Bodycheck

Schermafbeelding 2015-01-29 om 20.33.19

Een kijkje hoe het rapport van scio (bioresonantie) eruit ziet. Klik op onderstaande link
Wat is het resultaat van een bodycheck met de Scio?

De SCIO is een uiterst compleet en veelzijdig biofeedbacksysteem dat een breed scala aan mogelijkheden biedt. Het systeem is in staat om het lichaam met een snelheid van 220.000 trillingen per seconde het gehele lichaam driedimensionaal door te meten. De SCIO maakt daarbij een brede, computergestuurde analyse van verstorende items en hun onderlinge relaties, maar kan die ook meteen behandelen. Het stressniveau van de cliënt, onder meer veroorzaakt door pathogenen, toxines, psychische belastingen, tekorten en onbalansen kan op deze manier snel in kaart worden gebracht en geharmoniseerd. De uitgebreide set van analysemogelijkheden, therapieën en programma’s wordt voortdurend uitgebreid.
Het is interessant om te zien dat de SCIO op dit moment steeds vaker wordt gebruikt als reflectie-instrument bij coaching, loopbaanontwikkeling en outplacement. lees verder

Deze info wordt u geboden door

Heb je magnesium te kort?

alles-is-liefde.nl - Doe de Magnesium zelftest

Symptomen van te magnesiumtekort zijn spierkrampen, slecht slapen en chronische pijn. Het is verstandig om zeker te weten dat je genoeg magnesium binnen krijgt. Maar hoe weet je of je genoeg magnesium hebt binnengekregen?

Te weinig magnesium
Uit verschillende studies blijkt dat je waarschijnlijk te weinig magnesium binnen krijgt. Minder dan 30% van volwassenen krijgen genoeg magnesium binnen. Krijg ik genoeg magnesium? De bekendste methode om te achterhalen of je magnesiumpeil in orde is door een medische test te doen.

Testen
Via bloed kan achterhaalt worden hoeveel magnesium je hebt. Nadeel van deze testen is dat deze vaak misleidend zijn. Aangezien maar 1% van het magnesium in het bloed te vinden is, is het nog steeds onduidelijk wat je magnesiumpeil precies is. Wat moet je doen? Gelukkig kunnen we met een paar simpele vragen achterhalen of er sprake is van magnesiumtekort.
Vaak zie je dit aan de symptomen die zich dan voordoen. Als je weet welke signalen je moet interpreteren, weet je ook hoe en wanneer je de magnesiumbalans weer op orde kunt brengen.

Magnesiumtekort test
Als je JA op 1 van de volgende vragen antwoord, heb je een grote kans op magnesiumtekort.

1. Drink je regelmatig koolzuurhoudende dranken? De donkere gekleurde soda’s bevatten fosfaten.
Deze substanties binden zich met magnesium in het spijsverteringskanaal, zodat het onbruikbaar wordt voor het lichaam. Dus zelfs als je gebalanceeerd eet, kan het drinken van soda’s er voor zorgen dat magnesium niet wordt opgenomen. De gemiddelde consumptie van koolzuurhoudende dranken is meer dan 10 keer zo veel dan he was in 1940. Dit is een van de voornaamste redenen van magnesium en calcium tekort in je lichaam.

2. Eet je regelmatig gebakjes, taarten, desserts, snoep of andere zoete voedingsmiddelen?
Geraffineerde suikers bevatten geen magnesium. Nog erger: het zorgt er voor dat magnesium via je nieren wordt uitgescheden. Hoe meer zoet eten en geprocesseerd gebakken voedsel je eet, hoe groter de kans is dat je een tekort hebt aan magnesium.

3. Heb je veel stress in je leven of heb je recentelijk een grote medische ingreep gehad?
Beide fysieke en emotionele stress kan magnesiumtekort inleiden. Stress is een grote factor in het veroorzaken van magnesiumtekort. Een tekort aan magnesium kan het stressniveau weer vergroten!

In studies blijkt dat adrenaline en cortisol, bijproducten van de “vecht of vlucht” reactie die ook worden veroorzaakt bij stress, zijn mede de reden dat je magnesium level wordt verlaagd. Stressvolle situaties verbruiken meer magnesium. Uiteindelijk kan dit tot fysieke en psychologische problemen leiden.

4. Drink je koffie, thee of ander cafeïnehoudende dranken op dagelijkse basis.
Magnesium niveau worden voornamelijk door de nieren beïnvloed. Zij filteren en extraheren de overbodige magnesium en mineralen. Caffeine zorgt er weer voor dat de nieren deze magnesium weer ‘laten gaan’. Zonde! Als je veel koffie, thee en soda drinkt met cafeïne, heb je een grote kans op magnesiumtekort.

5. Gebruik je vochtafdrijvende pillen, hart medicatie, astma-medicatie, de pil of oestrogeen vervangende therapie?
Het effect van deze drugs leiden uiteindelijk tot een lager magnesiumniveau. De nieren scheiden deze stoffen dan sneller uit.

6. Drink je meer dan 7 alcoholische dranken per week?
Het effect van alcohol en magnesium is gelijk aan vochtafdrijvende middelen. Studies tonen aan dat 30% van de alcoholisten een magnesiumtekort heeft. Ook zal Vitamine D worden verlaagd.

7. Neem je calcium in zonder magnesium of neem je calcium in met magnesium met een te laag ratio (minder dan 1)?
Als je te weinig magnesium binnen krijgt, zal de inname van calcium het magnesiumgehalte nog verder doen dalen. Calcium inname kan dus een negatief effect hebben op je magnesiumgehalte.

8. Heb je last van:

  • Angst?
  • Tijden van hyperactiviteit?
  • Moeite met inslapen?
  • Moeilijk in slaap blijven?

Bovenstaande zaken kunnen aan een magnesiumtekort gekoppeld kunnen worden. Magnesium is essentieel voor de conditie van je zenuwen. Ook elektrolyse onbalans heeft effect op het zenuwsysteem. Te lage magnesiumniveau kan ook geassocieerd worden met persoonlijkheidsveranderingen en soms depressies.

9. Heb je last van:

  • Pijnlijke spierkrampen?
  • Spierkramp?
  • Fibromyalgie?
  • Facial tics?

Oog samentrekkingen, of onvrijwillige oogbewegingen? Neuronmusculaire symptomen zoals bovenstaand zijn de klassieke signalen voor een potentieel magnesiumtekort. Zonder magnesium zouden ons spieren in een constante staan van samentrekking zijn. Nogal pijnlijk. Magnesium is een essentieel element voor spierontspanning. Calcium zorgt er weer voor dat spieren samentrekken. Deze twee mineralen kun je zien als ‘broer en zus’.

10. Heb je 1 van bovenstaande vragen met Ja beantwoord en ben je ouder dan 55 jaar?
Oudere volwassen zijn kwetsbaarder voor een laag magnesiumgehalte. Ouder worden, stress en ziektes zorgen er allemaal voor dat het magnesiumgehalte wordt verlaagd. Ook krijgen ouderen minder magnesium binnen via voedsel dan vroeger.

Ook de opname van magnesium wordt minder als je ouder wordt. Als je op 1 van bovenstaande vragen met Ja hebt beantwoord, is er een grote kans dat je te weinig magnesium binnen krijgt. Wij raden aan om magnesium via de huid op te laten nemen, aangezien dit het grootste effect heeft.

Hoe kan ik magnesium toevoegen aan mijn lichaam?

  • Voeding: Magnesium kan aangevuld worden op verschillende manieren. Allereerst is er de mogelijkheid om veel meer magnesiumrijke voedingsmiddelen te eten.
  • Injectie: (intravaneus): Magnesium kan, indien de klachten daartoe aanleiding geven, ook via injectie of infuus worden toegediend, bijvoorbeeld om sneller te herstellen van een hartinfarct of complicaties tijdens de zwangerschap. Dit mag alleen worden uitgevoerd onder klinische omstandigheden.
  • Oraal (via de mond): Suppletie via het maag-darmkanaal. Bekend zijn tabletten op basis van magnesiumbiglycinaat (magnesium tabletten). Andere vormen zijn magnesiumcitraat, magnesiumaspartaat, magnesium tauraat, etc.
  • Huidopname: ‘Transdermale magnesiumtherapie’ berust op het vergroten van de hoeveelheid magnesium in het lichaam via de huid. Op deze manier wordt de hoeveelheid magnesium die voor de cellen beschikbaar is vergroot, zonder dat het maag- darm- kanaal wordt belast met het risico van bijverschijnselen. ‘Transdermaal magnesium’ heeft daardoor veel voordelen boven oraal toedienen van magnesium in de vorm van tabletten of capsules.
  • Inhalatie: Dat frisse zeelucht gezond is, wisten we al heel lang. Sinds kort weten we ook dat zeer fijne deeltjes die magnesiumchloride bevatten, daarin een belangrijke rol spelen. Onze longen blijken namelijk zeer goed in staat om magnesiumchloride op te nemen uit een aerosol, waarvan de deeltjes nog veel kleiner zijn dan in de fijnste nevel. Dit wordt ook wel ‘pulmonale opname’ genoemd.

Magnesium Producten voor de huid:

  • Magnesium spray
  • Magnesium Soak
  • Magnesium gel
  • Magnesium flakes
  • Magnesium Oil
  • Magnesium chloride

Webshop
Via een webshop kun je verschillende producten kopen om bijvoorbeeld een voetenbad of normaal bad te nemen. Een voetenbad kun je de eerste paar weken 2-3 keer per week doen, zodat het magnesiumgehalte weer op peil is. Daarna is 1-2 keer per week voldoende.

Symptomen van te magnesiumtekort zijn spierkrampen, slecht slapen en chronische pijn. Het is verstandig om zeker te weten dat je genoeg magnesium binnen krijgt. Maar hoe weet je of je genoeg magnesium hebt binnengekregen?

Te weinig magnesium
Uit verschillende studies blijkt dat je waarschijnlijk te weinig magnesium binnen krijgt. Minder dan 30% van volwassenen krijgen genoeg magnesium binnen. Krijg ik genoeg magnesium? De bekendste methode om te achterhalen of je magnesiumpeil in orde is door een medische test te doen.

Testen
Via bloed kan achterhaalt worden hoeveel magnesium je hebt. Nadeel van deze testen is dat deze vaak misleidend zijn. Aangezien maar 1% van het magnesium in het bloed te vinden is, is het nog steeds onduidelijk wat je magnesiumpeil precies is. Wat moet je doen? Gelukkig kunnen we met een paar simpele vragen achterhalen of er sprake is van magnesiumtekort.
Vaak zie je dit aan de symptomen die zich dan voordoen. Als je weet welke signalen je moet interpreteren, weet je ook hoe en wanneer je de magnesiumbalans weer op orde kunt brengen.

Magnesiumtekort test
Als je JA op 1 van de volgende vragen antwoord, heb je een grote kans op magnesiumtekort.

1. Drink je regelmatig koolzuurhoudende dranken? De donkere gekleurde soda’s bevatten fosfaten.
Deze substanties binden zich met magnesium in het spijsverteringskanaal, zodat het onbruikbaar wordt voor het lichaam. Dus zelfs als je gebalanceeerd eet, kan het drinken van soda’s er voor zorgen dat magnesium niet wordt opgenomen. De gemiddelde consumptie van koolzuurhoudende dranken is meer dan 10 keer zo veel dan he was in 1940. Dit is een van de voornaamste redenen van magnesium en calcium tekort in je lichaam.

2. Eet je regelmatig gebakjes, taarten, desserts, snoep of andere zoete voedingsmiddelen?
Geraffineerde suikers bevatten geen magnesium. Nog erger: het zorgt er voor dat magnesium via je nieren wordt uitgescheden. Hoe meer zoet eten en geprocesseerd gebakken voedsel je eet, hoe groter de kans is dat je een tekort hebt aan magnesium.

3. Heb je veel stress in je leven of heb je recentelijk een grote medische ingreep gehad?
Beide fysieke en emotionele stress kan magnesiumtekort inleiden. Stress is een grote factor in het veroorzaken van magnesiumtekort. Een tekort aan magnesium kan het stressniveau weer vergroten!

In studies blijkt dat adrenaline en cortisol, bijproducten van de “vecht of vlucht” reactie die ook worden veroorzaakt bij stress, zijn mede de reden dat je magnesium level wordt verlaagd. Stressvolle situaties verbruiken meer magnesium. Uiteindelijk kan dit tot fysieke en psychologische problemen leiden.

4. Drink je koffie, thee of ander cafeïnehoudende dranken op dagelijkse basis.
Magnesium niveau worden voornamelijk door de nieren beïnvloed. Zij filteren en extraheren de overbodige magnesium en mineralen. Caffeine zorgt er weer voor dat de nieren deze magnesium weer ‘laten gaan’. Zonde! Als je veel koffie, thee en soda drinkt met cafeïne, heb je een grote kans op magnesiumtekort.

5. Gebruik je vochtafdrijvende pillen, hart medicatie, astma-medicatie, de pil of oestrogeen vervangende therapie?
Het effect van deze drugs leiden uiteindelijk tot een lager magnesiumniveau. De nieren scheiden deze stoffen dan sneller uit.

6. Drink je meer dan 7 alcoholische dranken per week?
Het effect van alcohol en magnesium is gelijk aan vochtafdrijvende middelen. Studies tonen aan dat 30% van de alcoholisten een magnesiumtekort heeft. Ook zal Vitamine D worden verlaagd.

7. Neem je calcium in zonder magnesium of neem je calcium in met magnesium met een te laag ratio (minder dan 1)?
Als je te weinig magnesium binnen krijgt, zal de inname van calcium het magnesiumgehalte nog verder doen dalen. Calcium inname kan dus een negatief effect hebben op je magnesiumgehalte.

8. Heb je last van:

  • Angst?
  • Tijden van hyperactiviteit?
  • Moeite met inslapen?
  • Moeilijk in slaap blijven?

Bovenstaande zaken kunnen aan een magnesiumtekort gekoppeld kunnen worden. Magnesium is essentieel voor de conditie van je zenuwen. Ook elektrolyse onbalans heeft effect op het zenuwsysteem. Te lage magnesiumniveau kan ook geassocieerd worden met persoonlijkheidsveranderingen en soms depressies.

9. Heb je last van:

  • Pijnlijke spierkrampen?
  • Spierkramp?
  • Fibromyalgie?
  • Facial tics?

Oog samentrekkingen, of onvrijwillige oogbewegingen? Neuronmusculaire symptomen zoals bovenstaand zijn de klassieke signalen voor een potentieel magnesiumtekort. Zonder magnesium zouden ons spieren in een constante staan van samentrekking zijn. Nogal pijnlijk. Magnesium is een essentieel element voor spierontspanning. Calcium zorgt er weer voor dat spieren samentrekken. Deze twee mineralen kun je zien als ‘broer en zus’.

10. Heb je 1 van bovenstaande vragen met Ja beantwoord en ben je ouder dan 55 jaar?
Oudere volwassen zijn kwetsbaarder voor een laag magnesiumgehalte. Ouder worden, stress en ziektes zorgen er allemaal voor dat het magnesiumgehalte wordt verlaagd. Ook krijgen ouderen minder magnesium binnen via voedsel dan vroeger.

Ook de opname van magnesium wordt minder als je ouder wordt. Als je op 1 van bovenstaande vragen met Ja hebt beantwoord, is er een grote kans dat je te weinig magnesium binnen krijgt. Wij raden aan om magnesium via de huid op te laten nemen, aangezien dit het grootste effect heeft.

Hoe kan ik magnesium toevoegen aan mijn lichaam?

  • Voeding: Magnesium kan aangevuld worden op verschillende manieren. Allereerst is er de mogelijkheid om veel meer magnesiumrijke voedingsmiddelen te eten.
  • Injectie: (intravaneus): Magnesium kan, indien de klachten daartoe aanleiding geven, ook via injectie of infuus worden toegediend, bijvoorbeeld om sneller te herstellen van een hartinfarct of complicaties tijdens de zwangerschap. Dit mag alleen worden uitgevoerd onder klinische omstandigheden.
  • Oraal (via de mond): Suppletie via het maag-darmkanaal. Bekend zijn tabletten op basis van magnesiumoxide (magnesium tabletten). Andere vormen zijn magnesiumcitraat, magnesiumaspartaat, magnesium tauraat, etc.
  • Een magnesiumtablet van 500 mg magnesiumoxide bevat echter géén 500 mg magnesium. De werkelijke opname in het lichaam van magnesium via deze vorm ligt bovendien aanzienlijk lager dan het aantal mg van de tablet doet vermoeden door de vulstoffen die er worden gebruikt om de tablet te maken. Daarnaast spelen het maagzuur en de verdere spijsverteringsprocessen een belangrijke rol bij het verwerken van de magnesiumverbindingen.
  • Zo zal van bijvoorbeeld van 100 mg magnesiumtablet veelal maar 17mg magnesium daadwerkelijk worden opgenomen. Een ander verschijnsel bij oraal gebruik is dat de darmen er nogal wisselend op kunnen reageren en dat eventuele diarree dan juist tot extra verlies van magnesium leidt.
  • Huidopname: ‘Transdermale magnesiumtherapie’ berust op het vergroten van de hoeveelheid magnesium in het lichaam via de huid. Op deze manier wordt de hoeveelheid magnesium die voor de cellen beschikbaar is vergroot, zonder dat het maag- darm- kanaal wordt belast met het risico van bijverschijnselen. ‘Transdermaal magnesium’ heeft daardoor veel voordelen boven oraal toedienen van magnesium in de vorm van tabletten of capsules.
  • Inhalatie: Dat frisse zeelucht gezond is, wisten we al heel lang. Sinds kort weten we ook dat zeer fijne deeltjes die magnesiumchloride bevatten, daarin een belangrijke rol spelen. Onze longen blijken namelijk zeer goed in staat om magnesiumchloride op te nemen uit een aerosol, waarvan de deeltjes nog veel kleiner zijn dan in de fijnste nevel. Dit wordt ook wel ‘pulmonale opname’ genoemd.

Magnesium Producten voor de huid:

  • Magnesium spray
  • Magnesium Soak
  • Magnesium gel
  • Magnesium flakes
  • Magnesium Oil
  • Magnesium chloride

Metastasen van kanker

Uitzaaiingen en de werking van het lymfestelsel

Kankercellen kunnen via het bloed en/of de lymfe verplaatst worden. Hierna volgt informatie over de werking van het lymfestelsel.

Het lymfestelsel bestaat uit:

  • lymfevaten
  • lymfeklieren
  • lymfeklierweefsel (het weefsel bevindt zich in verschillende organen)

Het lymfestelsel speelt een belangrijke rol bij de afweer van ons lichaam. Onze afweer verdedigt ons tegen virussen, bacteriën en andere organismen die ons ziek kunnen maken.

Lymfevaten

Lymfevaten vormen de kanalen van het lymfestelsel. Deze vaten worden vanuit het lichaamsweefsel gevuld met een kleurloze vloeistof: lymfe. De lymfe neemt vocht en afvalstoffen uit het lichaam op. Via steeds grotere lymfevaten komt de lymfe uiteindelijk in de bloedbaan terecht. Voordat de lymfe in het bloed komt, passeert zij ten minste één lymfeklier.

Lymfeklieren

 lymfestelsel bij de man  Lymfestelsel bij de vrouw

Lymfeklieren zijn de zuiveringsstations van het lymfestelsel: daarin worden ziekteverwekkers – vooral bacteriën en virussen – onschadelijk gemaakt. Op diverse plaatsen in ons lichaam komen groepen lymfeklieren voor, de ‘lymfeklierregio’s’:

  • in de hals (A)
  • in de oksels (B)
  • langs de luchtpijp (C)
  • bij de longen (D)
  • bij de darmen en achter in de buikholte (E)
  • in de bekkenstreek (F)
  • in de liezen (G)

Lymfeklierweefsel

Lymfeklierweefsel komt – behalve in de lymfeklieren – ook voor in andere organen, zoals in de keelholte, de milt, de darmwand en het beenmerg.

Lymfeklieruitzaaiing

Kankercellen kunnen losraken van een tumor en in een lymfevat terechtkomen. In de lymfeklier(en) waar de kankercellen als eerste langskomen, kan dan een nieuwe tumor ontstaan: een lymfeklieruitzaaiing.

Metastasen

Van een kwaadaardige tumor kunnen cellen loslaten. Deze cellen kunnen via het bloed en/of de lymfe elders in het lichaam terecht komen en ook daar uitgroeien tot gezwellen. Dit zijn uitzaaiingen (metastasen).

Uitzaaiingen bij eierstokkanker

Met name bij gevorderde eierstokkanker kan het voorkomen dat na de eerste behandeling de kanker terugkomt. Dan is het vaak niet meer goed mogelijk de eierstokkanker definitief te genezen. Wel is nog vaak een goede behandeling mogelijk.

Meestal zal chemotherapie de behandeling van eerste keuze zijn, maar soms komt een operatie, bestraling of andere medicijnen in aanmerking. De behandeling zal op uw specifieke situatie toegesneden zijn.

Meer weten en lezen over kanker?

Ontlasting wat zegt dat over je gezondheid

Schermafbeelding 2015-01-27 om 01.39.46Jullie weten net als ik dat als je kinderen in de pubertijd komen en of zitten, met alles wat ze doen en zeggen net het tegenovergestelde is wat “moeders” willen. Zo ook over voeding en over gezondheid, want het is natuurlijk altijd stom en : “jij ook altijd”.

Maar ja die jeugdpuistjes zijn toch wel heel lastig. Komt zomaar uit het niets de vraag: “mam  heb je daar wat voor?”  Ik denk yes meteen reageren. Mijn eerste vraag: ” Hoe is je ontlasting?”. Oh nee verkeerde vraag. Want zijn eerste reactie was: “mam doe ff normaal”

Dan maar via dit blog

Welke ziek makende factoren zie je aan de ontlasting?

  • (Eerst even iets over de consistentie. de ontlasting is goed als je elke ochtend op hetzelfde tijdstip een mooie worst met een puntje draait, zo min mogelijk ontlasting op het toiletpapier terecht komt.).
  • Plakt aan de pot;  lever ontgiften of enzymen voor de vertering.
  • Blijft drijven;  Darmflora uit balans, vertering is niet goed,
  • Constipatie; te weinig vocht, overgevoeligheid voor bepaalde voeding, stress.
  • De Geur; slechte eiwitvertering zwavelgeur, slechte koolhydraatvertering; gisting en zure geur, stress etc.
  • Bijmengsels in de ontlasting; slijm is irritatie darmslijmvlies; ontsteking, onverteerd voedsel; tandvlees?, vertering?, stress?
  • Winderigheid: vertering (enzymen) (te veel koolhydraten), stress,

Schermafbeelding 2015-01-27 om 01.38.53

Tips voor een goede ontlasting:

  1. Paleo eten
  2. Ontgiften
  3. Voorkomen van stress
  4. Suppletie  van vitaminen en mineralen
  5. Een meegemaakte ziekte, behandelen
  6. Zorg voor zoveel mogelijk voeding voor de gezonde darmflora
    1. Voeding?
  7. Ontzuur je lichaam 2 keer per jaar,
    1. testen?

“Slechte darmen is de moeder van alle ziekten”.

Deze info wordt u geboden door

Hoge bloeddruk; wat kun je er zelf aan doen?

Eet- en leefgewoonten met een negatieve invloed

  • Stress.
  • Roken
  • Overgewicht
  • Te weinig beweging, minder dan een halfuur per dag.
  • Meer dan 3 à 4 koppen koffie per dag
  • Overmatige inname van alcohol, meer dan 2 à 3 glazen per dag.
  • Het eten van geraffineerde koolhydraten 
    • Geraffineerde voedingsmiddelen hebben een hoge glycemische lading
    • Aan geraffineerde voedingsmiddelen is het gros van de vitamines, mineralen en sporenelementen onttrokken.
  • De combinatie van glucose/fructose
  • Te veel verzadigde vetten in onder andere
    • vlees,
    • vleeswaren,
    • kaas,
    • zuivel,
    • boter en margarine.
  • Te veel transvetzuren en geharde vetten, verwerkt in onder andere
    • koekjes,
    • snacks en
    • kant-en-klare maaltijden en sauzen, tenzij biologisch.
  • Te veel drop, met name zoete drop
  • Het regelmatig gebruik van pijnstillers als paracetamol en ibuprofen kan een hoge bloeddruk veroorzaken, evenals het gebruik van NSAID’s
  • Blauwschimmelkaas
  • Kant-en-klare producten
  • Zoutbeperking
    • Goed zout
    • Natrium en kalium moeten volledig met elkaar in balans zijn voor een gezonde bloeddruk.
  • Te veel AGEs in de voeding; suikers en eiwitten
  • Geoxideerd cholesterol.

Voedingsstoffen met een positieve invloed

  • Water
  • Veel groenten en fruit
    • calcium, kalium en magnesium 
  • Zure, gefermenteerde zuivel
    • vitamine K2.
  • Omega 3-vetzuren
    • lijnzaad, lijnzaadolie, walnoten, walnootolie, hennepolie, perilla-olie en koolzaadolie. Ook vette vis (haring, ansjovis, sardines, makreel, zalm, tonijn)
  • Vezels
    • noten, zaden, pitten, groente, fruit, kokos (of kokosmeel), lijnzaad en psyllium
  • Vitamine C
  • Vitamine D

Groente- en fruitsoorten met positieve invloed

  • Abrikozen
    • drie ongezwavelde (liefst zure) abrikozen op de nuchtere maag
  • Bananen
    • kalium (Kalium zit overigens in alle groenten en fruit, en noten, zaden en groene bladgroenten ) en magnesium.
    • Verwerk bananen liever in een gerecht gecombineerd met eiwitten en vetten,
  • Bleekselderij
    • vocht af drijver en
    • verwijdt de bloedvaten.
  • Gazpacho
    • polyfenolen
  • Kiwi
    • luteïne, calcium, vitamine C en E.
  • Knoflook, uien en daslook
    • Ze verhogen het ‘goede’ HDL-cholesterol.
    • Ze remmen de klontering van bloedplaatjes.
    • Ze zijn bloeddrukverlagend.
    • Ze remmen de oxidatie van voornamelijk vetzuren en cholesterol. 
    • Ze zijn anti-atherosclerotisch.
    • Ze stimuleren de afbraak van plaque.
  • Kruiden en specerijen
    • peterselie,
    • selderie,
    • bieslook en
    • paardenbloem.
  • Lijnzaad
    • 30 gram lijnzaad per dag
  • Meloen
    • citrulline, voorloper van arginine
  • Rabarber
    • piceatannol; verhoogt de concentratie stikstofmonoxide; ontspant de bloedvaten
    • zit ook in rode en paarse bessen en in rode wijn
  • Rode bieten
    • rijk aan nitraat; stikstofmonoxide; bloedvaten verwijden en de bloeddruk daalt.
  •  Spinazie en sla
    • rijk aan nitraat; stikstofmonoxide; bloedvaten verwijden en de bloeddruk daalt.
  • Stevia (het kruid stevia)
    • stevioside en rebaudioside A; bloeddrukverlagende

Voedingsmiddelen met ellaginezuur (vetten en cholesterol niet oxideren)

  • Granaatappel en
  • frambozen,
  • aardbeien,
  • bramen,
  • walnoten en
  • pecannoten.
  • Ook ander fruit bevat ellaginezuur, zij het in mindere mate.

Voedingsmiddelen met pycnogenol (bloeddrukverlagers en cholesterolremmers).

  • (verwarmde) tomaten,
  • tomatensaus,
  • rode meloen,
  • papaja,
  • roze grapefruit,
  • guave,
  • pompoen en
  • wortelen.

Verdere maatregelen bij te hoge bloeddruk

  • Chocola (Zwarte (of rauwe) chocola met meer dan 70% cacao)
    • polyfenolen
    • magnesium
  • Essentiële vetzuren
    • noten,
    • notenpasta’s,
    • olijfolie,
    • lijnzaadolie,
    • walnoten en
    • walnootolie.
    • Ook vette vis
      • (haring, ansjovis, sardines, makreel, zalm, tonijn)
  • Gezond zout eten
    • Keltisch zeezout of Himalaya­zout.
  • Mediterraan eten 
    • Arm aan verzadigde vetzuren/transvetzuren en rijk aan onverzadigde vetten uit met name olijfolie, olijven en omega 3-vetzuren (zoals ansjovis, sardines en zuivel van loslopende schapen). 
    • Dagelijks noten en zaden. 
    • Dagelijks ruime hoeveelheden groenten en fruit. 
    • Ongeraffineerde (dus vezelrijke) granen, graanproducten en peulvruchten. 
    • Zuivelproducten (weinig) met name in de vorm van yoghurt en een beetje kaas.
    • Voldoende drinken.
    • Rode wijn (met mate). Bij de maaltijd, dus niet vooraf of tussendoor. Twee glazen per dag blijkt een positief effect op de bloeddruk te hebben, meer dan twee glazen een negatief effect.
    • Weinig zout, maar veel kruiden als basilicum, oregano en tijm. Het zout dat gebruikt wordt, is van goede kwaliteit.
    • Matig zoetwaren, met name in de vorm van fruit (en niet als geraffineerde witte suikers of industriële fructose).
    • Maximaal twee keer per week rood vlees.
  • Regelmatig eten
    • bloedsuikerspiegel 

Bron

 

Zink

We hebben maar heel weinig zink per dag nodig maar zink is wel onontbeerlijk in de omzetting van meer dan 300 verschillende enzymen in het lichaam van de mens. Zink zit voornamelijk in vlees, vis, noten en zaden.

Natuurlijke bronnen:

  • zinkChampignons,
  • sojabonen,
  • uien.
  • Pompoenen,
  • zonnebloemzaadjes;
  • noten in het algemeen.
  • Alle vlezige dierlijke organen.
  • Haring, oesters en het meeste andere zeevoedsel.
  • Tarwekiemen,
  • tarwezemelen.
  • Eieren,
  • melk.
  • Gist.

Eigenschappen:

Betrokken

  • bij de synthese van DNA/RNA en
  • testosteron,
  • de vitamine A-functie en
  • het metabolisme van koolhydraten,
  • alcohol en
  • vetzuren.
  • Als een co-enzym van SOD beschermt zink het lichaam tegen oxidatie.
  • Van belang voor immuunsysteem.

Deficiëntie-symptomen:

  • Onregelmatige menstruatie,
  • diabetes,
  • verlies van smaak en eetlust.

Bij matig tekort:

  • verlies van smaak en reuk, minder dan normale groei bij kinderen,
  • alopecie (kale plekken),
  • huiduitslag,
  • vele huidaandoeningen,
  • glossitis (ontstoken tong),
  • stomatitis (ontstoken mond),
  • blepharitis (ontstoken oogleden),
  • paronychia (ontstoken nagelbedden),
  • steriliteit, verminderde vruchtbaarheid van het sperma,
  • trage genezing van wonden.

Bij ernstig gebrek:

  • vertraagde rijping van de botten,
  • vergrote milt of lever,
  • verkleining van de testikels,
  • slechter functionerende testikels,
  • gebrekkige groei of dwerggroei.

Specifiek kenmerk: nagels met witte vlekjes.

Kan gunstig werken op/bij:

  • Acne,
  • alcoholisme,
  • arteriosclerose,
  • atherosclerose,
  • brandwonden,
  • dermatitis (huidontsteking),
  • diabetes (suikerziekte),
  • eczeem,
  • hoog cholesterol gehalte,
  • impotentie,
  • menstruatie,
  • nachtblindheid,
  • prostatitis (ontsteking van de prostaat),
  • reumatische artritis,
  • schizophrenie,
  • vertraagde groei,
  • vertraagde sexuele activiteit,
  • wonden,
  • ziekte van Hodgkin,
  • zwangerschap,
  • zweren.

Gebruik:
Zink is effectiever als het wordt ingenomen met

  • vitamine A,
  • vitamine B6,
  • vitamine E,
  • calcium,
  • fosfor,
  • koper.

Antagonisten zijn o.a. alcohol, diuretica, orale voorbehoedsmiddelen.

Wisselwerking met medicijnen, vitaminen of mineralen:

  • Calcium: beïnvloedt de calciumresorptie.
  • Koper: vermindert de resorptie van koper. Dit gebeurt alleen bij het gebruik van grote hoeveelheden zink.
  • Medicijnen met cortison: kan laboratoriumproeven om zink te meten beïnvloeden.
  • Diuretica: verhoogt de zinkuitscheiding. Men moet dan grotere hoeveelheden gebruiken.
  • Orale voorbehoedsmiddelen (de pil): verlaagt het zinkgehalte in het bloed.
  • Tetracycline: vermindert de hoeveelheid tetracycline die in de bloedstroom wordt opgenomen. U moet zink en tetracycline niet samen gebruiken. Neem ze minimaal twee uur na elkaar.
  • Vitamine A: helpt bij de resorptie van vitamine A.

Wisselwerking met andere stoffen:

  • Alcohol: zelfs in matige hoeveelheden, kan de zinkuitscheiding in de urine verhogen en kan zo schadelijk werken op de capaciteit van ons lichaam om zink in de juiste enzymcombinaties in de lever te combineren.
  • Dranken: u moet zink niet samen met koffie gebruiken, omdat het de resorptie van zink kan verminderen.

Dosering:

  • De normale (minimale) dagelijkse behoefte is 15 mg voor volwassenen;
  • tijdens zwangerschap 15 mg extra, en
  • tijdens lactatieperiode 25 mg extra.
  • Een goed dieet levert ongeveer 8 tot 11 mg per dag op.

De zinkabsorptie neemt af met de leeftijd.

Waarschuwing:

  • De giftigheidsdrempel is niet bekend.
  • Grote doses zink verminderen wel het aantal witte bloedcellen, en dat kan leiden tot een verstoring in het evenwicht met de rode bloedcellen.
  • Een overdosis zink kan ook de tere balans tussen koper en ijzer ontregelen;
  • te veel zink stopt de absorptie van koper en leidt daardoor tot ijzerdeficientie.
  • Hoge doses zink leiden tot een teruglopen van de hoeveelheid fosfor en zwavel.

Symptomen van een zink-overdosis zijn onder meer misselijkheid en overgeven. 

  • Iedereen die grote doses zink neemt, dient ook te zorgen dat ruim voldoende vitamine A ingenomen wordt.
  • Teveel zink kan leiden tot een te lage koperspiegel, hetgeen zich soms uit in hart aritmieen.

Deze info wordt u geboden door

Geitenmelk eigenlijk geschikter voor de mens dan koemelk

Het overgrote deel van de melk(poeder) die hier in de winkel verkrijgbaar is, is afkomstig van koeien. Dat wil niet zeggen dat koemelk geschikter is voor menselijke consumptie dan geitenmelk. Wereldwijd wordt van oudsher meer geiten- dan koemelk gedronken. Het feit dat koemelk de Nederlandse markt overheerst heeft voornamelijk economische redenen. Geitenmelk echter is lichter verteerbaar en geeft minder vaak aanleiding tot overgevoeligheidsreacties en maagdarmklachten. Bovendien worden essentiële mineralen beter opgenomen uit geitenmelk dan uit koemelk. Een bepaald type eiwit in koemelk (A1 bèta-caseïne) waarvan sterk wordt vermoed dat het diabetes type 1 en coronaire hartziekte bevordert, komt niet in geitenmelk voor.

geitenmelkGeitenmelk is een goede bron van hoogwaardige eiwitten, goed afbreekbare middellange vetzuren (MCT’s: medium-chain triglycerides), vitaminen (vitamine A, B-complex, C, D) en mineralen (waaronder ijzer, calcium, fosfor, magnesium, mangaan, kalium en jodium). Geitenmelk(poeder) waarvan de samenstelling is aangepast aan de behoeften van zuigelingen en/of peuters is bovendien een goed alternatief voor koemelkgebaseerde (bij)voeding. Een klinische studie van de afdeling kindergeneeskunde aan de universiteit van Auckland heeft aangetoond dat zuigelingen uitstekend floreren op babyvoeding op basis van geitenmelk.(1)

Geitenmelk lichter verteerbaar dan koemelk
De eiwitten en vetten in geitenmelk worden sneller en vollediger verteerd en opgenomen in vergelijking tot koemelk. De vetbolletjes in geitenmelk zijn meer dan een kwart kleiner waardoor geitenmelk in tegenstelling tot koemelk niet kunstmatig hoeft te worden gehomogeniseerd.(2) Het spijsverteringsenzym lipase breekt vetten in geitenmelk makkelijker af, niet alleen door de geringere afmeting van de vetbolletjes maar ook door het hoge gehalte korte en middellange vetzuren in geitenmelk. In geitenmelk is het gehalte MCT’s 35% van het totale vetgehalte, in koemelk slechts 17%. De kortere vetzuren in geitenmelk worden sneller afgebroken en opgenomen dan de voornamelijk langketenige vetzuren in koemelk. Geitenmelk bevat geen agglutinine zoals koemelk waardoor vetbolletjes minder samenklonteren in de maag, wat de vertering vergemakkelijkt.

Geitenmelk heeft een andere eiwitsamenstelling dan koemelk en benadert meer dan koemelk het eiwitprofiel van moedermelk.(3) Het belangrijkste alfa-caseïne (type S2) in geitenmelk heeft een andere structuur dan het alfa-caseïne dat overheerst in koemelk (type S1). Het alfa-S1-caseïne in koemelk kan overgevoeligheidsreacties oproepen en geeft een sterkere stremming* van de melk. Door de lagere concentratie alfa-S1-caseïne in geitenmelk wordt, onder invloed van maagzuur, een luchtiger en brokkeliger wrongel* gevormd vergeleken met koemelk. De eiwitbrokjes zijn kleiner en minder samengepakt waardoor verteringsenzymen sneller en beter hun werk kunnen doen. Geitenmelk ligt beduidend minder zwaar op de maag dan koemelk. Geitenmelk is mede daardoor geschikter dan koemelk voor mensen met een zwakke of gevoelige spijsvertering (waaronder kleine kinderen).

Minder vaak overgevoelig voor geitenmelk
Koemelkeiwit is één van de belangrijkste voedselbestanddelen die voedselallergie en -intolerantie veroorzaken. Een voedingseiwit lokt sneller een overgevoeligheidsreactie uit wanneer het traag en onvolledig wordt verteerd. Door gisting en rotting van eiwitresten in de darmen raken de slijmvliezen geïrriteerd en beschadigd waardoor eiwitfragmenten in de bloedsomloop terechtkomen en een overgevoeligheidsreactie kunnen uitlokken. Vooral zuigelingen en peuters reageren negatief op koemelkeiwit. Bij hen kan koemelkallergie of -intolerantie zich uiten in slecht eten, niet goed groeien, diarree, huilerigheid en geïrriteerdheid, slecht slapen, eczeem, oor- en slijmvliesontstekingen, loopneus, overgeven, darmkrampjes, bloedarmoede, bronchitis en kortademigheid. Bij volwassenen kunnen huid- en luchtwegklachten, maagklachten en migraine op de voorgrond treden. In zeldzame gevallen treedt een ernstige anafylactische reactie op.

De ervaring leert dat geitenmelk vaak beter wordt verdragen en minder overgevoeligheidsreacties oproept dan koemelk.(3,4) Uit proefdieronderzoek blijkt dat geitenmelk als eerste bron van eiwitten na borstvoeding een minder allergene werking heeft dan koemelk.(5) Ongeveer 40% van de mensen die koemelkeiwit niet verdraagt, reageert goed op geitenmelk.(5-7) Daar er kruisreacties tussen eiwitten die zowel in koe- als in geitenmelk voorkomen kunnen optreden, is voorzichtigheid geboden bij een bestaande overgevoeligheid voor koemelkeiwit.(8) Verschillende eiwitten in koemelk kunnen een overgevoeligheidsreactie oproepen; alfa-S1-caseïne, bèta-lactoglobulines, A1 bèta-caseïne en (in mindere mate) bovine serum albumin (BSA) en bovine immunoglobulines. Het gehalte alfa-S1-caseïne in geitenmelk is veel lager dan in koemelk en A1 bèta-caseïne, bovine serum albumine en bovine immunoglobulines ontbreken in geitenmelk. Bèta-lactoglobulines worden beter afgebroken in geitenmelk dan in koemelk. Vermoedelijk is het lage gehalte van alfa-S1-caseïne in geitenmelk hiervoor mede verantwoordelijk.

Onderzoek toont aan dat proefdieren die geitenmelk krijgen met een laag alfa-S1-caseïnegehalte minder antilichamen maken tegen bèta-lactoglobulines dan dieren die geitenmelk krijgen met een hoger alfa-S1-caseïnegehalte.(9) Het gehalte aan alfa-S1-caseïne in geitenmelk wisselt. Dit is de mogelijke verklaring voor het wisselende succes van geitenmelk bij mensen met (aanleg voor) melkallergie of -intolerantie. Door selectie produceren Europese geiten melk met meer alfa-S1-caseïne dan geiten uit Nieuw-Zeeland omdat de melk hier vooral voor de kaasproductie bestemd is. Geitenmelk uit Nieuw-Zeeland is waarschijnlijk het minst allergeen.(9)

Geitenmelk niet geschikt bij lactose-intolerantie
Vaak wordt overgevoeligheid en allergie voor koemelkeiwit verward met melksuikerintolerantie. Als lactose (melksuiker) niet goed wordt afgebroken door een gebrek aan het enzym lactase kunnen gelijksoortige klachten optreden. Lactose wordt dan gefermenteerd in de dikke darm waardoor maagdarmklachten zoals een opgeblazen gevoel, winderigheid, diarree en buikpijn optreden. Ook dan kan de darmwand beschadigen waardoor de kans op koemelkeiwitallergie toeneemt. Lactose-intolerantie komt bij kleine kinderen weinig voor, bij volwassenen des te meer, vooral bij mensen van Aziatische, Spaanse en Afrikaanse afkomst. In dat geval is geitenmelk meestal niet geschikt, aangezien geitenmelk vrijwel evenveel lactose bevat als koemelk. Toch wordt in de praktijk gezien dat geitenmelk beter dan koemelk wordt verdragen door mensen met lactose-intolerantie, mogelijk door de betere verteerbaarheid van de melk.

Geitenmelk goed voor de slijmvliezen
Proefdieronderzoek uit Nieuw-Zeeland toonde aan dat consumptie van geitenmelk helpt om de slijmvliezen van het spijsverteringskanaal gezond te houden. Slecht functionerende, ontstoken en poreuze slijmvliezen (leaky gut) predisponeren tot infecties en voedselovergevoeligheden. Bestanddelen in geitenmelk beschermen de slijmvliezen tegen beschadiging door bijvoorbeeld hitte en NSAID’s zoals indomethacine en bevorderen de regeneratie.(10,11) Geitenmelk heeft in tegenstelling tot koemelk een hoog gehalte aan nucleotiden*, die belangrijk zijn voor een normale ontwikkeling, uitrijping en reparatie van de slijmvliezen in het maagdarmkanaal.(12) Studies tonen aan dat suppletie met nucleotiden de ijzerabsorptie bevordert, de intestinale flora ondersteunt en de afweerrespons (humoraal en cellulair) verbetert.(13) Nucleotiden bevorderen een normale immuunrespons en gaan mogelijk reacties tegen voedselallergenen tegen.

Betere opname mineralen uit geitenmelk
Verschillende dierstudies tonen aan dat mineralen uit geitenmelk beter worden opgenomen dan uit koemelk. In een studie bij ratten blijkt dat calcium uit geitenmelk beter wordt geabsorbeerd en leidt tot een hoger calciumgehalte in spier- en botweefsel dan koemelk.(14) Bovendien is de ijzer- en koperopname uit geitenmelk optimaler.(7,14-16) Ratten met bloedarmoede die geitenmelk kregen toegediend kwamen sneller over de bloedarmoede heen en hadden een lever met een hoger gewicht vergeleken met de dieren die koemelk kregen. Dit wordt mede toegeschreven aan een betere biologische beschikbaarheid van ijzer.(17) Ook zink en selenium uit geitenmelk worden beter opgenomen en ingebouwd in het lichaam vergeleken met koemelk.(7,16)

Geitenmelk bevat geen A1 bèta-caseïne
Al enige tijd bestaat het vermoeden dat het (vroeg) introduceren van koemelk leidt tot een toegenomen kans op (auto-immuun)diabetes bij kinderen. In verschillende studies is een eiwit in koemelk, het A1 bèta-caseïne, als verdachte naar voren gekomen.(18-21) Vroege blootstelling aan koemelk A1 bèta-caseïne verandert mogelijk iets in de cellen van de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier (verantwoordelijk voor de insulineproductie) waardoor ze gevoeliger worden voor factoren of processen die op een later tijdstip leiden tot het afsterven van deze cellen en het ontstaan van diabetes type 1.(18,19) A1 bèta-caseïne zou niet alleen diabetes type 1 bevorderen, maar ook coronaire hartziekte en mogelijk schizofrenie en autisme.(18-21) Dergelijke relaties zijn niet gevonden bij de andere vorm van bèta-caseïne in melk, het A2 bèta-caseïne. Meer onderzoek is nodig om zekerheid te krijgen of A1 bèta-caseïne inderdaad schadelijk is; de resultaten zijn grotendeels afkomstig van grootschalig bevolkingsonderzoek in tientallen landen en meerdere factoren spelen bij genoemde ziekten een rol. Desondanks kunnen mensen ervoor kiezen uit voorzorg koemelk te mijden, vooral als diabetes type 1 en kransvatziekte vaak in de familie voorkomen.(18,19) Het goede nieuws is dat geitenmelk uitsluitend A2 bèta-caseïne bevat.

Voordelen van geitenmelk uit Nieuw-Zeeland
Vergeleken met geiten uit Europa produceren Nieuw-Zeelandse geiten melk met de minste (allergene) alfa-S1-caseïne. Het alfa-S1-caseïnegehalte in Nieuw-Zeelandse geitenmelk bedraagt 3% van het totale eiwitgehalte, in Europese geitenmelk is dit percentage circa 10% en in koemelk 45%. Daarbij zijn de vetbolletjes in geitenmelk uit Nieuw-Zeeland kleiner dan die in Europese geitenmelk. Geitenmelk uit Nieuw-Zeeland is daarom nog beter verteerbaar.

* Verklarende woordenlijst
Caseïne – eiwitachtig bestanddeel van melk. Het is de grondstof voor kaas.
Nucleotide – organische verbinding van fosforzuur, koolhydraat en purine- of pyrimidinebase, als basis voor nucleïnezuren (RNA, DNA).
Stremming – het zich scheiden van melk in wrongel en wei.
Wei – dunne vloeistof, die na afscheiding van de wrongel overblijft van de melk.
Wrongel – gestremde melk die gewrongen en geperst wordt om er kaas van te maken.

Referenties
1 Grant C et al. A randomised, double-blind comparison of goat milk and cow milk formula. Abstract of paper presented at the 11th Asian Congress of Paediatrics, Bangkok, 2-7 November 2003.
2 Attaie R, Richter RL. Size distribution of fat globules in goat milk. J Dairy Sci. 2000;83(5):940-4.
3 Prosser C et al. Digestion of milk proteins from cow or goat milk infant formula. Abstract and poster paper presented at the New Zealand Pediatric Conference, Queenstown, August 2003.
4 Ellis MH, Short J, Heiner DC. Anaphylaxis after ingestion of a recently introduced hydrolyzed whey protein formula. J Pediatr 1991;118:74-77.
5 Lara-Villoslada F, Olivares M, Jimenez J et al. Goat milk is less immunogenic than cow milk in a murine model of atopy. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2004;39(4):354-360.
6 Zeman FJ. 1982. Clinical nutrition and dietetics. Callamore Press, D.C. Health & Co., Lexington, Massachusetts.
7 Barrionuevo M, Lopez Aliaga I, Alferez MJ et al. Beneficial effect of goat milk on bioavailability of copper, zinc and selenium in rats. J Physiol Biochem. 2003;59(2):111-8.
8 Besler M, Eigenmann P, Schwartz RH. Allergen Data Collection: Goat´s Milk (Capra spp.). Internet Symposium on Food Allergens 4(2):119-24 (2002). http://www.food-allergens.de
9 Bevilacqua C et al. Goats’ milk of defective alpha(s1)-casein genotype decreases intestinal and systemic sensitization to bèta-lactoglobulin in guinea pigs. Journal of Dairy Research 2001;68:217-227.
10 Prosser C et al. New Zealand goat milk reduces gut damage by indomethacin. Poster paper presented at the NZ Bioacti-ve Conference, Hamilton, New Zealand, 2001.
11 Prosser C et al. Reduction in heat induced gastrointestinal hyperpermeability in rats by bovine colostrum and goat milk powders. Journal of Applied Physiology 2004;96:650-654.
12 Uauy R, Quan R, Gil A. Role of nucleotides in intestinal development and repair: implications for infant nutrition. J Nutr. 1994;124(8S):1436S-1441S.
13 Lerner A, Shamir R. Nucleotides in infant nutrition: a must or an option. Isr Med Assoc J. 2000;2(10):772-4.
14 Aliaga L, Alferez MJM, Barrionuevo M et al. Influence of goat and cow milk on the digestive and metabolic utilisation of calcium and iron. J Physiol Biochem 2000;56:201-208.
15 Barrionuevo M, Alferez MJ, Lopez AI et al. Beneficial effect of goat milk on nutritive utilization of iron and copper in malabsorption syndrome. J Dairy Sci 2002;85:657-664.
16 Alferez MJ, Lopez Aliaga I, Barrionuevo M et al. Effect of dietary inclusion of goat milk on the bioavailability of zinc and selenium in rats. J Dairy Res. 2003;70(2):181-7.
17 Park YW, Mahoney AW, Hendricks DG. Bioavailability of iron in goat milk compared with cow milk fed to anemic rats. J Dairy Sci 1986;69:2608-2615.
18 Laugesen M, Elliott R. Ischaemic heart disease, Type 1 diabetes, and cow milk A1 beta-casein. N Z Med J 2003;116. http://www.nzma.org.nz/journal/116-1168/295/
19 Elliott RB, Harris DP, Hill JP et al. Type I (insulin-dependent) diabetes mellitus and cow milk: casein variant consumption. Diabetologia 1999;42(8):1032.
20 McLachlan CN. Beta-casein A1, ischaemic heart disease mortality, and other illnesses. Med Hypotheses 2001;56:262-72.
21 Swinburn B. Beta casein A1 and A2 in milk and human health. Report to New Zealand Food Safety Authority, July 2004. http://www.nzfsa.govt.nz/policy-law/projects/a1-a2-milk/a1-a2-report.pdf.

Koemelk

Koemelkallergie, lactose-intolerantie & andere nadelige effecten van koemelk

Steeds meer artsen en voedingsdeskundigen waarschuwen voor de nadelige effecten van koemelk. De twee bekendste daarvan zijn koemelkallergie en lactose-intolerantie.

Lactose-intolerantie is een (totaal of gedeeltelijk) gebrek aan lactase, het enzym dat lactose (melksuiker) afbreekt tot enkelvoudige suikers (galactose en glucose) die door de darm kunnen worden opgenomen in het bloed. Mensen met een gebrek aan dit enzym verdragen geen koemelk. Lactose wordt bij hen niet afgebroken maar door bacteriën omgezet in gas en melkzuur. Dit zorgt voor maagdarmklachten, zoals winderigheid, diarree, buikpijn, overgeven, enz.

Koemelkallergie is een allergische reactie op één of meer proteïnen (eiwitten) in melk, meestal het eiwit caseïne. Dat kan uiteenlopende symptomen veroorzaken: maagdarmklachten, luchtwegaandoeningen, huidklachten, pijn en ontstekingsreacties, psychische symptomen, neurologische aandoeningen en zelfs anafylaxie (levensbedreigende, acute allergische reactie).

Maar melk is ook los van deze twee erkende ziektebeelden niet echt een geschikt voedingsmiddel voor de mens.

Mogelijke gevolgen van (te veel) koemelk:

  • verhoogde slijmaanmaak (darmen, luchtwegen)
  • verminderde immuniteit
  • gezwollen keel- en neusamandelen
  • maagdarmklachten
  • terugkerende infecties
  • allergie, eczeem, astma
  • auto-immuniteit (reumatoïde artritis, diabetes type 1 en andere auto-immuunziekten)
  • neurologische aandoeningen, psychische ziektebeelden en gedragsstoornissen
  • nierstenen
  • osteoporose
  • verminderde opname van mineralen en vitamine B12
  • verhoogde aanmaak van insuline en insulineachtige groeifactor (IGF-1) met op lange termijn een verhoogd risico op kanker

Toch blijven reclameslogans als Melk is goed voor elk, Melk en je kan tegen een stootje en Drink nu melk voor later melk en zuivelproducten promoten. Het belangrijkste argument is dat melk rijk is aan calcium, het mineraal dat we nodig hebben voor sterke botten. Calcium uit melk wordt echter niet goed opgenomen. Te veel melk heeft bovendien een verzurend effect, waardoor mineralen zoals calcium uit de botten gehaald worden. Veel koemelk drinken of zuivelproducten eten kan osteoporose juist in de hand werken.

De meeste mensen krijgen klachten door het eten van melkproducten. Het schrappen van koemelk zal altijd een gunstig effect hebben op je gezondheid, ook wanneer je geen aangetoonde lactose-intolerantie of koemelkallergie hebt.

Je kan koemelk vervangen door plantaardige melk: amandelmelk, rijstmelk, sojamelk, quinoamelk, kastanjemelk, hazelnootmelk, havermelk, kokosmelk, …

 Bron:

Vit B12 (Cobalamine)

VIT B12 TEKORT WAT KUNNEN DE SYMPTOMEN ZIJN?

  • Aantasting van de oogzenuwen
    Daardoor:

    • Vreemde oogtrillingen, lichtflitsen,
    • Optische neuropathie
    • Letsel van de optische oogzenuw,
  • Afname of verlies van gezichtsvermogen
  • Alzheimer
  • Ataxie
  • Duizeligheid
  • Gecombineerde strengziekte,
  • Gehoorproblemen
  • Gewrichtspijn, spierpijn,
  • Heel vaak moeten plassen,
  • Hoofdpijn
  • Hooggevoeligheid,
  • Hyperesthesie, zenuwpijn
  • Krampen, tintelingen
  • Lage rugpijn
  • Loopstoornissen
  • Maag(zuur)klachten
  • Migraine
  • Onverklaarbaar vallen, bot breken
  • Oogproblemen, maculadegeneratie
  • Oorsuizingen
  • Osteoporose
  • Ouderdomsklachten,
  • Parkinson
  • Restless leg syndrome; rusteloze benen
  • Verdoofd gevoel in ledematen,
  • Verlamming
  • Verzwakking
  • Vreemd gevoel in de voeten
  • Vroegtijdige veroudering
Deze info wordt u geboden door

Hart en vaatproblemen en vitamine B 12

Hart en vaatproblemen

Schermafbeelding 2015-01-15 om 21.08.12Een tekort aan vitamine B12 lijdt tot een verhoogde homocysteïnewaarde(*1) (Het normale homocysteïnegehalte in het bloed is voor mannen lager dan 16,4 micromol per liter (µmol/liter) en voor vrouwen lager dan 13,4 µmol/l.). Een verhoogde homocysteïnewaarde is een grote risicofactor voor hart- en vaatziekten (te vergelijken met een hoog cholesterolgehalte).

  • Benauwdheid en pijn op de borst
  • Bloedafwijkingen
  • Bloedproppen
  • Coronaire hartziekte
  • Diep veneuze trombose
  • Duizeligheid,
  • Hartaanval
  • Hart- en vaatproblemen
  • Hartkloppingen
  • Hartritmestoornissen
  • Longziekten; longembolie (bloedprop in longen)
  • Macrocytose (vergrote rode bloedlichaampjes)
  • Orthostatische hypotensie (te lage bloeddruk in staande houding, met flauwvallen als gevolg)
  • Pernicieuze anemie (kwaadaardige bloedarmoede)
  • Schildklierafwijkingen/ziekten
  • TIA, (mini-)beroerte/CVA
  • Vergrote milt of lever
  • Verhoogd homocysteïne-niveau,
  • Verhoogd risico op Cardiovasculaire aandoeningen,

*1 Homocysteïne is normaal gesproken in alle cellen aanwezig, maar slechts in geringe hoeveelheden. In gezonde cellen wordt homocysteïne snel omgezet in andere producten. Voor deze omzetting is actief foliumzuur nodig. Vitamine B12 en andere B vitamines zijn op hun beurt nodig om foliumzuur in zijn actieve vorm te houden.

Om homocysteïne laag te houden zijn foliumzuur, vitamine B12 en andere B-vitaminen noodzakelijk. We nemen deze stoffen op via de voeding (foliumzuur: vooral in groene bladgroente en graanproducten; Vitamine B6: in groente en fruit; Vitamine B12 in vlees, vis en gevogelte).

Homocysteïne is tussenproduct van de transaminering van het aminozuur methionine tot het aminozuur cysteïne. Het is een niet-essentieel aminozuur, doordat het in het menselijk lichaam aangemaakt kan worden uit methionine

(Methionine zit in dierlijke voedingsstoffen zoals: zuivelproducten, vlees, kip, vis, schaal en schelpdieren. Plantaardige voedingsstoffen zoals: tarwekiemen, havervlokken, noten, sesamzaad, linzen, sojabonen, avocado.) 

 Deze info wordt u geboden door