voorkomt hongergevoel doordat het de bloedsuikerspiegel normaal houdt
helpt bij overgewicht
Atriplex Halimus
Veel mensen zijn min of meer verslaafd aan chocolade en andere zoetigheden. Deze eetgewoontes beïnvloeden de bloedglucosespiegel en zorgen voor overgewicht. Voor deze mensen, die zich dikwijls ook vermoeid voelen, is Glucobalans een goede oplossing, in combinatie met een aantal dieetmaatregelen en voldoende lichaamsbeweging.
In de zorgvuldig uitgebalanceerde formule van Glucobalans spelen het kruid Atriplex halimus en het mineraal chroom de hoofdrol. Zowel chroom als Atriplex helpen om een hongergevoel te voorkomen doordat ze de bloedglucosespiegel normaal houden en ze de drang naar zoetigheid verminderen. Atriplex is rijk aan essentiële mineralen zoals kalium, chroom, mangaan, selenium, boron, zwavel, fosfor, lithium en magnesium; voedingsstoffen die de alvleesklier helpen bij de productie en werking van insuline.
Ook bekend als: Melde
Gebruikte delen: Bladeren en Wortels
Bevat veel Vitaminen, mineralen en sporenelementen
Eigenschappen
Reguleren van de bloedsuikerspiegel
Pre-menstruele stabilisering bloedsuikerspiegel
Vermindert behoefte aan zoet
Toepassing
Ouderdomsdiabetes
Hypoglycemie
Pre-menstruele fluctuaties bloedsuiker
Beheersing gewicht en zoetbehoefte
(* beter niet gebruiken bij zwangerschap, borstvoeding, ernstige nier- leveraandoening)
Inleiding
Wie de engelwortel eenmaal heeft gezien, vergeet deze plant nooit meer. Het is een hele grote, forse plant met een stevige stengel en grote bladeren. De bloemen zijn geelgroen en staan in schermen; de wortel heeft een kruidige, aromatische geur en een zeer specifieke smaak. Het Latijnse woord “angelica” komt oorspronkelijk uit het Grieks: “angelos” dat “boodschapper” betekent. Heel vroeger werd deze plant “engelenplant” genoemd omdat men dacht dat de plant hemelse geneeskracht bezat. Volgens een legende zou de geneeskracht van deze plant door een engel aan de mensen zijn getoond. De toevoeging “archangelica” betekent “aartsengel”.
Meestal groeit de engelwortel in een vochtige omgeving, bij voorkeur aan het water. De verse stengel, de vruchten en de wortels bevatten stoffen die de natuurlijke afweer die de huid tegen de zon heeft, teniet doen. Daarom is het aan te raden na elke aanraking met deze plant de handen te wassen of van tevoren handschoenen aan te doen. De gekonfijte stengel van de engelwortel gebruikt men bij het maken van gebak en bij het bereiden van alcoholische dranken, onder andere bij de bereiding van Benedictine. Vroeger pasten geneesheren de gekonfijte stengels toe als een tonicum, teneinde de energie te verhogen en de kans op infecties te verkleinen.
Volksgeneeskunde
Als medicinaal kruid werd de engelwortel pas in de 15e eeuw populair. Nicolas Culpeper schreef in 1653 “vocht dat uit de wortel gedistilleerd is verlicht alle pijnen en kwellingen afkomstig van koude en wind”. Men gebruikte de wortel in die tijd voornamelijk bij hysterie, epilepsie, “duivelse ziekten” en bezetenheid. Aan Angelica schrijft men tal van eigenschappen toe, met name spasmolytische, diuretische, diaphoretische, carminatieve, expectorerende, aromatische en ontstekingsremmende. Deze eigenschappen zijn min of meer afkomstig van de latere toepassingen van de plant. Werd de plant in het begin vooral gebruikt bij de behandeling van psychische aandoeningen, later werd engelwortel veel meer gebruikt om de spijsvertering te versterken, bijvoorbeeld bij maagkrampen, gasvorming, dyspepsie, anorexia nervosa, nerveuze gastritis, zweren. Ook bij een pijnlijke menstruatie en nerveuze slapeloosheid gaf men engelwortel. Men dacht bovendien dat engelwortel een goed diureticum was, wat onderzoek later ook zou bevestigen. Daarnaast adviseerden deskundigen de plant bij ontstekingen van de luchtwegen, astma en reumatische klachten.
Werking
Werkzame bestanddelen:
Etherische oliën (wortel: 0.35%-1%, vrucht: 1.5%) als fellandreen, pineen en cymeen, cumarinen en furocumarinen als (0.08%), bergapteen, xanthotoxine, umbelliprenine, organische zuren, valeriaanzuur, looistoffen, bittere iridoïden, bitterstof, flavonoïden, suikers (glucose, fructose, sucrose), hars, vette olie (in vrucht: 17%).
Werkingsmechanisme
Bitterstoffen zetten de doorbloeding aan en zorgen ook voor een betere opname van voedingsstoffen, etherische oliën werken als aromaticum, carminativum en spasmolyticum; organische zuren hebben een sedatieve en darmregulerende werking. Ook kent men diuretische en ontstekingsremmende eigenschappen aan de plant toe.
In dierstudies is een antibacteriële werking aangetoond tegen onder andere Escherichia coli, Bacillus subtillus, Streptococcus faecalis, Salmonella typhi. De engelwortel heeft daarnaast fungicide (zwam- en schimmeldodende) eigenschappen.
Contra-indicaties
Angelica kan fotosensibele reacties provoceren door de concentratie furocumarinen. Zeer hoge doses kunnen door de cumarinen interfereren met anticoagulantia. Gebruik van Angelica kan de menstruatiecyclus beïnvloeden. Ook een mogelijk abortieve werking wordt bij gebruik van de plant genoemd (bij hoge doses).
Bijwerkingen
Angelica bevat furocumarinen waardoor bij uitwendig contact met de plant huidirritaties en fototoxiciteit kunnen optreden. De huid kan extra gevoelig worden voor UV straling en ontsteken. Langdurig zonnebaden of intensieve UV bestraling (zonnebankkuur) worden bij gebruik van Angelica ontraden. Etherische olie blijkt door stoomdistillatie geen furocumarinen bevatten; de olie -welke uit de vrucht en de wortel wordt bereid- geeft geen huidreacties.
Ook bekend als: Cascada sagrada
Gebruikte delen: Bast
Amerikaanse vuilboombast (Rhamnus purshiana, Cascara sagrada)
De bast van de Amerikaanse vuilboom bevat 1,8-dihydroxyanthraceen-derivaten, welke een laxerend effect hebben door het versterken van de darmperistaltiek en het versnellen van de darmpassage, waardoor minder indikking van de feces plaatsvindt. De hoofdtoepassing is bij (chronische) constipatie. Cascara sagrada wordt daarnaast toegepast bij detoxificatie- en reinigingsprogramma’s. Als bijwerking kan het milde maagdarmkrampen veroorzaken. In dat geval kan de dosis verlaagd worden. Cascara sagrada mag niet worden gebruikt bij darmobstructie, zweren in maag of duodenum, darmontstekingen (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, appendicitis), tijdens zwangerschap en lactatie en is ongeschikt voor kinderen onder 12 jaar.
Eigenschappen
Bevordert darmperistaltiek
Laxerende werking
Maakt darminhoud zachter en versnelt darmpassage
Stimuleert dunne en dikke darm
Toepassingen
Bevorderen van een goede stoelgang
(Chronische) Obstipatie
Reinigingskuur
Ontgiftiging
(* niet gebruiken bij zwangerschap, maag- en darmzweer, kinderen < 12 jr.)
De plant Rhamnus frangula
Rhamnus frangula L., ook Frangula alnus genoemd, is een tot 6 m hoge heester of kleine boom, die tot de familie der Rhamnaceae behoort en algemeen voorkomt in loofbossen en langs sloten en moerassen in nagenoeg geheel Europa, West- en Centraal-Azië en Noord-Afrika. De takken zijn glad, grijsbruin met witachtige plekjes, zogenaamde lenticellen op de schors. De bladeren staan verspreid en zijn gesteeld, enkelvoudig, elliptisch. De bloemen zijn vijftallig, groenachtig-wit. De vrucht is een steenvrucht, die eerst groen is, daarna rood en tenslotte blauwzwart. Rhamnus frangula bloeit de hele zomer, zodat bloemen en vruchten van verschillend ontwikkelingsstadium gelijktijdig aangetroffen worden.
Aan de groeiplaats worden geen hoge eisen gesteld; wel moet deze voldoende vochtig zijn, beschaduwd en liefst rijk aan humus. Al kan hij ook wel op zeer droge plaatsen, b.v. tegen steile rotswanden, in nauwe, waterarme spleten groeien. De plant is te vermeerderen door stekken van takken, die genomen worden van ongeveer 6 jaar oude planten of door uitzaaien op een zaaibed.
Naam, etymologie van Vuilboom
Rhamnus cathartica L., die in ons land vrij zeldzaam voorkomt in bosachtige streken en in de duinen. Dit voorkomen van doornen, die echter ontbreken bij Rhamnus frangula, schijnt tot de naam Rhamnus geleid te hebben. Het Keltische woord “ram” betekent namelijk doornstruik. Het woord frangula is afgeleid van het Latijnse “frangere, breken en heeft betrekking op de breekbaarheid van het hout. De Nederlandse naam vuilboom houdt verband met de onaangename geur van de verse bast, al wordt er ook wel eens beweerd dat deze naam te maken heeft met het laxerend effect, zeg maar het vuil wordt uitgescheiden.
Gebruikte delen: Rhamni Frangulae (Cortex of de vuilboomschors)
Verschillende soorten van het geslacht Rhamnus zijn gedoornd, zoals de Wegedoorn. In onze Pharmacopee is de Rhamni Frangulae Cortex opgenomen. Hieronder wordt verstaan de bast van stam en takken van Rhamnus frangula L. De vuilboombast is een bekend laxeermiddel, dat wat zijn werking betreft, gelijkwaardig is met de veel gebruikte bast van de in Noord-Amerika groeiende Rhamnus purshiana.
Om de identiteit vast te stellen beschrijft de Pharmacopee een aantal macroscopische, microscopische en chemische kenmerken. De meest karakteristieke macroscopische kenmerken zijn de donkerrode kleur, die zichtbaar wordt na afschrapen van de buitenste kurklagen en het dof roodbruine of oranje inwendige oppervlak De Pharmacopee noemt de volgende organoleptische kenmerken: reuk kenmerkend, smaak een weinig zoet en enigszins bitter.
Merkwaardig is dat in tegenstelling met andere planten, de vuilboombast niet eerder dan 1 jaar na het verzamelen mag worden gebruikt. De bast wordt in het voorjaar ingezameld van 3-4 jarige planten, de bast van stam en takken laat dan het gemakkelijkst los en het gehalte aan antrachinonen is in het voorjaar het hoogst.
Historisch gebruik
Historische gegevens over het gebruik van Rhamnusbast als laxeermiddel zijn nogal schaars. Voor het eerst wordt hierover iets vermeld door Petrus de Crescentiis, omstreeks 1300. De arts-botanicus Hieronymus Bock beschrijft in 1552 de vuilboom zonder iets over de laxerende werking te vermelden. Ook Dodoens geeft andere indicaties ‘Die bladeren van Rhamnus ghenesen dat wildt vier, ende bedwinghen die voorts etende sweeringhen, cleyn ghestooten ende daer op gheleyt’. P.A. Mattioli, de lijfarts van keizer Ferdinand I, kent de laxerende werking wel en schrijft in 1563 aan de “Frangula” nog allerlei andere gunstige eigenschappen toe, zoals versterking van de inwendige organen; ook zou het als middel tegen tandpijn bruikbaar zijn.
Hoewel de Rhamnusbast in de Pharmacopeeën van de meeste landen werd beschreven, bleef de toepassing in de wetenschappelijke geneeskunde beperkt. Tijdelijk, in de 17e en 18e eeuw, werd de vuilboombast gewaardeerd als goedkoop vervangingsmiddel van Rabarberwortel en werd daarom wel “Rhabarbarurn plebejorum”, armelui’s rabarber genoemd. In de volksgeneeskunde wordt dit geneesmiddel echter nog steeds toegepast. De geringe belangstelling van de officiële geneeskunde wordt niet alleen veroorzaakt door de concurrentie van andere plantaardige grondstoffen, die anthraglycosiden bevatten, zoals de reeds genoemde Cortex Rhamni purshianae en verder Aloë, Rhei Radix en Sennae Foliolum, maar vooral door het grote aantal synthetische laxantia, die door de farma-industrie in de handel worden gebracht.
Volgens Kroeber is de werking van de Rhamnus frangula-bast milder dan van de andere anthraglycosiden bevattende planten, zoals Aloë, Rheum en Senna, wat te danken is aan de vorming van een depot van de anthrachinonen in de darm, een langzame splitsing van deze stoffen in het alkalische darmsap en een vertraging van de uitscheiding door de urinewegen. Rhamnus frangula verdient ook de voorkeur boven andere laxeermiddelen, omdat gewenning of mislukken van de werking niet schijnt voor te komen. Bovendien is de werking pijnloos. Frangulabast is dus een goed middel tegen chronische obstipatie.
Onaangename bijwerkingen zijn wel te verwachten, wanneer de bast korter dan een jaar bewaard is. De vrije anthranolen, die dan nog aanwezig zijn, worden in de dunne darm geresorbeerd en geven aanleiding tot braken en buikkrampen.
Volgens Jaretzky werkt een afkooksel van de bast 4-5 maal sterker dan van de bladen. De vruchten werken minstens even sterk als de bast; het hout is weinig werkzaam. In de oudere Nederlandse apothekersboeken werden twee preparaten van Vuilboom opgenomen: Extractum Rhamni Frangulae aquosum siccum en Sirupus Rhamni Frangulae. De bast wordt ook in de vorm van thee gebruikt.
Ander gebruik
Behalve als laxans, wordt Frangula ook toegepast als galdrijvend middel, als anthelminthicum en in bloedzuivering ‘s thee. Ook de toepassing van aftreksels tegen huidziekten wordt in de literatuur vermeld. Merkwaardig is dat het volksgeloof de gelijktijdig braak verwekkende en laxerende werking van de verse bast verklaart, door aan te nemen dat de bast van de beneden naar boven geschild braak verwekkend, van boven naar beneden geschild laxerend zou werken. Vroeger vond de vuilboom ook toepassing op een geheel ander terrein. Het hout leverde, dank zij het geringe asgehalte, een prima kwaliteit houtskool, die gebruikt werd voor de bereiding van buskruit. In Duitsland wordt de vuilboom nog wel “Pulverholz” genoemd.
Nog weinig gebruik van antrachinonen
Vele planten met antrachinonen, Aloe, Vuilboom, Russische rabarber en Senna worden hedendaags nog weinig als laxeermiddel gebruikt.
Het medicinale gebruik van knoflook is van alle tijden. Niet voor niets wordt knoflook gezien als remedie tegen het verouderen; knoflook gaat ontegenzeglijk hart- en vaatziekten tegen, verbetert de doorbloeding van organen en weefsels, versterkt daarnaast het afweersysteem en beschermt het lichaam tegen toxische stoffen. Bovendien is knoflook een uitstekende remedie bij uiteenlopende infecties met virussen, bacteriën, schimmels en parasieten.
Knoflook is rijk aan unieke zwavelhoudende verbindingen, met als belangrijkste component alliine (S-allyl-L-cysteïnesulfoxide). Het (stabiele) alliine wordt door het enzym alliinase omgezet in allicine (diallylthiosulfinaat) op het moment dat verse knoflook wordt gehakt of gekneusd. Allicine, een zeer instabiele stof, wordt vervolgens snel omgezet in meer dan honderd werkzame metabolieten (thiosulfinaten). Goede knoflookpreparaten bevatten voornamelijk alliine, dat in de ingewanden en elders in het lichaam wordt omgezet in metabolieten met een sterke medicinale werking (allicine e.a). 1 Knoflook beïnvloedt factoren die een beslissende rol spelen in de pathogenese en progressie van atherosclerose. Knoflook zorgt voor afname van de totaal- en LDL-cholesterolspiegel en triglyceridenspiegel, toename van het gunstige HDL-cholesterol, afname van de fibrinogeenspiegel, verlaging van de arteriële bloeddruk, toename van de fibrinolyse, remming van plaatjesaggregatie en afname van de bloedviscositeit. Allicine en S-allylcysteïne beschermen endotheelcellen en LDL-cholesterol tegen oxidatie en remmen atherosclerose mede op basis van de antioxidantprotectie. Daarnaast remt knoflook het atherosclerotische proces rechtstreeks door het tegengaan van de vermeerdering van gladde spiercellen in atherosclerotische plaques en van vetophoping in de vaatwand. 2 Knoflookextract verlaagt de systemische bloeddruk bij hypertensie. Doordat knoflook (in-vivo) het enzym stikstofoxidesynthase in vaatendotheel stimuleert, neemt de productie van het vaatverwijdende stikstofoxide (NO) toe. De bloeddrukverlaging is voorts het gevolg van hyperpolarisatie van de gladde spiercellen in de bloedvaten en/of inhibitie van het openen van calciumkanalen in het spierweefsel. Inhibitie van angiotensine-converting enzyme (ACE), modulatie van de prostaglandinensynthese of beïnvloeding van het atheroscleroseproces speelt misschien ook een rol. 3 Knoflookextract (onder meer allicine, S-allylcysteïne en diallyldisulfide) heeft een sterke antioxidantwerking en biedt bescherming tegen lipidenperoxidatie, gaat de vorming van superoxide-anionradicalen tegen en vangt vrije radicalen weg. Daarnaast leidt inname van knoflook tot verhoging van de antioxidantenzymen catalase en glutathionperoxidase in het serum. 4 Knoflook stimuleert de activiteit van macrofagen, lymfocyten en natural killer cells. Door het remmen van de enzymen lipoxygenase en cyclo-oxygenase vermindert knoflook de ongecontroleerde vorming van ontstekingsbevorderende eicosanoïden (prostaglandines, leukotriënen en tromboxanen). 5 Knoflook heeft een zeer brede antimicrobiële activiteit en is effectief tegen grampositieve en gramnegatieve bacteriën, virussen, parasieten en gisten en schimmels waaronder Candida albicans. De toxineproductie door aanwezige micro-organismen wordt eveneens door knoflook tegengegaan. Eén mg allicine komt wat potentie betreft overeen met circa 15 IU penicilline. Ook tegen darmparasieten is knoflook werkzaam. Zo doodt allicine dysenterieverwekkende amoeben (Entamoeba histolytica) door het blokkeren van cysteïneproteïnasen en alcoholdehydrogenasen in de amoebe. 6 Allicine inactiveert de enzymen van pathogene bacteriën, virussen en schimmels door met de thiolgroep (SH- of sulfhydrylgroep) van het enzym te reageren. Zoogdieren hebben veel minder eiwitten met SH-groepen dan lagere organismen. In het menselijk lichaam beschermt glutathion de thiolgroepen daarom tegen beschadiging. Micro-organismen die gevoelig zijn voor knoflook zijn, door het diep ingrijpende werkingsmechanisme van knoflook, gelukkig niet in staat resistentie tegen knoflook te ontwikkelen. Uit in-vitro en in-vivo studies is gebleken dat knoflook het immuunsysteem versterkt, mede door de antioxidantwerking van knoflook. Allicine en talloze metabolieten waaronder diallylsulfide (DAS), diallyldisulfide (DADS) en gammaglutamyl-methylselenocysteïne (GGMSC) zijn hiervoor verantwoordelijk.
Di- en trisulfides en allylmercaptaan uit knoflook cheleren bovendien zware metalen zoals kwik, cadmium en lood. Niet onbelangrijk is dat bestanddelen in knoflook enzymen van de fase-II-detoxificatie induceren in de lever en andere organen, waardoor toxines beter worden afgebroken en uitgescheiden, en het lichaam wordt beschermd tegen sterk reactieve metabolieten uit de fase-I-detoxificatie. Knoflook beschermt de lever tegen toxische stoffen zoals aflatoxine, benzopyreen en acetaminophen. De werking van knoflook neemt sterk af wanneer verse knoflook verhit wordt.
Vanuit de volksgeneeskunde is bekend dat knoflook de spijsvertering ondersteunt, dysbiose tegengaat en de eetlust bevordert.
Knoflook kan de bloedglucosespiegel verlagen. Althans dat blijkt uit onderzoek bij dieren. Humane studies zijn minder eenduidig. Mogelijk verbetert knoflook de insuline-afgifte en zorgt het voor een tragere inactivering van insuline.
Indicaties * Cardiovasculaire aandoeningen (o.a. atherosclerose, coronaire hartziekte, beroerte, trombose, hypertensie). * Perifere doorbloedingsstoornissen (claudicatio intermittens, ziekte van Raynaud). * Hyperlipidemie, hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie. * Bacteriële, virale, schimmelinfecties en parasitaire infecties van de luchtwegen (o.a. bronchitis, astma, verkoudheid, sinusitis, longontsteking, keelontsteking). * Bacteriële, virale, schimmelinfecties en parasitaire infecties van het maagdarmkanaal (o.a. gastro-enteritis, diarree, dysenterie, candidiasis en parasitaire darminfecties). * Bacteriële, virale, schimmelinfecties en parasitaire infecties van de urinewegen (o.a. cystitis, candida). * Dyspepsie. * Leverdetoxificatie.
Contra-indicaties Wees voorzichtig met het gebruik van een allium sativum extract voor en vlak na een operatie en bij het gebruik van antistollingsmedicatie (zoals warfarine, indomethacine en aspirine), aangezien knoflook de bloedstolling vertraagt. Allium sativum extract is gecontra-indiceerd bij een overgevoeligheid voor knoflook en bij het gebruik van proteaseremmers tegen het HIV-virus. Knoflook kan de bloedspiegel van proteaseremmers namelijk aanzienlijk verlagen.
Bijwerkingen Soms leidt het gebruik van Allium sativum extracten (vooral in hoge doseringen) tot misselijkheid, duizeligheid, maagklachten of irritatie van de slijmvliezen in het maagdarmkanaal. Verlaging van de dosis verhelpt dergelijke klachten in de regel. Een allergische reactie is in principe mogelijk, maar is heel zeldzaam.
Interacties Let op bij het gebruik van bloedglucoseverlagende medicijnen (sulfonylurea), want in combinatie met knoflook kan de bloedglucosespiegel sterker dalen. Ook kan knoflookextract in theorie de werking van statines (cholesterolverlagende medicatie) en ACE-remmers (medicatie tegen hoge bloeddruk) versterken. Gebruik van hoge doses Allium sativum extract wordt bij het gebruik van genoemde medicatie voor de veiligheid afgeraden. Tot slot is bekend dat Allium sativum extract de werking van antibiotica potentieert.
Dosering Gebruik een dosering allium sativum extract overeenkomend met ongeveer 10 mg alliine. Hogere doses kunnen gedurende kortere perioden (bijvoorbeeld bij infecties) worden toegepast. Het is aan te bevelen allium sativum extract bij de maaltijd in te nemen.
Werking Knoflook is gezond. Het bevat onder andere de heilzame werkingsstof allicine, een belangrijk zwavelproduct voor ons lichaam. Omdat allicine zeer vluchtig is, gaat bij de bereiding helaas een groot deel van de gezonde kracht verloren. Dankzij een geavanceerd procedé bevat onze Allium sativum extract alle actieve ingrediënten uit knoflook, waaronder een zeer hoge dosering alliine die pas in de darm wordt omgezet in allicine. Daarom draagt dit supplement effectief bij aan een verantwoord cholesterolgehalte en heeft het een gunstige invloed op de bloeddruk. Zo weet u zeker dat uw cliënt optimaal profiteert van de gezonde werkingskracht van knoflook.
Belangrijkste kenmerken Allium sativum extract: * Goed voor het cholesterolgehalte * Ook gunstig voor de bloeddruk * Bevat alleen de meest actieve ingrediënten uit knoflook * Unieke enzymtechnologie
Contra-indicaties Wees voorzichtig met het gebruik van Allium sativum extract voor en vlak na een operatie en bij het gebruik van antistollingsmedicatie (zoals warfarine, indomethacine en aspirine), aangezien knoflook de bloedstolling vertraagt. Allium sativum extract is gecontra-indiceerd bij een overgevoeligheid voor knoflook en bij het gebruik van proteaseremmers tegen het HIV-virus. Knoflook kan de bloedspiegel van proteaseremmers namelijk aanzienlijk verlagen.
Bijwerkingen Soms leidt het gebruik van Allium sativum extract (vooral in hoge doseringen) tot misselijkheid, duizeligheid, maagklachten of irritatie van de slijmvliezen in het maagdarmkanaal. Verlaging van de dosis verhelpt dergelijke klachten in de regel. Een allergische reactie is in principe mogelijk, maar is heel zeldzaam.
Interacties Eventuele interacties kunt u opzoeken in onze interactiedatabase. Let op bij het gebruik van bloedglucoseverlagende medicijnen (sulfonylurea), want in combinatie met knoflook kan de bloedglucosespiegel sterker dalen. Ook kan knoflookextract in theorie de werking van statines (cholesterolverlagende medicatie) en ACE-remmers (medicatie tegen hoge bloeddruk) versterken. Gebruik van hoge doses Allium sativum extract wordt bij het gebruik van genoemde medicatie voor de veiligheid afgeraden. Tot slot is bekend dat Allium sativum extract de werking van antibiotica potentieert.
Adviesdosering Dagelijks 1 tablet tijdens of vlak na de maaltijd innemen. Hogere doses kunnen gedurende kortere perioden worden toegepast.
Synergisme Supplementen die naast Allium sativum extract, afhankelijk van de indicatie, ingezet kunnen worden zijn onder meer Prim-Omega, Vitamine E-400 complex, Alfa liponzuur 100 mg, antioxidanten (Santioxan), Chlorella en Darmocare Pro.
Oorsprong
De paardekastanje is een boom die zijn oorsprong vindt in Zuidoost Europa. In de 18e eeuw is de boom als sierboom naar Nederland gekomen. De extracten van kastanjes van deze boom bleken over geneeskrachtige eigenschappen te bezitten. De stof die verantwoordelijk is voor de meest gunstige eigenschappen is aecine.
Aesculus hippocastanum (Paardenkastanje)
Werkingsmechanisme
Het gebruik van paardenkastanje-extract is vooral effectief bij spataderen, oedeem in de benen, gezwollen benen en enkels en vermoeide,‘zware’ benen. Dit zijn de meest kenmerkende symptomen van veneuze insufficiëntie. Veneuze insufficiëntie is een aandoening van de bloedvaten. De bloedvaten zijn hierbij onvoldoende in staat het bloed terug te voeren naar het hart. De oorzaak ligt bij de aderkleppen die het bloed onvoldoende tegenhouden waardoor het in de aderen blijft staan. Vooral in de benen leidt dit tot problemen. De aderen rekken onder invloed van het bloedvolume uit waardoor spataderen kunnen ontstaan. De werking van de bloedvaten neemt hierdoor verder af. Verhoogde druk op de bloedvaatwanden zorgt tevens voor uittreding van vocht in de weefsels wat leidt tot oedemen en zwelling in benen en enkels.
Paardekastanje-extract stimuleert de afgifte van het vasoconstrictieve prostaglandine F2α (PGF-2α) welke zorgt voor vernauwing van bloedvaten door samentrekking van spiertjes in de bloedvaatwanden. Door de vasoconstrictie kan het bloed eenvoudiger teruggestuwd worden naar het hart. Hierdoor verbetert de bloeddoorstroming en vermindert de uittreding van plasma en leukocyten vanuit de bloedbaan in weefsels. Aecine vermindert de histamine- en serotonine-geïnduceerde capillaire hyperpermeabiliteit, waardoor zwelling en oedemen in de benen en enkels verminderen.
Verschillende onderzoeken onderschrijven het gunstige effect van paardekastanje-extract bij deze aandoening. Er zijn 14 Randomised Controlled Trials uitgevoerd waarin het effect van paardekastanje op veneuze insufficiëntie werd bestudeerd. 7 hiervan waren van hoge kwaliteit, waardoor de uitkomsten betrouwbaar en aannemelijk zijn. Alle studies bij elkaar onderschrijven een significant gunstiger effect van paardekastanje dan van placebo en suggereren een vergelijkend effect als het gebruik van steunkousen tegen zwelling en oedeem.
Er traden significante verbeteringen op van onderbeenomtrek, beenvolume en de symptomen van pijn in het been, jeuk en het gevoel van vermoeide en ‘gespannen’ benen bij het gebruik van paardekastanje-extract in vergelijking met placebo. Onderzoeken waarbij paardekastanje-extract wordt vergeleken met rutine, een in Duitsland toegepast middel bij de behandeling van veneuze insufficiëntie, laat aanwijzingen zien dat paardekastanje-extract tot gelijke resultaten kan leiden. Ook in vergelijking met steunkousen, in Nederland veel toegepast bij veneuze insufficiëntie, lijkt paardekastanje-extract dezelfde effecten te hebben.
Geen noemenswaardige bijwerkingen bij het gebruik van paardekastanje zijn gevonden.
Voor een aantal gevallen is bij het gebruik van paardekastanje-extract extra voorzichtigheid geboden. Dit geldt vooral bij kinderen en volwassenen met diabetes. Bij deze groep kan paardekastanje-extract mogelijk de kans een hypoglycemie vergroten. Paardekastanje-extract gaat de normale verhoging van het serumglucoseniveau wanneer glucose wordt ingenomen tegen. Hierdoor kan paardekastanje, theoretisch gezien, het effect van medicijnen die een hypoglycemie kunnen veroorzaken, zoals de diabetesmedicatie insuline of metformine, vergroten. Ook door gelijktijdig gebruik van paardekastanje-extract met kruiden die bloedsuikerverlagende eigenschappen hebben zoals bittermeloen, Panax ginseng en Amerikaanse ginseng, kan de kans op een hypoglycemieën toenemen. Dit effect is echter nog niet bij mensen waargenomen.
Ten slotte zijn er nog enkele andere interacties van paardekastanje-extract met geneesmiddelen bekend. Anti-angiogene geneesmiddelen (middelen gebruikt voor de behandeling van kanker) zijn erop gericht de groei en nieuwvorming van bloedvaten te normaliseren met als doel de uitzaaiing van tumoren tegen te gaan en de voorziening van antikankergeneesmiddelen bij de tumor te vergroten. Omdat paardekastanje-extract ook invloed heeft op de bloedvaten en de vasculaire permeabiliteit vermindert, is gebruik van paardekastanje-extract niet aan te bevelen bij dergelijke kankermedicatie, of anders uitsluitend op advies van een gespecialiseerd en ervaren arts.
Anticoagulantia, antiplatelet medicatie en NSAID’s kunnen, wanneer zij worden gecombineerd met ongezuiverd paardekastanje-extract, het risico op bloedingen verhogen. Klinische onderbouwing van deze aanname ontbreekt. Over het algemeen zijn de extracten van paardekastanje goed gezuiverd waardoor deze interactie niet waarschijnlijk is.
Werking
Aesculus hippocastanum draagt bij aan een normale bloedsomloop en ondersteunt de conditie van de vaatwand.
De zeer strenge kwaliteitscontroles bij Bonusan zijn een garantie voor de hoge kwaliteit, goede opneembaarheid en zuiverheid van dit product.
Contra-indicaties
In de aangegeven dosering zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Bijwerkingen
Voor zover bekend zijn bij het gebruik van Aesculus hippocastanum in de aangegeven dosering geen bijwerkingen waargenomen.
Interacties
Interacties met reguliere of natuurgeneesmiddelen zijn mogelijk. Raadpleeg hiervoor een deskundige.
Werking
Angelica archangelica (engelwortel) is een heilzame plant die de gehele spijsvertering ondersteunt. Het is zeer goed bij een vol gevoel in de maag en als men gedurende lange tijd winderig is. Het bevat bitterstoffen, etherische oliën (onder andere pineen, limoneen, angelicine), looistoffen en coumarinen. Angelica is eetlustopwekkend, versterkend voor de spijsvertering en beschermt tegen ongunstige invloeden van buitenaf.
Angelica kan als simplex ingezet worden ter ondersteuning, of als aanvulling gebruikt worden in andere samenstellingen. Om optimale kwaliteit en werkzaamheid te garanderen, gebruikt Bonusan voor dit product uitsluitend de zuiverste grondstoffen.
werking – lichamelijk:
wekt de eetlust op, versterkt maag, darmen en zenuwen;
werking – geestelijk:
een heel geschikte olie voor angstige en verlegen mensen.
Als je zelfbeeld tot een dieptepunt is gezakt en je door angst bent dichtgeklapt, kan angelica je helpen de moed te vinden om zoveel zelfvertrouwen op te bouwen dat je weer in contact komt met je bron.
De angelicawortel is pure aardekracht.
Contra-indicaties
Niet gebruiken bij een bestaande overgevoeligheid.
Bijwerkingen
Voor zover bekend veroorzaakt Angelica archangelica in de aangegeven dosering geen bijwerkingen.
Achtergrond info
Engelwortel is een twee- tot driejarige plant met witte bloemschermen en een holle stengel die twee tot 3 meter hoog kan worden. De oorsprong van de plant is niet duidelijk. De ene zegt Noord-Europa, de andere Klein-Azie. In het wild komt deze plant voor zowat over heel Europa.
In het verleden werd engelwortel vaak gebruikt voor het afweren van boze geesten. Dit zou een verklaring kunnen zijn waarom in zowat elke europese taal het woord ‘engel’ in de naam voorkomt.
In de fytotherapie wordt engelwortel vooral gebruikt bij spijsverteringstoornissen, winderigheid, maagzweren, gastritis, enteritis en als eetlustopwekkend middel o.a. bij anorexia.
In de keuken wordt engelwortel vooral in gekonfijte vorm gebruikt. Ook de likeurindustrie maakt vaak gebruik van engelwortel (o.a. in vermouth).
Interacties
Interacties met reguliere of natuurgeneesmiddelen zijn mogelijk. Raadpleeg hiervoor een deskundige.
Adviesdosering
3 tot 4 maal daags 15 tot 20 druppels.
Synergisme
Goede combinatie met onder andere Calendula complex, Carduus marianus complex, Centaurium Rosmarinus complex, Chelidonium centaurium complex, Crataegus complex, Drosera complex, Melissa officinalis, Melissa complex, Myroxylon complex, Passiflora incarnata, Plantago major complex, Viscum album complex.
Naamgeving: Er zijn meerdere verklaringen voor de naam. Artemisia zou kunnen afstammen van het Griekse artemès(gezond), vanwege de vele geneeskrachtige eigenschappen van de soorten van dit geslacht. Een tweede mogelijkheid is dat de naam is afgeleid van de godin van geboorte en vrouwen Artemis Eileythyia (de planten werden gebruikt bij vrouwenziektes). Ook is wel geopperd dat Artemis is vernoemd naar koningin Artemisia van Halikarnassos in Karië, die voor haar echtgenoot een beroemd mausoleum liet bouwen. Absinthium (Grieks) is afgeleid van a (zonder) en psinthos(genoegen), m.a.w. geen genoegen, vanwege de bittere smaak.
Alsemkruid wordt al 3500 jaar gebruikt. Door de Romeinen werd het Absinthium genoemd, hetgeen ‘bitter’ betekent. Alsemkruid bevat vluchtige oliën (met name alfa- en bètathujon), sesquiterpeenlactonen, flavonoïden, glycosiden, fenolzuren en lignanen. Het kruid bevordert onder andere de inwendige reiniging.
Alsemkruid stimuleert daarnaast de eetlust en de spijsvertering, ondersteunt het behoud van een normale zuurgraad in de maag en kan ingezet worden bij een vol gevoel in de maag. Alsemkruid ondersteunt de leverfunctie en de vorming van gal (levertonicum).
Aan de knoppen van absintalsem wordt vanouds een geneeskrachtige werking toegeschreven. Het bittere aftreksel van deze knoppen vormt een belangrijk bestanddeel van de dranken vermout en (klassieke) absint. De smaakstoffen die daarbij een rol spelen zijn absinthine en het naar menthol ruikende terpeen thujon.
Inhoudstoffen: bitterstoffen waaronder; Amara-aromatica of aromatica-amara (planten met voornamelijk bitterstoffen en etherische olien
Let op:
niet geschikt voor kinderen onder de 7 jaar. Niet gebruiken tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding of bij een zweer in maag of twaalfvingerige darm. Alleen bedoeld als kuur. Thujon heeft een structurele verwantschap met tetrahydrocannabinol, de actieve stof in marijuana, beide stoffen bezetten dezelfde receptoren in de hersenen. Gelijktijdig gebruik van cannabis wordt dan ook afgeraden.
Aan mensen die gevoelig zijn voor epilepsie of hallucinaties dient het gebruik van alsemkruid afgeraden te worden, aangezien de oliebestanddelen een exciterend effect op het centraal zenuwstelsel hebben. Bij overdosering direct een arts waarschuwen (de remedie bij overdosering is diazepam of fenobarbital). Commission E betitelt alsemkruid als veilig; bijwerkingen betreffen bovenal de olie en alcoholdrank van alsemkruid (Absint) en niet het hele kruid of de bladeren.
Zoals alle alcoholhoudende dranken, kan absint bij langdurig en frequent gebruik leiden tot verslaving en zenuw- en hersenbeschadiging.
In 1915 werd de productie van absint in een aantal Europese landen verboden, want men verdacht het brouwsel ervan mensen tot waanzin te drijven. Zelfs bij het drinken in grote hoeveelheden, wat niet aan te raden is, kan men enkel rekenen op een stevige dronkenschap, en is het vooral het hoge alcoholpercentage (tot 75%) dat schadelijk kan zijn. Recentelijk mag het weer in de meeste Europese landen (waaronder nu ook Nederland) verkocht worden.
Het gebruik van Aloë Vera in de natuurgeneeskundige praktijk
Wat is Aloë Vera?
Aloë Vera is een plant, die al eeuwen wordt gebruikt vanwege zijn cosmetische en therapeutische eigenschappen. Ondanks zijn cactusachtige uiterlijk is Aloë Vera een plant, die behoort tot de familie van de lelies. Er groeien in de wereld meer dan 250 soorten Aloë. Hiervan worden twee soorten commercieel geteeld namelijk Aloë Barbadensis Miller en Aloë Arborescens Miller.
De bladeren van de Aloë plant groeien vanuit de basis in een rozet patroon. Volwassen planten kunnen een hoogte bereiken van 75 tot 140 centimeter. Een volwassen plant heeft gemiddeld 12 tot 16 bladeren, die per stuk wel 1,5 kilo kunnen wegen. De bladeren kunnen iedere 6 tot 8 weken geoogst worden, waarbij zorgvuldig per plant 3 of 4 bladeren worden afgesneden.
Aloë groeit het beste bij tropische temperaturen en kan niet tegen vorst. In de Verenigde Staten wordt de meeste Aloë geteeld in de Rio Grande Vallei van Zuid-Texas, in Florida en in het zuidelijke deel van Californië. Buiten de Verenigde Staten wordt Aloë geteeld in Mexico, de landen in en rond de Stille Oceaan van Taiwan tot en met Australië, in India, in delen van Zuid- en centraal Amerika, op de Caribische eilanden en in Afrika.
De geschiedenis van het gebruik van Aloë Vera
Aanvankelijk is Aloë vooral gebruikt als laxeermiddel. Het sap bevat namelijk alloïne, dat een laxerende werking heeft. De Egyptenaren gebruikten Aloë bovendien bij het balsemen van lijken. Aloë Vera gel werd voor het eerst commercieel op de markt gebracht in de jaren 50 en werd bekend als drank, vochtinbrengende gel en als belangrijk ingrediënt in cosmetica en supplementen. De resultaten van recent wetenschappelijk onderzoek hebben ervoor gezorgd, dat Aloë Vera op dit moment een van de belangrijkste natuurlijke supplementen is. De belangrijkste geneeskrachtige werkingen van Aloë zijn:
1 Het stimuleert de werking van het immuunsysteem.
2 Het heeft een ontsteking verminderende werking en een anti-histamine werking.
3 Het bevordert de genezing van wonden.
4 Het heeft een gunstige invloed op de werking van de spijsverteringsorganen. Onder andere heeft het een bloedglucose regulerende werking.
5 Het kan de werking van gangbare geneesmiddelen versterken, waardoor hiervan kleinere hoeveelheden nodig zijn.
Algemene informatie over werkzame stoffen en voedingsstoffen
Er is de laatste jaren aanzienlijke vooruitgang geboekt in het wetenschappelijke onderzoek naar de werking van Aloë. Aloë Vera is een van de best onderzochte natuurlijke ingrediënten. Sinds 1920 zijn er al meer dan 3000 artikelen gepubliceerd over de resultaten van onderzoek naar de werking van Aloë Vera. Er zijn ongeveer 200 biologisch actieve stoffen geïdentificeerd. Duidelijk is geworden, dat de geneeskrachtige werking van Aloë niet is terug te voeren op slechts 1 of enkele stoffen, maar dat het gaat om de totaliteit van alle stoffen samen.
Er zijn 7 groepen werkzame stoffen in Aloë aanwezig:
1 Plantaardige sterolen.
2 Natuurlijke salicylaten.
3 Het enzym bradykininase.
4 Een anti-histamine factor.
5 Planten hormonen van de auxine groep.
6 Planten hormonen van de gibberilline groep.
7 Het polysacharide glucomannaan.
Teelt, oogst en verwerking van Aloë. Belang van de juiste productiemethodes
Om de positieve eigenschappen van de Aloë Vera plant in het eindproduct te behouden is het totale productieproces van oogsten tot en met de uiteindelijke verwerking van uitermate groot belang. Om de biologische activiteit van de Aloë Vera te behouden moeten de producenten de bladeren oogsten en verwerken volgens een strikt procede. De belangrijkste factoren, die tijdens het gehele productieproces in de hand moeten worden gehouden zijn de tijdsduur van blootstelling aan lage en hoge temperaturen en de zorg voor hygiënische omstandigheden.
De bladeren beginnen verlies te vertonen aan biologische activiteit 6 uur na de oogst bij opslag bij normale temperaturen. Na 24 uur bij normale temperaturen is de biologische activiteit vrijwel helemaal verdwenen. Ook bij gekoelde opslag vindt achteruitgang plaats van de biologische activiteit. Deze achteruitgang is wel langzamer. De achteruitgang van de biologische activiteit vindt plaats door de werking van enzymen. Zodra het gel uit de bladeren is gehaald, is het gel stabieler dan de intacte bladeren. Ook als de bladeren gekoeld worden vervoerd en opgeslagen, moet de productie binnen 36 uur na het oogsten gereed zijn.
Microbieel bederf is de tweede belangrijke oorzaak van achteruitgang van de biologische activiteit. Micro organismen kunnen het gel besmetten op de plaats waar de bladeren worden afgesneden en door beschadigingen die ontstaan tijdens het oogsten en vervoeren. Omdat op het oppervlak van de bladeren veel micro organismen aanwezig zijn, worden de bladeren na het oogsten ontsmet met behulp van een voedingsmiddelen kwaliteit ontsmettingsmiddel.
Verschil tussen producten gemaakt van het binnenste van de bladeren en producten gemaakt van het hele blad inclusief de schil
Er worden van de Aloë bladeren 2 verschillende soorten producten gemaakt. Een wordt gemaakt van het binnenste van de bladeren. Hiertoe worden de bladeren in de lengte doorgesneden, waarna met de hand of mechanisch het binnenste deel van de bladeren gescheiden wordt van de schil (gel fileren). Het zo verkregen gelvormige materiaal wordt gemalen. Hierdoor ontstaat een waterige vloeistof, waarin kleine vezeldeeltjes zichtbaar zijn. Soms wordt het gefileerde materiaal slechts weinig gemalen waardoor een sap wordt verkregen met grovere deeltjes. Dit sap heeft een beetje het uiterlijk van versgeperst sinaasappelsap zonder kleur.
Bij de tweede soort producten worden de bladeren in zijn geheel fijngemalen, waarna het sap eruit geperst wordt. Omdat hierbij ook de laxerend werkende stoffen in het sap komen, moet het sap gefilterd worden met behulp van actieve koolstof. Het zo verkregen sap heeft geen laxerende werking.
Aloë Vera stimuleert de werking van het immuunsysteem
1) Stimulering van de fagocytose.
Het immuunsysteem is verantwoordelijk voor het opruimen van vreemde cellen en vreemde stoffen, wanneer deze het lichaam binnen dringen. Dit gebeurt onder andere met behulp van witte bloedlichaampjes en speciale eiwitten (antilichamen).
Twee soorten witte bloedlichaampjes, de macrofagen en de neutrofielen, ruimen cellen en stoffen op door middel van fagocytose. Hierbij gaat het niet alleen om het opruimen van vreemde stoffen en cellen, maar ook om lichaamscellen, die gestorven zijn door bacteriële toxinen of giftige stoffen. Fagocytose is een uitermate belangrijk onderdeel van het totale immuunsysteem. Het zorgt onder andere voor het opruimen van bijvoorbeeld bacteriën, die door lymfocyten onschadelijk zijn gemaakt.
Aloë Vera activeert het fagocytose proces. Hierdoor is het een belangrijke immuno-stimulant. Zo stimuleert Aloë extract de perifere fagocytose bij bronchiaal astma. Het extract stimuleert ook de productie van stikstof oxide door macrofagen, waardoor deze beter in staat zijn om schadelijke bacteriën uit te schakelen.
Een groot deel van het immuunsysteem bevindt zich in de wand van de dunne en de dikke darm. Wanneer de darmflora een verkeerde samenstelling heeft, wordt het deel van het immuunsysteem dat zich in de wand van de dunne en de dikke darm bevindt zwaar belast en gaat uiteindelijk slechter functioneren. In geval van een slechte darmflora heeft Aloë Vera een dubbele werking. Allereerst wordt het immuunsysteem gestimuleerd: de macrofagen zijn beter in staat om schadelijke bacteriën op te ruimen. Daarnaast heeft Aloë een gunstige invloed op de samenstelling van de darmflora (zie onder).
2) Ontsteking verminderende werking.
Aloë Vera heeft een ontsteking verminderende werking en een anti-histamine werking.
Artritis wordt algemeen behandeld met ontstekingsremmende geneesmiddelen. Hierbij treden veel bijverschijnselen op. Zo hebben sommige non-steroïdale ontstekingsremmers als bijverschijnsel dat de doorlaatbaarheid van de darmwand voor niet volledig verteerde stoffen uit de voeding verhoogd wordt. Normaal gesproken houdt de darmwand onverteerde stoffen uit de voeding tegen. Dit is vooral belangrijk bij eiwitten. Wanneer onverteerde (delen van) eiwitten in het bloed terechtkomen, omdat de darmwand doorlaatbaar geworden is, kan er een allergie ontstaan voor 1 of meerdere soorten eiwitten. Hierdoor kunnen de immunologische problemen, die juist aan de basis liggen van reumatoïde artritis, versterkt worden.
Vanuit de natuurgeneeskunde is er veel kritiek op de behandeling van artritis met bijvoorbeeld non-steroïdale ontstekingsremmers: alleen de symptomen worden onderdrukt, terwijl in de loop van de tijd de ernst van de aandoening juist toeneemt. Aloë Vera heeft een ontstekingsremmende werking, waarbij de onderliggende immunologische problemen juist worden opgelost. De werkzaamheid van Aloë verschilt wel sterk per persoon: bij sommigen treedt vrijwel onmiddellijk een vermindering van de pijn en een betere beweeglijkheid op. Bij anderen duurt het veel langer en soms is ook na langer gebruik slechts sprake van een gedeeltelijke verbetering. Aanbevolen wordt 40-60 ml Aloë Vera sap per dag.
Bij astma speelt allergie een grote rol. Een verkeerde werking van het immuunsysteem ligt dan ook aan de basis van deze aandoening. Na contact met een allergeen treden bij astmatische personen vaak ontstekingsreacties op waarbij onder andere histamine vrijkomt. Deze vrijkomende histamine veroorzaakt het samentrekken van de bronchiën met als gevolg ademnood. Aloë Vera kan zowel een directe verlichtende werking hebben doordat het de symptomen vermindert en een langere termijn werking door de betere werking van het immuunsysteem. Helaas is er nog onvoldoende onderzoek gedaan naar het gebruik van Aloë bij astma. Hierbij is opvallend, dat Aloë niet werkt bij astma patiënten, die behandeld zijn met steroïden bevattende geneesmiddelen.
Het bevordert de genezing van wonden
Aloë Vera bevat glucomannaan, een complex polysaccharide dat grotendeels bestaat uit mannose. Glucomannaan stimuleert de fibroblasten en zorgt ervoor, dat deze sneller groeien en zich delen. Fibroblasten zijn cellen in ons lichaam, die zorgen voor het herstellen van beschadigde weefsels. De fibroblasten bevinden zich in het bindweefsel en produceren collageen en andere weefseleiwitten. Deze zijn nodig voor het maken van nieuw bindweefsel bij verwondingen. Door de stimulerende invloed op de groei van de fibroblasten kan het uitwendige gebruik van Aloë Vera de genezing van wonden versnellen.
Daarnaast bevat Aloë Vera plantaardige hormonen (auxinen en gibberellinen), die de wondgenezing bevorderen doordat ze de celdeling stimuleren. De gecombineerde werking van glucomannaan en plantaardige hormonen maken Aloë tot een uiterst waardevolle “Eerste Hulp Plant”, die kan worden gebruikt bij alle mogelijke soorten verwondingen inclusief brandwonden.
De gunstige invloed op de werking van de spijsverteringsorganen
1) Verbetering van de samenstelling van de darmflora.
Een goede samenstelling van de darmflora ligt aan de basis van een goede gezondheid. Wanneer door gebruik van antibiotica of geneesmiddelen, door een levenswijze met veel stress of door een verkeerde voeding, een verkeerde darmflora is ontstaan, heeft dit negatieve gevolgen voor de gezondheid. Enkele gevolgen, die optreden bij een verkeerde darmflora zijn: verhoogde toxine vorming, vermindering van de productie van spijsverteringsenzymen (o.a. darmlactase dat nodig is voor de vertering van melksuiker), verhoogd optreden van allergieën en vermindering van de weerstand.
Meestal wordt bij de behandeling van een verkeerde darmflora gebruik gemaakt van levende micro-organismen. Gebruik van Aloë Vera heeft een gunstige invloed op de samenstelling van de darmflora. Dit gunstige effect treedt echter op zonder gebruik van levende micro-organismen. Aloë Vera verbetert namelijk de omstandigheden in de darmen voor gunstige micro-organismen. Deze gunstige micro-organismen nemen in aantal toe, terwijl het aantal ongunstige micro-organismen juist afneemt. Onder ander neemt het aantal gistcellen in de ontlasting af. Candida is een aandoening, waarbij in de darmen een te groot aantal Candida albicans gisten/ schimmels voorkomt. Het is dan ook zeker de moeite waard om in geval van Candida het gebruik van Aloë Vera sap te overwegen.
Bij een verkeerde samenstelling van de darmflora ontstaan grote hoeveelheden toxische aminen door “verrotting” van eiwitten. Deze aminen vormen een belasting voor het lichaam. De hoeveelheid afbraakproducten in de urine afkomstig van toxische aminen neemt bij gebruik van Aloë Vera af door de verbetering van de samenstelling van de darmflora.
2) Verbetering van de stoelgang.
Het vochtvasthoudende vermogen van de ontlasting wordt groter en de doorgangssnelheid van de ontlasting neemt toe. Dit gebeurt zonder dat er diarree optreedt. Ook blijft de ontlasting stevig.
3) Vermindering van de hoeveelheid maagzuur.
Bij personen met teveel maagzuur treedt bij gebruik van Aloë Vera sap een verhoging op van de pH (het maagsap wordt minder zuur). Bij mensen met een normale zuurgraad treedt geen verhoging van de pH op. Helaas is er nog weinig onderzoek gedaan naar de mogelijke werking bij zweren in de maag en de twaalfvingerige darm. Uit het weinige onderzoek dat is verricht is gebleken, dat Aloë bij dit soort zweren een gunstige werking heeft. Wel is belangrijk, dat dit onderzoek is gedaan met het extract van het hele blad.
Aloë Vera en diabetes
In verschillende vormen is Aloë Vera gebruikt bij de behandeling van diabetes zowel bij dieren als bij mensen. Deze onderzoekingen laten zien, dat Aloë onder andere een bloedsuikerverlagende werking heeft. De resultaten zijn dermate interessant, dat het zeer de moeite waard is om bij de behandeling van diabetes het gebruik van Aloë Vera te overwegen. Alle onderzoekingen zijn gedaan met type II diabetes. Dit is de vorm, waarbij geen insuline nodig is voor de behandeling. Bij type I diabetes is altijd insuline nodig. Bij onderzoekingen met type II diabetes werden de nuchtere bloedsuiker waarden verlaagd zonder dat de hoeveelheid insuline in het bloed veranderde. Dit betekent, dat Aloë op een nog onbekende manier in staat is om de effectiviteit van de werking van insuline te verbeteren.
Aloë Vera en kanker
Op dit moment zijn er nog geen onderzoekingen gedaan bij mensen naar het mogelijke gebruik van Aloë Vera bij de behandeling van kanker. Het zou dan ook onverantwoordelijk zijn om in dit stadium te zeggen, dat Aloë Vera een geneesmiddel is bij kanker. Wel zijn er onderzoekingen gedaan naar het anti-kankereffect in weefselculturen en bij levende dieren. De resultaten hiervan zijn uitermate indrukwekkend. Het vermoeden bestaat, dat deze gunstige werking van Aloë vooral wordt veroorzaakt door de gunstige invloed op de werking van het immuunsysteem en de gunstige invloed op de darmflora. Aangezien van het gebruik van Aloë Vera geen negatieve effecten bekend zijn kan het sap (bij voorkeur het extract van het hele blad) in ieder geval worden aanbevolen als ondersteuning bij de behandeling van kanker. Iedere stimulering van het immuunsysteem is namelijk bij de behandeling van kanker gunstig. De werking kan nog versterkt worden door het gebruik van grote hoeveelheden bromelaïne (500-1500 mg per dag), haaieleverolie en Cat’s Claw.
Ook bekend als: Liliaceae
Gebruikte delen: plantensap en plantdelen Eigenschappen
Bloedzuiverend (reinigt het lichaam van vrije radicalen)
Bevordert de werking van de spijsverteringsorganen en slijmvliezen
Bacteriëndodend
Virusremmend en na langer gebruik ook virusdodend
Schimmel- en ontstekingswerend
Vermindert jeuk
Koortswerend
Pijnverlichting wanneer deze verband houdt met verbrandingen en pijnlijke gewrichten
Bevordert de afbraak van lichaamsvreemd en dood weefsel
Versterkt de vorming van gezonde cellen
Toepassingen
Klachten van het tandvlees en slijmvlies in de mond (bv. aften, keelontsteking)
Maagklachten (bv. zweer, opkomend zuur)
Darmproblemen (bv. ontsteking, ziekte van Crohn, verstopping, diarree)
Klachten aan het bewegingsapparaat zoals Artritis, Reuma en spierpijnen
Afwijkingen in de stofwisseling zoals Diabetes Mellitus, Hypoglycemie
Ook bekend als: Luzerne
Gebruikte delen: Bladeren
Kennen we als spruitgroente (groenteboer); eetbare decoratie die bij veel gerechten past.
Alfalfa bevat meer vitaminen, mineralen en sporenelementen dan welke plant ook. Eigenschappen
Versterkend, opbouwend, vitaliserend
Bevordert opname van mineralen in kraakbeen en botten
Bevordert opname van eiwitten e.a. voedingsstoffen
Bloedstelpend
Beschermt en herstelt maag- en darmslijmvliezen
Urinedrijvend; mild laxerend
Normaliseert lichaamsgewicht
Spijsverteringbevorderend
Eetlustopwekkend
Bloedzuiverend
Bloeddrukregulerend
Verlaagt cholesterolpeil
Maagversterkend
Koortswerend
Krampstillend
(* kan beter niet gebruikt worden tijdens zwangerschap)
oepassingen
Algemene vermoeidheid, zwakte, lusteloosheid, prestatiezwakte, gebrek aan energie, depressiviteit
Geestelijke vermoeidheid, geheugenzwakte
Verhoogde behoefte aan vitaminen en mineralen, zoals o.a. bij perioden van snelle groei, sport, zware training, zware lichaamsinspanning, ouderdom, zwangerschap, borstvoeding
Tekorten door slechte voeding, vitaminen- en mineraal- tekorten; slechte opname van voedingsstoffen
Maag- en darm-zweren, vooral van 12-vingerige darm. Maagaandoeningen, zwakke maag, lucht in maag