gezond. Voorbeelden van gefermenteerde melkproducten zijn yoghurt en kaas.
Door het fermenteren komen er vele gunstige stoffen vrij. Eén van die stoffen is vitamine K2. Deze K2 is in de vorm MK-7 en daarvan weten we sinds kort dat deze bijzonder goed is voor onze aderen, botten en hersenen. Het fermenteren rekent ook af met melksuiker, oftewel lactose. Het enzym dat deze soort suiker kan afbreken, lactase, hebben alleen zuigelingen. Hoe ouder we worden, hoe minder lactase we hebben en hoe slechter we niet-gefermenteerde melkproducten kunnen verdragen.
‘Geen kaas meer, maar wel statines’
Artsen raden op grote schaal kaas af en zetten mensen op statines. Dit om het cholesterol onder de duim te houden. Het probleem is, dat statines tal van bijwerkingen hebben, zoals myopathie (spierpijn) en een grotere kans op diabetes. Bovendien blijken statines vooral het LDL-C cholesterol te laten dalen en niet het LDL-P. Een hoog LDL-P en een laag LDL-C worden in verband gebracht met verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Terwijl het omgekeerde, een laag LDL-P en een hoog LDL-C, juist een laag risico met zich meebrengt (5). We zien LDL vaak als LDL, maar LDL bestaat uit vele subfracties. Onderzoek toont aan dat het vermijden van verzadigd vet zo goed als geen effect heeft op het cholesterol (6).
Liegen zonder te liegen
Stel dat 2 op de 100 mensen af en toe wiet rookt, dan is de kans dat we op straat een wietroker treffen 2%. Als we dan een afkickkliniek openen waardoor maar 1 op de 100 mensen wiet rookt, is het wietgebruik met 50% gedaald. Dat klinkt heel indrukwekkend, maar in feite zegt het nauwelijks iets. Want de kans om op straat een wietroker te treffen is nu niet 2%, maar 1%. In beide gevallen is de kans zeer klein. Indrukwekkende procentuele cijfers uit onderzoeken kunnen we soms maar beter met een korreltje Keltisch zeezout nemen…
Cholesterol op een natuurlijke manier verlagen:
Het mediterrane dieet blijkt beter in staat te zijn om hart- en vaatziekten te voorkomen dan statines (7).
Kurkuma blijkt het LDL-cholesterol te laten dalen, ook bij mensen die statines slikken (8). Deze mensen kunnen dan wellicht hun medicatie verlagen.
Het eten van peulvruchten kan het LDL-cholesterol in het bloed met 11,8 mg/dl verlagen (9, 10).
Avocado’s blijken alle LDL-soorten te verlagen (11).
Noten (met name amandelen en walnoten) hebben een zeer gunstig effect op het cholesterol (12).
Het eten van vette vis verlaagt het LDL-cholesterol sterk (13).
Het eten van haver kan het totale cholesterol met 7% laten dalen en het LDL met 5% (14).
Vrijwel alle typen groenten met oplosbare vezels verlagen het LDL-cholesterol (15, 16).
Bittere, pure chocolade van 70% of meer kan het LDL-cholesterol sterk verlagen (17).
Knoflook heeft een gunstige werking op het cholesterol (18).
Soja kan het LDL-cholesterol ook flink doen verlagen (19). Kies altijd voor niet-GMO soja van biologische afkomst in gefermenteerde vorm.
Groene thee gaat het oxideren van LDL-cholesterol tegen (20).
Onbewerkte olijfolie, rijk aan polyfenolen, draagt licht bij aan het voorkómen van het oxideren van cholesterol (21).
Stoppen met roken verbetert de cholesterolwaarden (22, 23).
Eén glas alcohol verhoogt het HDL (24), maar meer drinken verhoogt het LDL (25).
Kruiden zoals fenegriek, guggul en artisjokblad werken LDL-cholesterolverlagend (26, 27).
Dagelijks lichaamsbeweging verbetert de cholesterolratio enorm (28).
Het kwijtraken van overgewicht zorgt voor een gunstiger cholesterolverhouding in het bloed (29).
Phytosterolen kunnen het LDL-cholesterol laten dalen (30). Hiervoor hebben we geen margarine nodig, want deze zitten ook rijkelijk in erwten, bloemkool, broccoli en bindsla (31).
Op het gebied van supplementen kunnen helpen de cholesterol te verlagen: vitamine C, psyllium, vitamine B5, berberine en astaxanthine (32, 33, 34, 35, 36).
Merk op: ik ben geen voorstander van rode gistrijst. Dit is een natuurlijke statine (de synthetische zijn hiervan afgeleid) en heeft dus ook de nadelen van een statine.
Een hoog cholesterol gezond?
Soms mailen mensen mij dat cholesterol gezond is en dat het niet uitmaakt hoe hoog het is. Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Cholesterol is inderdaad een onmisbare stof: het is de basis van vitamine D, de geslachtshormonen, de celwanden en nog veel meer. Er zijn veel soorten cholesterol, maar de meest schadelijke is de geoxideerde LDL-variant (37). OxLDL lijkt de echte boosdoener (38). Bij ouderen wordt een hoog LDL- en HDL-cholesterol in verband gebracht met een lagere kans op hart- en vaatziekten (39). Het lijkt er dus op dat de ideale cholesterolwaarden afhankelijk zijn van factoren zoals leeftijd en geslacht. In wezen is cholesterol niet goed of slecht. Net zoals water. Alleen te veel, te weinig of vervuild water is niet goed.
Het is belangrijker om te kijken naar de cholesterolratio, die je kunt berekenen door het totale cholesterol te delen door het HDL-cholesterol. Aangenomen wordt dat een waarde lager dan 5 gunstig is. Dan nog valt het te bezien of dat waar is, want in dat geval hebben we nog altijd niet de hoeveelheid geoxideerd LDL-cholesterol gemeten, alsmede de LDL-P en VLDL-waarde.
Wat ik storend vind, is dat artsen in een 6 minuten consult meteen naar medicatie grijpen, zonder de natuurlijke interventies mee te nemen. Voeding en beweging kunnen meer effect hebben dan medicijnen, waarom wordt dat dan niet naar voren geschoven? Zijn de mensen zo lui, of heeft de medicijnindustrie liever dat artsen zwijgen? Het blijft vreemd dat artsen slechts 5 uur les krijgen over voeding, maar wel honderden uren over medicijnen…
Er werd en wordt nog steeds veel reclame gemaakt voor het drinken van melk met slogans als:
Ook zijn er soms tegengeluiden te horen. In het tijdschrift Esquire van november 1998 stond een artikel met als titel:
In Amerika proberen vele artsen en specialisten de negatieve aspecten van melk onder de aandacht te brengen, tot op heden met nog maar weinig succes en krijgen de boeren, zoals ook in Nederland, bij hun melkproductie nog steeds subsidie van het Rijk en moet men op school melk drinken. Een schilder, die veel melk dronk en bij een boer aan het schilderen was, kreeg van de boer het advies geen melk te drinken omdat dit slecht voor de gezondheid is. Op de vraag waarom hij dan wel die melk verkocht, kreeg hij als antwoord dat dit met bedrijfsvoering te maken had. Op de universiteit in Rotterdam wordt door een voedingsdeskundige aan de studenten geleerd dat melkgebruik onnatuurlijk en ongezond voor de mens is. Echter de reclame vóór melkconsumptie is sterk.
Pasteurisatie
Bij pasteurisatie wordt melk kortdurend (15 sec.) op 70-80 graden Celsius gebracht. Dit geschiedt door melk tussen 2 platen te voeren, waardoor alle melk op deze temperatuur komt. De meeste bacteriën gaan dood, ook de goede zoals de melkzuur bacteriën. Vele eiwitten en enzymen worden gedenatureerd bij een temperatuur boven de 65 graden Celsius. Het gevolg is dat enzymen en vitaminen voor 50% vernietigd worden.Voor de vitaminen en enzymen hebben we dus geen melk nodig. Rauwe melk bevat lactobacillus acidophilus, deze houdt bacteriën onder controle, en zal zuur worden op kamertemperatuur, terwijl gepasteuriseerde melk gaat rotten doordat de bacteriën gedood zijn. Voedt men kalveren met gepasteuriseerde melk, dan zijn ze binnen een half jaar overleden of worden erg stijf in hun bewegingen.
Merkwaardig is dat men de pasteurisatie doet om salmonella infectie te voorkomen, terwijl men in Amerika juist een salmonella infectie kreeg terwijl men gepasteuriseerde melk dronk. Immers de lactobacillus acidophilus bestrijdt de salmonella in onze darmen.
Ook zal de Eschericha coli goed gedijen op gepasteuriseerde of gesteriliseerde melk en daardoor darmstoornissen kunnen geven. De colibacterie verspreidt zich door het gehele lichaam en kan infecties geven in longen ( pneumonie), nieren, CZS en bloed. Krijgt een kalf geen borstvoeding, dan zal het ook darmstoornissen krijgen en loopt het de kans vroegtijdig te overlijden. Zowel de koemelk uit de uier als de borstvoeding bij de vrouw bevat veel antilichamen. Gekookte moedermelk kan ook ernstige darmstoornissen bij het kind veroorzaken, die weer verdwijnt als men de verse moedermelk geeft. Ook hier is de colibacterie de oorzaak.
Onderzoek in Chicago heeft aangetoond dat de sterfte in 1930 op borstvoeding 1,5/1000 was, op koemelk 84,7/1000, door darmstoornissen 40 x hoger, door longaandoeningen 120 x hoger. Als men het kind naast de borstvoeding ook koemelk geeft krijgt men dezelfde negatieve resultaten.
Het natuurlijke proces
Het feit dat velen steeds melk blijven drinken is eigenlijk een onnatuurlijk gebeuren. In de dierenwereld wordt gezoogd tot het jong drie maal het geboortegewicht heeft bereikt. Dit geldt ook voor de mens. Dat is bij de mens 1 jaar, bij de olifant 3 jaar. De melk van koeien, geiten, olifanten, wolven en walrussen verschilt heel sterk van elkaar. Olifanten gedijen niet goed op geitenmelk. Alle dieren groeien alleen goed op melk van hun eigen soort. Bij huisdieren zijn de natuurlijke instincten grotendeels verdwenen. Koeien willen geen melk, maar hoofdzakelijk gras.
De samenstelling van de koemelk
Koemelk bevat ruim 3x zoveel eiwit als moedermelk, waarin meer suikers zitten. Het caseïnegehalte in koemelk is 20x hoger dan in moedermelk. Moedermelk bevat veel meer taurine en onverzadigde vetzuren dan koemelk, wat goed voor onze hersenen is.
Caseïne is een eiwitproduct in de koeienmelk die in de maag een moeilijk te verteren taaie massa vormt door stolling en die alleen geschikt is voor het vier-magen-spijsverteringsstelsel van de koe. Doordat deze massa blijft kleven aan de darmwand, verhindert het de resorptie van vele mineralen, ook in de dunne darm.
Caseïne maakt de botten bij de koe zwaarder en dikker. Doordat het calcium in de moeilijk verteerbare caseïne zit en er veel fosfor in de melk zit, kunnen we juist osteoporose, allergie en nierstenen krijgen. Osteoporose en allergie ontstaan door calcium en mineralen tekort, nierstenen door teveel uitscheiding via de urinewegen van calciumfosfaat. Voorts worden de anorganische calciumverbindingen, zoals calciumfosfaat, calciumcarbonaat, calciumhydroxyapatiet en dergelijke slecht door de darmen opgenomen omdat ze waarschijnlijk lichaamsvreemd zijn. De organische calciumzouten, zoals calciumcitraat, calciummaleaat en de aan het aminozuur gecheleerde calciumzouten worden goed opgenomen omdat ze niet lichaamsvreemd zijn. In de koemelk zit vooral het calciumcarbonaat. In de moedermelk zit meer calcium dan fosfor en blijkt het calcium beter opgenomen te worden dan uit koemelk. Er zijn drie redenen waarom voor de mens de kalk uit de koemelk geen verhoging hiervan in ons lichaam geeft:
Prof. van Creveld, een kinderspecialist op de Universiteit in Amsterdam, vertelde in 1958 al dat in de oorlog veel baby’s tetanisch werden door koemelk, omdat de moeder geen borstvoeding had. Een tekort aan kalk veroorzaakt een overprikkeling van de motorische zenuwbanen, waardoor spieren in een spasme kwamen. Volgens hem kwam dit vooral door het hoge fosforgehalte.
Het lactase
Lactase is nodig voor de splitsing van lactose in galactose en glucose. In de moedermelk zit vrij veel lactose en renine, maar de zuigeling maakt voldoende lactase om dit te verteren gedurende de eerste drie jaar. Sommige volkeren, met name de Denen, Finnen, blanke Amerikanen en de Zwitsers kunnen aan de borst van de koe blijven. Zij blijven erfelijk bepaald lactase maken. Volgens Dr.Kretchmer is het een natuurlijk proces dat men geen lactase meer vormt en dat de genetische bepaling daarvan tot gevolg heeft dat sommige volken alleen konden overleven door het drinken van melk, nl. daar zit lactose in. Bij de mens vindt de lactase-productie in de baby plaats in het laatste kwartaal van de zwangerschap en na de geboorte. Indien er geen lactase meer gevormd wordt in het jejunum, dan wordt de lactose door bacteriën omgezet in gas (CO2) en melkzuur, dat vocht aanzuigt. Deze veroorzaakt diarree, krampen, opgezette buik, flatulentie en sporen bloedverlies, met anemie (=bloedarmoede) tot gevolg.
Er bestaat een uitgebreid onderzoek bij volwassenen, die door melkgebruik de volgende darmproblemen kregen: opgeblazen buik, maagpijn, krampen, gasvorming en diarree.
Odze Ret et al. beschreven¨Allergische colitis in infants¨ vooral door melk, waarbij ontstekingen gepaard gaan met rectale bloedingen. Ook sojamelk, tarwe, maïs en noten(pinda’s) kunnen dit veroorzaken.
Melk en de ziekte van Crohn:
Een onderzoek in Engeland is tot de conclusie gekomen dat in 92% de oorzaak in de melk te vinden was. In de melk zit de mycobacterium avium paratuberculosis. Deze bacterie wordt niet gedood bij de pasteurisatie
(6 aug. 2003 Crohn Milk Bug) .
Allergie of intolerantie voor melk
Prof. Castronovo uit België vertelde dat het IgA door melk stuk gemaakt wordt. Indien de moeder tijdens de borstvoeding veel melk drinkt, dan krijgt het kind te weinig IgA en kan dan allergisch reageren met bijv. eczeem. Het stoppen van melk drinken heft de situatie op. Het IgA zit vooral aan de binnenkant van de darmen als een soort hekwerk, waardoor te grote eiwitten niet kunnen binnendringen. Indien dit hekwerk stuk gaat krijgen we het lekkende darmsyndroom ( leaky gut syndrom). Door het lekkende darmsyndroom komen te grote eiwitten in de circulatie die lichaamsvreemd zijn en waarop het lichaam reageert. De allergie kan zo ernstig zijn, dat elk spoortje in koekjes al een reactie kan geven. Ook Dr. Werthmann beschrijft de nadelige effecten van melk en de daling van het IgA waardoor allergie en een atrofisch dunne darmslijmvlies ontstaat. Melk remt dus de mineralen opname, maar ook de vorming van de intrinsic factor, waardoor de opname van vit. B12 afneemt en een allergie kan ontstaan. In het bloed vinden we vaak een verhoogde IgA en IgE. Doordat het IgA gedestrueerd wordt, kunnen ernstige darmstoornissen ontstaan in de vorm van:
Op de luchtwegen, huid en CZS zien we de volgende symptomen:
Hoe eerder een kind melk van een dier krijgt, des te meer kans er bestaat op een intolerantie. Dit zijn ervaringen van verscheidene kinderspecialisten in Amerika. (Dr. J.Dan Bagget in Alabama, Bahna SL en Heiner DC: Allergies to milk. New York, Gune and Stratton, 1980).
Weinig taurine in flesvoeding: een onderzoek heeft aangetoond dat moedermelk wel 50 % aminozuren bevat, vooral glutaminezuur, glutamine en taurine. In de flesvoeding blijkt maar 10% te zitten. Taurine is voor kinderen essentieel en zij kunnen dit zelf niet maken uit het methionine.
Een ernstiger bijwerking van melk werd beschreven door onderzoekers van de universiteit van Colorado en van Miami Zij constateerden bij kinderen met nephrosis tussen de 10 en 13 jaar, dat het eiwitverlies via de urine stopte als ze geen melk meer kregen en daardoor aanzienlijk opknapten. Toediening van melk deed het eiwitverlies weer verschijnen met het gevolg dat hierdoor oedeem optrad. Zij concludeerden dat allergie voor melk en ander voedsel een belangrijke rol speelt in de prognose van de nephrosis.
Vermindering van de weerstand
Een andere amerikaaanse ervaring is dat de streptococcus beta-hemolyticus onder normale omstandigheden zelden in de keel komt, maar wel als men melk drinkt. Zowel streptokokken pharyngitis als pyodermie wordt door het drinken van melk bevorderd. Het vervelende is dat niet alleen melk dit bevordert, maar ook kaas en ijs. Hierdoor kunnen ook de groeipijnen en de artritis ontstaan, vooral als men de amandelen eruit haalt. Dit laatste geeft later meer kans op reuma.
De otitis media en frequente neusverkoudheden: Indien baby’s en kleine kinderen geen borstvoeding krijgen is de kans zeer groot dat zij otitis media en frequente coryza krijgen. Zij gaan dan ook s’nachts veel huilen, maar dan van de pijn in de oren. De oorzaak is dan niet alleen de melk, maar bij het zuigen aan de borst gaat de onderkaak naar voren, waardoor de doorstroming van het bloed door neus en oren beter gaat en de buis van Eustachius open blijft. Dit is hetzelfde proces als het gapen en de kaak naar voren doen bij het dalen van het vliegtuig en onze oren dicht gaan. Bij de flesvoeding ligt het kind op de rug en valt de onderkaak naar achter. De buis van Eustachius klapt dan dicht. Dit gebeurt ook bij duimzuigers. De keel- en neusamandelen zullen dan ook gaan zwellen. Door te stoppen met melk schijnen de amandelen ook al te slinken. Door de kinderen kalk/magnesium en zink te geven zie je hun weerstand vooruit gaan en bedenk dan ook dat de amandelen wat vergroot blijven tot hun 4e jaar en daarna gaan slinken, vooral als men naar een warm droog land gaat.
Gedrag en melk
In Washington zag men de relatie van melkgebruik en een antisociaal gedrag. Juveniele delinquenten dronken 10 x zoveel melk als adolescenten met een gelijke achtergrond. De overgevoeligheid voor koemelk veroorzaakt naast een asociaal gedrag, gespannenheid, rusteloosheid, geirriteerdheid, ontevredenheid, gekke gezichten trekkerij en concentratie problemen. Anderzijds zien we ook moeheid, bleekheid, moeilijk wakker worden, donkere wallen onder de ogen, neusirritatie waarbij kinderen steeds met hun hand de neus naar boven wrijven, depressiviteit, angst en slapeloosheid. Naast melk moeten we ook letten op tarwe, suikers engraan. Melk blijkt in vele gevallen toch de grote boosdoener.
ADHD=attention deficit hyperactivity disorder.
Symptomen: hyperactiviteit en ongeduld, kan geen moment wachten, wordt kwaad als men te laat op de afspraak komt, moeite met stil zitten. Dit zijn vaak symptomen van een teveel aan circulerend histamine. Door een kalktekort kan teveel histamine vrij komen, waardoor een allergie ontstaat en bovengenoemde symptomen ontstaan. Onderzoek in Nederland wijst ook in de richting dat voeding en vooral melk ADHD kan veroorzaken. Andere voedingsstoffen zijn tarwe, chocola en pinda’s.
Een teveel aan fosfor veroorzaakt moeheid en opvliegendheid. Ze bijten nogal eens van zich af omdat ze hun taak niet kunnen volbrengen en het gevoel hebben al erg veel te hebben gedaan. Denk in deze gevallen ook aan coca cola die veel fosfor bevat en agressiviteit kan geven. Bij ADHD kinderen vindt men regelmatig een tekort aan mineralen in het bloed, vooral calcium, zink en magnesium.
Te hoog fosfor gehalte in bloed veroorzaakt:
Hoewel melk zelf allergische reacties kan geven kan het ook de penicilline of aflatoxine (wat soms in de voeding van de koe zit) de oorzaak zijn. Urticaria, hooikoorts, astma en veelvuldig niezen kunnen het gevolg zijn.
Acne
Koeien die melk geven maken vrij veel progesteron, dat ook in de melk terechtkomt. Progesteron wordt omgezet in androgenen en deze kunnen acne nogal stimuleren. Dr. Fischer heeft dit onderzocht en gemerkt dat stoppen met melk drinken de acne weer deed verdwijnen.
Juveniele Rheumatische Artritis
De kinderarts Dr.J.Dan Baggett zag een duidelijke relatie tussen melkgebruik en bovengenoemde vorm van artritis. Volgens hem zat de oorzaak in een allergie voor melk. Eerder zagen we dat melk ook de streptococcus hemolyticus goed deed groeien. De keelklachten die dan ontstaan, zijn vaak de reden om de tonsillen te verwijderen. Bij 80 % van deze patiënten ontstaat volgens onderzoek later reuma, wat dus begrijpelijk is . Verergering van de artritis door melk zijn ook te vinden in de artikelen.
Juveniele Diabetes
Studies hebben aangetoond dat in koemelk een eiwit zit dat als antigeen werkt en het immuunsysteem van de pancreas aantast. Het blijkt de bètacaseïne te zijn. Deze stof is verantwoordelijk voor een auto-immuun reactie die leidt tot een vernietiging van de insuline producerende bètacellen in de pancreas, waardoor de diabetes type 1 ontstaat. Dit treedt vooral op bij baby`s en kinderen die al vòòr hun eerste jaar geheel of gedeeltelijk koemelk voeding kregen. In een Fins onderzoek bleek bij diabetische kinderen een sterk verhoogde hoeveelheid melk-proteïne-anti-lichamen te zitten. Zowel in Scandinavië als in Amerika (en nu ook in Nederland) neemt het aantal diabetici sterk toe. In al deze landen wordt zeer veel melk gedronken.
Gedrag en melk
Eerder vertelde ik u de relatie tussen melk en ADHD en het onderzoek in Nederland. In Washington zag men de relatie met een antisociaal gedrag. Juveniele delinquenten dronken wel 10 x zoveel melk als adolescenten met een gelijke achtergrond. De overgevoelig voor koemelk veroorzaakt dus naast een asociaal gedrag, gespannenheid, rusteloosheid, geïrriteerdheid, ontevredenheid, gekke gezichten trekkerij en concentratie problemen. Anderzijds zien we ook moeheid, bleekheid, moeilijk wakker worden, donkere wallen onder de ogen, neusirritatie, waarbij zij steeds met hun hand de neus naar boven wrijven, depressiviteit, angst en slapeloosheid. Naast melk moeten we ook letten op tarwe, suikers en graan. Maar melk blijkt in vele gevallen toch de grootste boosdoener.
Hart- en vaataandoeningen en melk
Melk bevat nogal wat zout en 60% van het vet is verzadigd. Als men van jongsaf aan veel melk drinkt, dan schijnt dit een negatieve werking op onze bloedvaten te hebben. Bij jonge mensen zag men in Amerika (soldaten) al symptomen van aderverkalking en was er een relatie met melkgebruik. Melk bevat veel cholesterol en een enzym xanthine oxidase (XO). Wanneer melk gehomogeniseerd wordt, veroorzaakt XO beschadiging van de arteriën. Door onverzadigde vetzuren, foliumzuur, MSM, vitamine B12 en B3 te gebruiken en melk te laten staan daalt het cholesterolgehalte en nemen hartklachten af.
Twee glazen melk bevat evenveel cholesterol als 3 ons biefstuk, dus vlees is ook niet ongevaarlijk.
In het tijdschrift Circulation 1993 staat een onderzoek waarin duidelijk de relatie wordt beschreven tussen melk, melk producten en het voorkomen van hart en vaataandoeningen en sterfte hieraan. Doordat melk ook de opname remt van vit. B12, kan het homocysteïne in bloed gaan stijgen, waardoor meer kans op arteriosclerose ontstaat.
Andere aandoeningen in relatie met melk
Osteoporose: het is nu wel begrijpelijk dat melk onze kalkhuishouding niet aanvult maar juist afbreekt. Dit wordt vooral veroorzaakt door het hoge fosforgehalte en de eiwitten.
De grote hoeveelheid eiwitten in melk zorgt voor een verhoging van de zuurgraad in het bloed. Dit wordt door calcium in evenwicht gebracht, wat weer stimulerend werkt op de botontkalking. De osteoklasten gaan harder werken, maar ook de osteoblasten om het bot weer te herstellen. De botaanmaak raakt echter uitgeput als de celdeling van de osteoblasten uitblijft door een tekort aan onder ander vitamine B12. Melk remt de intrinsic factor en daardoor de vitamine B12-opname. Voor de celdeling zijn naast vitamine B12 ook foliumzuur (open rug bij baby`s voorkómen), vitamine B6, vitamine E en mineralen nodig. De mineralen worden vooral in zuur milieu opgenomen, maar melk heeft een neutraliserend effect op het maagzuur.
De osteoblasten regelen de botaanmaak en hebben daar naast de vele mineralen ook vitamine D en K nodig. Een overmaat aan calcium wordt meest uitgescheiden (constipatie) of gaat in de zachte weefsels zitten. Daardoor zullen infusen met calcium geen effect hebben.
Als ons maagdarmstelsel niet goed functioneert en/of onze voeding tekort schiet, dan krijgen we een dunne huid en dunne botten.
Kanker en melk
In melk zitten oestrogenen en deze kunnen vooral borstkanker stimuleren, net zoals de pil dit kan doen. Vooral de Amerikaanse biochemicus professor Colin Campbell waarschuwt voor de gevaren van melk en het verkrijgen van borstkanker. Publicaties in de Lancet wijzen op de relatie tussen het groeihormoon (GH), insulin-like growth factor (IGF-1)in melk en kanker. Bij een verhoging van GH, zoals bij acromegalie bestaat, is een verhoogde kans op borst- en prostaatkanker. Een verhoging van het IGF-1 heeft dezelfde gevaren.
Deze twee stoffen schijnen door de pasteurisatie niet stuk te gaan en de groei van kankercellen te bevorderen. Een onderzoek in 1981 vermeldde al dat melk kanker van prostaat en colon kon veroorzaken.
Dat Nederland de langste vrouwen van de wereld heeft is waarschijnlijk het gevolg van de hoge melkconsumptie. Dit gebeurt nu ook in Japan. Nadat men daar ook melk is gaan drinken zijn de vrouwen gemiddeld 11,5 cm langer en 8,6 kg zwaarder geworden en zijn ze 3 jaar vroeger gaan menstrueren.
Leukemie en de melk.
In melk kan het bovine leukemie virus (BLV) zitten. Aan de koe is meestal niets te merken. Dit virus gaat niet dood bij de pasteurisatie van melk en kan bij de mens lymfatische leukemie veroorzaken. De oorzaak ligt enerzijds in een te grote belasting van ons weerstandsvermogen en anderzijds aan een verlaagde weerstand bij de mens. Vaak is er een tekort aan selenium, zink, vitamine B12, vitamine C en A en l-lysine. Deze combinatie helpt goed bij alle virale infecties. Door deze combinatie heb ik patienten hiermee beter gekregen.
Melk en het gebit
De meeste moeders denken dat melk het gebit versterkt, maar Dr Frances Castano, een onderzoeker van het gebit, constateerde juist een vernietiging ervan. Koemelk die in de mond blijft, wordt niet verwerkt, maar wordt zuur en is een goede voedingsbodem voor bacteriën in de mond. Deze commensalen zorgen voor plak-vorming op de tanden waardoor deze als het ware wegsmelten. Het duidelijkst was dit te zien bij kinderen die met een flesje melk naar bed gingen. Water is dan beter.
Vitamine B12, foliumzuur en de melk
Dr. Wright heeft een onderzoek gedaan bij astmatische kinderen en zag een relatie tussen melk en een tekort aan vit. B12. Baby’s en kleine kinderen knapten op door toediening van vit. B12 en stoppen met melk en melkproducten. Doordat melk het zuur bindt, worden vele mineralen niet opgenomen zoals zink, magnesium, calcium, mangaan, etc. Ook de intrinsic factor wordt geremd, waardoor vit. B12-opname slechter wordt. Indien de moeder tijdens de zwangerschap veel melk drinkt, gebeurt hetzelfde. Dit kan aanleiding zijn tot een vroeggeboorte, miskraam, ondergewicht van het kind en allergie van het kind na de geboorte.
Vit. B12 en foliumzuur zijn essentieel voor de celdeling ( waarschijnlijk vit. B6 in de vorm van pyridoxaal-5-fosfaat ook). Alleen foliumzuur geven om een open ruggetje te voorkomen kan een vit. B12 -tekort opwekken waardoor een miskraam ontstaat. Beide vitaminen dienen tijdens de gehele graviditeit gegeven te worden en er mag geen melk gedronken worden.
Andere indicaties om vit. B12 te geven zijn:
Bepaling van het vit. B12-gehalte in bloed heeft weinig zin omdat dit niets zegt over de concentratie in de weefsels.
Melk en het vrouwelijk geslachtsapparaat
In het boek Hormone Heresy van Sherrill Sellman schrijft zij dat melk een versterking geeft van het Pre -Menstrueel Syndroom, zoals buikkrampen, gevoelige borsten, myoom vorming, veel bloedverlies (kalk remt fluxus) en pijnlijke endometriosis.
Multiple sclerose en melk
In epidemiologische onderzoekingen blijkt een verband te bestaan tussen een hoge vetconsumptie en de kans op MS. Vooral verzadigd dierlijk vet blijkt een oorzaak te zijn. In hersenweefsel van MS-patienten is steeds een verhoogd gehalte aan verzadigde vetten gevonden.
Koemelk met een hoog verzadigd vetgehalte schijnt bij MS-patienten de excacerbaties te doen toenemen. Vooral kinderen die koemelk krijgen in plaats van borstvoeding hebben volgens een enquête bij 26000 MS-patienten in Amerika vaker deze aandoening. Deze correlatie werd ook gevonden in 21 andere landen.
Een onderzoek van Swank gedurende 35 jaar bij 150 MS-patienten gaf duidelijke aanwijzingen dat een dieet met weinig verzadigd vet significant minder verergering gaf dan diegenen die 20 gr. vet per dag aten. De laatste werden vaker ernstig invalide en 80 % overleed door verschillende oorzaken. Van de patiënten die zich aan het dieet hielden overleed 31%. De excacerbaties kwamen weer terug bij patiënten die het dieet stopten.
Een ander onderzoek toonde aan dat onverzadigde essentiële vetzuren beschermen tegen MS. In borstvoeding zit veel van het omega-6-vetzuur, wat in koemelk maar gering is.
Het gebruik van vis (door de omega-3-vetzuren) werkt beschermend tegen MS.
Er wordt ook een relatie gezien tussen veel melk drinken en amyotrofische lateraalsclerose. Ander onderzoek wijst op een relatie tussen zware metalen, multiple sclerose en ALS. Zink, selenium en andere mineralen drijven zware metalen ons lichaam uit, maar melk remt de mineraalopname.
Het Chronische Vermoeidheids Syndroom
Dit syndroom vindt zijn oorzaak in een allergie en/of darmstoornissen. Men heeft melk, granen en suiker vaak als schuldige gevonden. Naast ernstige moeheid, slapte van de spieren en moeizaam wakker worden, hebben deze patiënten diarree en/of bloedarmoede en chronische infecties. Zie ook mijn ervaring in begin van dit artikel.
Conclusie: koemelk is voor het kalf en moedermelk voor onze kinderen. De moedermelk bevat enzymen en onverzadigde vetzuren (indien ze voldoende aanwezig zijn in de voeding) die de hersenen van kinderen voeden. Dit is van belang voor ons denkvermogen. Maar daarom moeten we niet ons hele leven melk blijven drinken, want dan worden we een melkmuil. Een melkmuil blijft in zijn ontwikkeling stilstaan en wordt dus nooit volwassen.
Een groot deel van de blanke bevolking kan koemelk verdragen, maar de koemelk die we nu drinken is zo bewerkt, dat deze voor ons nog van weinig waarde is en zelfs schadelijk kan zijn. De volle melk direct van de koe geeft al veel problemen en de pasteurisatie of sterilisatie vermeerdert dit.
Producten van melk, zoals kaas, rechtsdraaiende yoghurt met lactobacillus en kwark zijn voor velen goed te verdragen, behalve als men allergisch voor melkproducten is.
Het is begrijpelijk dat er zoveel melk gedronken wordt, want de reclame stimuleert dit. Vreemd is het dat artsen, specialisten en vele mensen kwaad worden als de negatieve aspecten van koemelk op tafel komen. Waarom wil men dit niet horen? Is dat bedreigend en waarom dan? Al deze gegevens komen niet uit de alternatieve hoek, maar uit de reguliere medische wetenschap.
like mijn pagina
Alie Wouda Natuurpraktijk Aurora
Afspraak maken om artritis te genezen: info@natuurpraktijkaurora.nl
Cortisol wordt aangemaakt in de bijnieren als reactie op een angst- of stressprikkel. Dit mechanisme stamt af uit de tijd van onze verre voorouders. Bij een levensbedreigende situatie vergroot cortisol je energieniveau zodat je kunt vechten of vluchten. Daarom staat cortisol bekend als het stresshormoon.
Bij de meeste stressprikkels die je tegenwoordig ervaart is vechten of vluchten geen optie (denk aan een discussie, irritatie of werkdruk). Hierdoor wordt de aangemaakte cortisol niet gebruikt om te vechten of vluchten, waardoor dit zich blijft opstapelen in het lichaam. Tot de gevolgen van een hoge cortisolwaarde behoren een hoge eetlust, snelle veroudering, rusteloosheid, weinig energie en meer trek in koolhydraten.
Normaal zakt het cortisolgehalte ’s nachts waardoor je tot rust kunt komen. Wanneer deze waardes constant te hoog zijn gebeurt dit echter niet. Het gevolg is dat je niet in slaap kunt vallen of vaak wakker wordt.
Hoewel je misschien zou denken dat cortisol je meer energie geeft, kun je jezelf hierdoor juist erg moe gaan voelen. Een hoge cortisolwaarde kan de bijnieren namelijk uitputten. Hierdoor kun je chronisch vermoeid raken.
Cortisol zorgt ervoor dat lichaamsfuncties die niet nuttig zijn tijdens een vecht-of-vluchtreactie op een laag pitje worden gezet. Een voorbeeld hiervan is het immuunsysteem. Door een hoge cortisolwaarde ben je dan ook een stuk vatbaarder om ziek te worden.
De meeste receptoren voor cortisol bevinden zich in de buikstreek. Wanneer je cortisolgehalte hoog is, houd je daarom meer vet vast in dit gebied. Het lichaam denkt namelijk dat je deze energie hard nodig zult hebben tijdens een gevaarlijke situatie. Zelfs wanneer je gezond eet en regelmatig beweegt is het mogelijk dat je buikvet minder snel kwijtraakt als je hoge cortisolwaardes hebt.
Cortisol is verantwoordelijk voor het herstellen van de energiebalans in het lichaam. Hierdoor heb je bij hoge cortisolwaardes meer trek in suikers. Als je te veel suiker eet, schommelt de bloedsuikerspiegel waardoor je steeds opnieuw behoefte hebt aan suikers.
Er vindt een verandering van de bloeddruk plaats omdat het lichaam zich voorbereidt op een vecht-of-vluchtreactie. Wanneer dit blijft gebeuren, kun je een hoge of juist lage bloeddruk krijgen.
Cortisol veroorzaakt een verstoorde hormoonbalans. Wanneer deze waarde een lange tijd verhoogd is kan dit daarom zorgen voor een verminderd libido.
Doordat je veel stresshormoon aanmaakt ervaar je ook veel stress. Hierdoor kun je jezelf regelmatig overweldigd, angstig of paniekerig voelen.
De productie van serotonine wordt onderdrukt door cortisol. Doordat deze stof het humeur regelt, kan een laag serotoninegehalte je een negatieve stemming geven. Hierdoor kun je zelfs een depressief gevoel krijgen.
Je maag en darmen zijn heel gevoelig voor het stresshormoon cortisol. Wanneer je cortisolwaarde te hoog is, kun je klachten ervaren zoals misselijkheid, diarree, obstipatie, buikkrampen of brandend maagzuur.
De bijnieren kunnen uitgeput raken wanneer je lange tijd stress ervaart. Cortisol zorgt er namelijk voor dat de hoeveelheid prolactine in het lichaam toeneemt. Je ervaart hierdoor sneller pijnklachten, zoals pijn in de rug of het hoofd.
‘Verlaag jouw cortisolwaarde met deze 7 tips‘.
Afspraak maken? info@natuurpraktijkaurora.nl
De oorzaak van kanker is al 80 jaar bekend maar wordt bedekt gehouden of niet goed begrepen. Brian Peskin is een wetenschapper. Hij heeft de stand van zaken in de kankerwetenschap geanalyseerd en komt tot de conclusie dat kanker steeds vaker om zich heen grijpt. Het gros van de medische wetenschappers wil doen geloven dat kanker steeds beter te genezen is maar de werkelijkheid is dat er in het begin van de 21e eeuw miljoenen meer kankerdoden te betreuren zijn dan in het begin van de 20e eeuw. Leden van de mensheid krijgen vaker kanker; het is doodsoorzaak nummer 1 geworden.
Het idee wat kanker zou zijn klopt niet. De wetenschap heeft gedacht dat kanker een indringer was, een virus of bacterie, maar dat is niet waar. Gezonde lichaamscellen kunnen onder bepaalde omstandigheden in kankercellen veranderen. Dit heeft niets met genetica te maken. Diverse vooraanstaande genetici vinden het onzinnig om de oorzaak van kanker in de genen te zoeken. We kunnen hierbij het argument gebruiken dat in 1900 3% van de Amerikanen kanker kreeg en in het jaar 2000 40%. Deze enorme stijging van het aantal kankergevallen kan niet worden verklaard door genetische veranderingen; daar is eenvoudigweg de periode te kort voor. Dat er toch wetenschappers zijn die wauwelen over een borstkankergen komt omdat ooit een prestigieus menselijk genoomproject is gehouden wat miljarden heeft gekost. Ons menselijk DNA zou in kaart zijn gebracht, alhoewel het een totaal onbruikbare tweedimensionale kaart is van ons driedimensionale DNA. In ieder geval was één van de legitimaties om miljarden te verspillen aan het menselijk genoomproject: zo kunnen we kanker in de toekomst misschien genezen.
Voor het gros van de wetenschappers is de oorzaak van kanker onbekend. Het zou louter op toeval berusten of je kanker krijgt of niet. Maar dat beeld klopt niet. De oorzaak is bij het schrijven van dit artikel al ruim 80 jaar bekend. Kanker kan enkel en alleen ontstaan als het zuurstofmetabolisme in een lichaamscel dermate slecht functioneert dat de lichaamscel een tekort heeft van 35% zuurstof of meer. Dit werd ontdekt door nobelprijswinnaar Dr. professor Otto Warburg. Behalve de ontdekking van het zuurstofmetabolisme was Warburg de eerste die zag dat een kankercel een andere manier van in stand houden heeft dan een gewone lichaamscel. Een kankercel leeft door middel van fermentatie van suiker en een gezonde lichaamscel door het zuurstofmetabolisme.
Grote vraag is waardoor het zuurstoftekort in de cellen wordt getriggerd. Het antwoord hierop is kinderlijk eenvoudig. In het celmembraan, het omhulsel van een lichaamscel zitten normaal gesproken basis omega 3 en basis omega 6-vetzuren. Deze worden basis genoemd omdat deze stoffen niet door het lichaam kan worden aangemaakt. Het lichaam geeft de voorkeur aan basis omega 3 en 6 in de celwanden omdat dit hele sterke zuurstofaantrekkers zijn. Met andere woorden basis omega 3 en 6 werkt als portier voor zuurstofmoleculen. De afgeleide omega 3 en 6 werken als een uitsmijter; ze houden zuurstof tegen. Hierdoor kan het zuurstofniveau in een cel verlagen totdat het uiteindelijk zo laag is dat de cel zich omvormt in een kankercel. Warburg was eveneens de eerste wetenschapper die het zuurstofniveau van een cel kon meten, met behulp van de druk die een cel uitoefent.
Het is belangrijk om te begrijpen dat alleen de basis omega 3 en 6 gezond zijn, en niet de afgeleide omega 3 en 6. Dit onderscheid wordt door voeding- en supplementfabrikanten zelden gemaakt. De voedings- en supplementindustrie gebruikt helaas slechts afgeleide oliën, waardoor er gemakkelijk een teveel aan die oliën in het lichaam kan ontstaan; dat is een grote veroorzaker van Alzheimer, kanker en hart- en vaatziekten. Dat komt onder andere doordat het lichaam niet meer in staat is om de afgeleide zelf naar behoeven aan te maken; de balans is zoek. Afgeleide soorten of derivaten van omega 3 en 6, worden door het lichaam aangemaakt uit basis omega 3 en 6. Omega 3 uit visolie is geen basis omega 3 en moet je daarom nooit als supplement innemen; een teveel kan zelfs nare gevolgen hebben voor de hersenen. Brian Peskin zegt dat visolie nog slechter is dantransvetten.
In de tijd waarin Warburg zijn ontdekking deed, de jaren ’30 van de 19e eeuw, was het aantal kankergevallen stijgende. Daarnaast at men steeds minder basis omega 3 en 6 omdat de margarine aan zijn grote opmars begonnen was. Margarine is verharde plantaardige olie die is ontdaan van gezonde voedingsstoffen; ervoor in de plaats zijn ongezonde transvetten gekomen. Margarine, dus ook de plastic nepboter van Unilever waaraan ongezonde afgeleide omega 3 is toegevoegd, moet je niet kopen als je de gezondheid ter harte neemt. Datzelfde geldt voor frituurvet, bakproducten waarin plantaardige, verharde olie zit, supermarktkoekjes, goedkoop snoep, chocola, supermarktsauzen en voorverpakte maaltijden.
In zijn boek ´Het verzwegen verhaal van kanker´ legt Brian Peskin haarfijn uit waarom het innemen van basis omega 3 en 6 vetten kanker voorkomt én geneest. Hij gebruikt hiervoor talloze medische onderzoeken. Het is niet zo dat de medische onderzoeken erop uit waren om zijn inzichten te ondersteunen; veelal is de bevestiging van zijn inzichten het gevolg van een onverwachte bevinding in het onderzoek. In feite ondersteunen vele wetenschappers de visie van Otto Warburg, zonder zijn visie te kennen. Een van de oorzaken daarvan is dat alle groenten en fruit waarvan men weet dat ze kankerwerend zijn in relatief grote mate omega 3 en 6 vetten bevatten. Een andere bevinding is dit vrijwel alle eetbare oliën zijn getest
op hun werkzaamheid tegen kanker. Walnootolie werd bijvoorbeeld toegevoegd aan het menu van mensen die chemotherapie deden. Vrijwel alle mensen die walnootolie aten, bleken grotere kans op genezing te hebben. Dat geldt niet alleen voor walnootolie maar nog voor minstens 11 andere oliën. De wetenschappers concluderen echter niet dat het de omega 3 en 6 vetten zijn die voor positieve resultaten zorgen. Van elke olie, groente en fruitsoort werd gespeculeerd dat het steeds andersoortige polyfenolen waren die voor de antikankerwerking zorgen. Ten eerste is het wetenschappelijk gezien bijzonder vreemd om te speculeren en ten tweede hebben wetenschappers er blijkbaar nooit aan gedacht om een gemeenschappelijke factor te onderzoeken; het overzicht tussen onderzoeken is hen blijkbaar duister.
Behalve kankeronderzoeken analyseren komt Peskin tot de conclusie dat de theorieën over hart- en vaatziekten niet kloppen. Er wordt door de mainstream wetenschap ervan uit gegaan dat vetten niet goed zijn. Dat beeld klopt niet erg. Essentiële vetten kunnen positief werken bij hart- en vaatziekten en transvetten of visolie is uitermate slecht. Door alle vetten over één kam te scheren gooit de wetenschap waardevolle, oeroude kennis over gezonde vetten zoals zwarte komijnolie, zonnebloemolie, walnotenolie, sesamolie, hennepzaadolie, druivenpitolie, saffloerolie, pompoenolie, teunisbloemolie, bernagie-olie en kokosolie weg alsof het niets is. In deze oliën zitten waardevolle basis omega 6 en omega 3 vetzuren. Een ander misverstand in de wetenschap is dat omega 6 slecht is; het zijn afgeleide producten of derivaten van basis omega 3 en 6 die slecht zijn, niet de biologische oliën. Het is belangrijk om biologische oliën te kopen omdat deze geen pesticiden bevatten en zonder verhitting zijn geproduceerd.
Het boek ´Het verzwegen verhaal van kanker´ is heel begrijpelijk geschreven. Dat geldt vooral voor deel 1 en deel 2. Het boek is opgebouwd uit drie delen. Het derde deel is eveneens zeer leesbaar maar dit beslaat slechts technisch wetenschappelijk achtergondinformatie. Verder zijn er 150 pagina´s aan bijlagen in het boek opgenomen. Deze gaan nog dieper in op onderdelen van de materie. Dit gedeelte is meer waardevol voor artsen, oncologen en wetenschappers om te lezen. In het boek heeft de Nederlandse uitgever succesboeken.nl een verklarende woordenlijst opgenomen zodat gebruikte medische begrippen helder worden.
Je voelt je een beetje lusteloos en je hebt een bleke huid. Beide duidelijke signalen van een ijzertekort in je lichaam. Een afspraak met de huisarts is dan snel gemaakt en na een kuur met ijzerpillen ben je snel weer de oude.
Het is allemaal zo gemakkelijk, dat we er eigenlijk helemaal niet bij stilstaan dat we dit probleem beter kunnen voorkomen.
In dit artikel ontdek je alles over een ijzertekort, de oorzaken, gevolgen en hoe te voorkomen!
IJzer speelt een hele belangrijke rol in je lichaam, en speciaal voor je bloed. Laten we allereerst even op een rijtje zetten welke rol ijzer speelt in je lichaam:
IJzer is een metaal wat uiteraard niet door het lichaam zelf aangemaakt wordt. Je moet het dus dagelijks in je voedingspatroon opnemen. Afhankelijk van je geslacht en je lichaamsbouw, heb je dagelijks een hoeveelheid van 8 tot 15 milligram ijzer nodig (1). Vrouwen die zwanger zijn hebben nog wat meer nodig.
Als je je niet aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid houdt, zal je ijzervoorraad gaan dalen tot het moment dat er écht een tekort ontstaat. Directe gevolgen zijn dan algemene lusteloosheid en moeheid door het minder efficiënt kunnen vervoeren van zuurstof in het lichaam. Dit, samen met de verminderde weerstand, kan zorgen voor verschillende kwaaltjes die vaak op zichzelf staand worden gezien, maar duidelijke signalen zijn voor een ijzertekort. Maar hierover later meer.
IJzer is dus erg belangrijk voor je lichaam. Om beter te kunnen begrijpen wat je hieraan kunt doen, is het belangrijk om kennis te hebben van de oorzaken van een ijzertekort.
Allereerst even het verschil tussen de geslachten in verband met ijzertekort. Vrouwen, en dan met name als ze zwanger zijn, hebben over het algemeen een grotere behoefte aan ijzer dan mannen. Zwangere vrouwen moeten natuurlijk dit belangrijke metaal delen met het ongeboren kindje!
Ook de menstruatie van de vrouw speelt hierin een grote rol. Bij dit maandelijkse bloedverlies moet er nieuw bloed aangemaakt worden, waar natuurlijk extra ijzer voor beschikbaar moet zijn.
Natuurlijk krijg je last van ijzertekort als je niet genoeg ijzerhoudende voeding eet. Denk hierbij aan bepaalde groenten, vlees, vis en brood. Hier komen we straks op terug. Naast een ijzertekort door een verkeerd voedingspatroon, kan een tekort aan dit metaal ook ontstaan door andere oorzaken. Laten we deze even op een rijtje zetten:
Een tekort aan ijzer wordt vaak pas vastgesteld na een onderzoek door de huisarts. Logisch, maar je kunt zelf al heel veel herkennen aan jezelf. Er zijn namelijk verschillende kwaaltjes die vaak op zich worden gezien en verder geen aandacht aan besteed wordt. Maar als je verder kijkt, dan zijn veel kwaaltjes een duidelijk signaal dat er een tekort aan ijzer in het lichaam is (2):
Om voldoende ijzer binnen te krijgen, tenminste op een natuurlijke manier, is een gezond en gevarieerd voedingspatroon van groot belang. Alweer een reden om goed te eten! Voor wie dus regelmatig groente en fruit eet, aangevuld met vis, vlees en noten, voorziet automatisch in de ijzerbehoefte van het lichaam.
Kijk eens kritisch naar je eigen voedingspatroon, en check het met het volgende lijstje om helemaal zeker te zijn dat je regelmatig ijzerhoudend eten op het menu hebt staan:
*Melkproducten neem ik zelf niet omdat er zat alternatieven zijn!
Om het ijzer op te kunnen nemen in je lichaam, heb je ook nog eens vitamine C nodig. Zonder vitamine C kun je ijzer eten wat je wilt, maar zal het maar mondjesmaat door het lichaam opgenomen worden. Iedere dag een versgeperste sinaasappel is al voldoende. Maar vitamine C kun je natuurlijk ook vinden in peren, appels, druiven en alle het andere verse fruit.
Vitamine C is niet alleen belangrijk voor de opname van het ijzer, maar is in het algemeen van groot belang voor je lichaam.
Mensen die een ijzertekort hebben naar aanleiding van bijvoorbeeld een chronische ziekte kunnen teruggrijpen op ijzersupplementen die door een arts voorgeschreven kunnen worden. Juist deze ijzersupplementen zorgen voor de broodnodige extra aanvoer van ijzer waardoor het lichaam beter kan functioneren, ondanks de chronische ziekte.
Een nadeel van deze supplementen is het feit dat het een grote belasting is voor je maag. Mochten hierdoor problemen ontstaan, dan kan je behandelend arts ook besluiten om ijzer toe te dien via een intramusculaire injectie. Nadeel hiervan is weer dat er regelmatig gecontroleerd moet worden om het ijzer op peil te houden.
Zoals je uit dit artikel begrepen hebt zijn er, naast de bekende moeheid en de bleke huid, veel signalen die kunnen duiden op een ijzertekort. Negeer deze signalen niet en onderneem actie door een afspraak met je huisarts te maken. Of beter nog: pas je voedingspatroon aan zodat een ijzertekort niet eens de kans krijgt in je lichaam!
Alie Wouda
afspraak maken? info@natuurpraktijkaurora.nl