De relatie darmflora en huidziekte

Dat een gezonde lifestyle en dieet goed zijn voor je huid weten we wel, maar dat ook je maag- en darmflora alles kan uitmaken voor de gezondheid van je huid is een stuk minder bekend. Deze ‘gut-skin connection’ is een hot topic binnen de dermatologie en de gehele geneeskunde. BeautyJournalist Emma Wagenaar zocht het fenomeen nader uit.

Welke invloed heeft je maagdarmflora?

De Chinese gezondheidsleer gaat al eeuwen uit van een link tussen wat er zich afspeelt in de maag en darmen en de huid. Maar moderne wetenschap weet nu ook steeds meer huidaandoeningen te verbinden aan maag- en darmproblemen en onderzoeken bevestigen het belang van de ‘gut-skin connection’.

“Maar bij dit verband draait het niet alleen om maagdarmproblemen die huidziektes veroorzaken. Maar om de invloed die je maagdarmflora heeft op de huid”, legt dermatoloog aan de Erasmus MC en expert op dit gebied, dr. Bing Thio, uit.

De eetgewoonten van je dierentuin

“In je maagdarmstelsel woont van nature ongeveer 1,5 tot 2 kilo bacteriën, virussen en schimmels (microbioom). Deze horen daar en veroorzaken – in de juiste balans – geen problemen. Alles wat je eet gaat dwars door deze zogenaamde ‘dierentuin’.

Huidziekte behandelen via bacteriën

De bacteriën reageren op wat je eet; sommigen groeien, sommigen worden geremd. Dit kan resulteren in een overgroei aan een bepaalde bacterie. Dit kan dus ook op je huid zijn, het hoeft niet per se in het lichaam te zijn: in de maag en darmen. Maar tussen huid en maag-darmen is dus wel een hele belangrijke connectie. In beide gevallen reageert je immuunsysteem.

Bij een verkeerde bacteriebalans op je huid reageert niet alleen je huid door een reactie van het immuunsysteem, maar ook je maag-darm kanaal, dat eveneens wordt gealarmeerd door het immuunsysteem. Het kan dus belangrijk zijn om beide wegen (de huid en de maag-darm) mee te nemen in behandeling van het probleem.

Gut-brain-acne-interaction

“If you want to heal your skin, you have to ‘heal’ your gut”

De altijd hongerige acne-bacterie

Een voorbeeld: “Bij acne speelt de Propionibacterium acnes een grote rol. Deze bacterie heeft iedereen op de huid. Als de talgklier meer talg aanmaakt, dus meer vet, is er meer voedingsgrond voor deze bacterie en groeit de populatie.

De puist als opruimreactie van je immuunsysteem

Dr. Thio: “Als reactie op die verstoorde bacteriebalans komt de Th17-generaal van je immuunsysteem in actie. Deze Th17 is als het ware de bewaker van die eerder genoemde ‘dierentuin’. Deze geeft dan aan zijn ‘soldaatjes’ (neutrofielen) door dat ze bepaalde eiwitten moeten aanmaken die het te veel aan verkeerde bacteriën opruimen. Het resultaat daarvan is – in het geval van de Propionibacterium acnes: pus, oftewel puistjes.

Nieuw medicijn tegen Rosacea

Een ander goed voorbeeld is volgens Dr. Thio rosacea (de altijd rode wangen en neus, soms puistjes en zichtbare adertjes). “De parasiet Demodex (die ook van nature voorkomt in je haar en talgklieren) speelt daarbij een belangrijke rol.

We weten nu dat je, door deze parasiet uit te schakelen rosacea kunt behandelen. In Amerika is er nu een nieuw medicijn: Ivermectine zalf, dat heel goed ingezet kan worden. In Nederland is het helaas nog niet geregistreerd. Eigenlijk is het niet nieuw, het wordt al heel lang ingezet tegen tropische worm- en parasietinfecties en bij schurft. Bij toeval is ontdekt dat het ook tegen rosacea helpt. (Lees er hier meer over.)

Eczeem

Hetzelfde geldt voor de Staphylococcus aureus bij constitutioneel eczeem. Deze bacterie leeft ook op de huid, maar wordt net als de parasiet Demodex gecontroleerd door het immuunsysteem, dat op zijn beurt weer gecontroleerd wordt door het microflora in je maagdarmstelsel. Uiteindelijk is chocolate-women-eatingdie maag- en darmflora dus super belangrijk.”

De rol van voeding

“Zo snap je dat voeding een belangrijke rol speelt bij een gezonde huidflora en dat het eten van bijvoorbeeld chocolade best invloed kan hebben op bijvoorbeeld acne, omdat de bacteriën die je immuunsysteem beïnvloeden dat lekker vinden. Bij psoriasis kan suiker verergerend werken”, aldus de expert.

Bij ieder mens ziet de bacteriesamenstelling er anders uit

Een belangrijke stap in het aanpakken van huidproblemen is dus onderzoeken of er bepaalde voedingsmiddelen zijn waar je microflora ongunstig op reageert. En dat is heel persoonlijk; ieders ‘dierentuin’ is anders. Het zijn zaken die nog niet wetenschappelijk zijn aangetoond, maar die je volgens de dermatoloog wel serieus moet nemen.

Wat kun je zelf nog meer doen?

“Je kan je nu dus ook voorstellen dat bepaalde probiotica en prebiotica ingezet kunnen worden bij het behandelen van huidproblemen die met het immuunsysteem te maken hebben.

Stap één is dan natuurlijk de bacterie te identificeren die de veroorzaker is. Daar wordt op het mangopulpmoment veel onderzoek naar gedaan.

Daarnaast worden de effecten van bepaalde kruiden, planten en vruchten daarop steeds beter onderzocht, bijvoorbeeld in Zuid-Korea. Zo weten we nu dat lupeol (een stofje in o.a. mangopulp en aloë vera) heel goed werkt bij acne, dat je met het eten van kimchi (gefermenteerde kool en groenten) een droge huid kunt bestrijden en dat de antioxiderende werking van tomaten (lycopeen) belangrijk is tegen huidveroudering.

Daarnaast werkt rode wijn (een glas per dag) heel goed bij ontstekingsziektes zoals acne. Hele normale en goedkope oplossingen,” aldus de dermatoloog.

AlieAfspraak maken? Ga naar mijn afspraakplanner

Waarom bepaalde therapien niet aanslaan

imageBiofilm
In het menselijk darmstelsel bevindt zich een schadelijke slijmlaag welke door schadelijke bacteriën is gevormd. Dit wordt ook wel de biofilm genoemd. Je kunt het vergelijken met het slijmlaagje dat je in een bloemenvaas aantreft als je ze te lang laat staan, alle schadelijke bacteriën maken een slijmlaag om zich te beschermen. In het menselijke darmstelsel wordt dit een hele kolonie waarin vele bacteriën, maar ook virussen, parasieten en schimmels zich kunnen verstoppen. Het vervelende is dat de bacteriën het lichaamseigen materiaal gebruiken om die slijmlaag te maken en omdat het lichaamseigen is, is deze hierdoor lastig op te sporen en te behandelen.
Om die reden is het voor veel specialisten zo moeilijk om bepaalde bacteriën of virussen onder controle te krijgen, denk bijvoorbeeld aan Lyme.
Door de aanwezigheid van de biofilm is de darmwand over het algemeen uitgedroogd en licht tot zwaar ontstoken zodat we een Lekkende Darm Syndroom (Leaky Gut) krijgen. De biofilm hecht zich hierdoor nog makkelijker aan de darmwand.
Nu zijn er enkele producten op de markt die gemaakt zijn om die biofilm op te lossen, maar hierbij blijft er nog altijd een deel van de biofilm achter. Deze groeit hierdoor net zo hard weer aan door de daarin nog aanwezige schadelijke bacteriën. Tevens komen er dan in een keer zo veel bacteriën, virussen en parasieten vrij in de darm dat dit een grote belasting voor de gezondheid van de gebruiker oplevert. Een darmreinigingskuur, verkrijgbaar bij natuurpraktijkaurora; Vreedepeelweg 4 Beringe (0641979844 (appan) pakt op zeer vriendelijke en effectieve wijze deze hele biofilm aan. Dit product bevat een gefermenteerde vezel. imageDeze vezel dringt op zachte wijze door de biofilm heen, zonder deze kapot te maken. Hierdoor wordt de darmwand weer bevochtigd.
Zodra de bevochtiging plaatsvindt kan de biofilm zich niet meer hechten en komt deze er simpelweg uit gegleden, zonder enig ongemak voor de gebruiker.

Alie Wouda info@natuurpraktijkaurora.nl

Ontlasting wat zegt dat over je gezondheid

Schermafbeelding 2015-01-27 om 01.39.46Jullie weten net als ik dat als je kinderen in de pubertijd komen en of zitten, met alles wat ze doen en zeggen net het tegenovergestelde is wat “moeders” willen. Zo ook over voeding en over gezondheid, want het is natuurlijk altijd stom en : “jij ook altijd”.

Maar ja die jeugdpuistjes zijn toch wel heel lastig. Komt zomaar uit het niets de vraag: “mam  heb je daar wat voor?”  Ik denk yes meteen reageren. Mijn eerste vraag: ” Hoe is je ontlasting?”. Oh nee verkeerde vraag. Want zijn eerste reactie was: “mam doe ff normaal”

Dan maar via dit blog

Welke ziek makende factoren zie je aan de ontlasting?

  • (Eerst even iets over de consistentie. de ontlasting is goed als je elke ochtend op hetzelfde tijdstip een mooie worst met een puntje draait, zo min mogelijk ontlasting op het toiletpapier terecht komt.).
  • Plakt aan de pot;  lever ontgiften of enzymen voor de vertering.
  • Blijft drijven;  Darmflora uit balans, vertering is niet goed,
  • Constipatie; te weinig vocht, overgevoeligheid voor bepaalde voeding, stress.
  • De Geur; slechte eiwitvertering zwavelgeur, slechte koolhydraatvertering; gisting en zure geur, stress etc.
  • Bijmengsels in de ontlasting; slijm is irritatie darmslijmvlies; ontsteking, onverteerd voedsel; tandvlees?, vertering?, stress?
  • Winderigheid: vertering (enzymen) (te veel koolhydraten), stress,

Schermafbeelding 2015-01-27 om 01.38.53

Tips voor een goede ontlasting:

  1. Paleo eten
  2. Ontgiften
  3. Voorkomen van stress
  4. Suppletie  van vitaminen en mineralen
  5. Een meegemaakte ziekte, behandelen
  6. Zorg voor zoveel mogelijk voeding voor de gezonde darmflora
    1. Voeding?
  7. Ontzuur je lichaam 2 keer per jaar,
    1. testen?

“Slechte darmen is de moeder van alle ziekten”.

Deze info wordt u geboden door

Probiotica

imagesBESCHRIJVING

Het maagdarmkanaal is het belangrijkste immuunorgaan van ons lichaam en staat via het grote oppervlak van de darmwand continu in contact met de buitenwereld (door de ontelbare microvilli). De darminhoud kan behalve voedingsstoffen ook een groot aantal lichaamsvreemde, toxische stoffen en ziekteverwekkende bacteriën bevatten. In het darmkanaal leven ca. 100.000 miljard (10 tot de macht 14) bacteriën. Dit is ongeveer tien keer zoveel als het totaal aantal cellen van het menselijk lichaam. De gezondheid van de darmen is het resultaat van een microscopisch samenspel tussen miljarden gunstige (probiotische) en ongunstige (pathogene) bacteriën. De algehele gezondheid van de mens wordt grotendeels bepaald door de mate van evenwicht van de darmflora. Een gezonde darmflora is daarom absoluut noodzakelijk voor een goede gezondheid.

W E R K I N G

Probiotische bacteriestammen hebben onder meer de volgende effecten:

● Antimicrobiële activiteit tegen pathogenen: probiotische bacteriën gaan de groei van pathogene organismen in het maagdarmkanaal tegen. Ze strijden om het beschikbare voedsel en de beschikbare ruimte (o.a. om zich te kunnen hechten aan de darmwand) en scheiden daarbij substanties uit, zoals melkzuur en andere organische zuren en antibiotisch werkende stoffen die bekend staan onder de naam bacteriocinen. Daardoor ontstaat er een milieu waarin pathogenen zich niet thuis voelen en niet kunnen uitgroeien. Eenmaal gehecht aan de darmwand is er geen plaats meer voor ongunstige bacteriën. Onderzoeken tonen de antagonistische werking aan van probiotica op pathogene microben en het vermogen om darminfecties, veroorzaakt door deze schadelijke organismen, te genezen [1, 2, 3].

● Voedselvertering: probiotische organismen dragen bij aan het verteringsproces, doordat ze enzymen (zoals lactase) bevatten. De vertering van lactose en melkproducten wordt hiermee ondersteund.

● Productie van kortketenige vetzuren: kortketenige vetzuren zoals melkzuur (lactaat), azijnzuur (acetaat), proprionzuur (proprionaat) en boterzuur (butyraat), worden gebruikt als voeding door de darmepitheelcellen en zijn therapeutisch gebruikt bij aandoeningen als IBS (Inflammatory Bowel Syndrome). Het probleem met orale toediening van boterzuur is de onaangename geur, dit probleem heeft men niet bij het boterzuur wat gevormd wordt door probiotische bacteriën.

● Anti schimmel, virus en gist werking: de door de darmflora geproduceerde kortketenige vetzuren voeden het darmepitheel, waardoor een sterke barrière ontstaat tegen ongunstige schimmels en gisten. Hierdoor wordt voorkomen dat schimmels vanuit de darm in de bloedbaan terechtkomen. Virussen kunnen vernietigd of verwijderd worden door absorbtie.

● pH verlaging: kortketenige vetzuren verlagen de pH en houden daardoor de groei van pathogene darmbewoners in toom. Bovendien vergemakkelijkt een lage pH de absorptie van mineralen zoals calcium, magnesium en zink. Probiotica verhogen hiermee de biobeschikbaarheid van mineralen.

● I m m u u n v e r s t e r k i n g : probiotische flora heeft een krachtig effect op het immuunsysteem door het versterken van zowel de cellulaire als de humorale immuunrespons [4].

● Vermindering van voedselallergieën: een niet-evenwichtige darmflora kan bijdragen aan een hyperpermeabele darmwand (verhoogde doorlaatbaarheid), vroeger ook wel het “leaky gut” syndroom genoemd. Deze doorlaatbaarheid wordt in verband gebracht met een groot aantal ziektebeelden, waaronder voedselovergevoeligheden, voedselallergieën en overbelasting van de lever.

● Cholesterolverlaging: probiotische bacteriën converteren cholesterol in een minder absorbeerbare vorm, waardoor de absorptie van cholesterol vanuit het maagdarmkanaal wordt verminderd en het serumcholesterolgehalte daalt.

● Productie van vitaminen: veel enzymen in het lichaam hebben voor hun functioneren B-vitaminen als co- enzym nodig. Bifidobacteriën kunnen sommige van deze vitaminen produceren, waaronder vitamine B1, B6, B12, foliumzuur, biotine en vitamine K, evenals verschillende aminozuren.

● Inwendige reiniging: probiotica helpen bij het herstel van de microbiële flora in de gehele darm. De dikke darm kan gezien worden als een afvalbewaarbak, waarbij een regelmatige stoelgang ophoping van toxines voorkomt. Lactobacillen en bepaalde gisten hebben een stimulerende functie op de darmperistaltiek en bevorderen hiermee een regelmatige stoelgang.

● Preventie en behandeling van diarree [7, 8, 9]: in een gezond darmkanaal heerst een milieu waarin de meeste pathogene bacteriestammen zich niet thuis voelen. De probiotische flora voorkomt door productie van zuren en antibiotisch werkende stoffen, evenals door competitie om voedsel en ruimte, dat grote aantallen pathogenen de darm gaan koloniseren. De mate waarin een darm daartoe in staat is, wordt kolonisatieresistentie genoemd. Bij een dysbiotische flora, bv. na antibioticagebruik of als gevolg van een

infectie met Clostridium difficile, bestaat de kans dat de pathogene stammen, die door hun toxische bijproducten soms de oorzaak zijn (geweest) van de diarree, de probiotische flora gaan overgroeien. Ongeacht wat de oorzaak is, gaan er bij diarree in korte tijd grote aantallen probiotische bacteriën verloren. Het is dan van groot belang de probiotische stammen snel weer aan te voeren, omdat deze de beste bestrijders zijn van deze pathogenen [10, 11].

INDICATIES
Antibioticagebruik: antibiotica kunnen een groot deel van de darmflora doden. Toediening van probiotica vult gunstige bacteriën aan. Probiotica moeten enkele uren voor of na de antibiotica ingenomen worden. Obstipatie: het gebruik van probiotica kan constipatie als gevolg van een slechte darmflora verlichten en hiermee een regelmatige stoelgang bevorderen.

(Reizigers-)diarree: diverse Lactobacillus-stammen werken preventief en therapeutisch bij diarree. Zowel de duur als de intensiteit van diarree-aanvallen kan worden teruggedrongen [9]. Chronische darmontstekingen zoals de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa. Beiden ziektebeelden gaan gepaard met ontstekingen. Één van de eigenschappen van probiotica is dat ze ontstekingen kunnen verminderen door de weerstand (via het immuunsysteem) te verhogen.

IBS (Inflammatory Bowel Syndrome) ook wel PDS (Prikkelbare Darm Syndroom) genoemd [12]. Hypercholesterolemie: probiotische bacteriën zorgen voor een verhoogde uitscheiding van galzuren, het lichaamscholesterol wordt in hogere mate omgezet in galzuren. Immuunzwakte: de darm is het grootste immuunorgaan van het lichaam. Verbetering van de darmflora in de dunne darm heeft een zeer positief effect op de conditie van het afweersysteem[4].

Infecties van de urinewegen (cystitis), vagina of darmen: bij vaginale infecties (Chlamydia, Trichomonas en Candida) kunnen regelmatige vaginale douches met een probiotica oplossing helpen [13]. Lactobacillus acidophilus kan de duur en incidentie van Candida-infecties (zoals Candida albicans) in de vagina en colon verminderen. Darmparasieten: probiotica, evenals bepaalde gunstige gisten, hechten zich aan de darmwand zodat er geen plaats meer is voor andere organismen. Candidiasis: probiotica kan de kolonisatie en groei van Candida soorten, zoals Candida albicans, remmen. Ook het immuunsysteem kan door toediening van probiotica beter reageren op contact met Candida. Dit geldt voor alle leeftijden, zowel voor te vroeg geborenen als ouderen [14, 15]. Huidaandoeningen als acné, psoriasis en eczeem: de ontstekingsremmende werking van probiotica beperkt zicht niet enkel tot de darm. Uit een studie met jonge kinderen met atopisch eczeem bleek toediening van lactobacillus- en bifidobacteriën na 2 maanden significant de huidaaandoening te verbeteren vergeleken met de placebo groep [16]. Uit een review bleek vooral de Lactobacillus rhamnosus stam effectief te zijn bij (atopisch) eczeem [17]. In een algemene review over probiotica in relatie met de huid wordt de relatie tussen intestinale microflora, het immuunsysteem en de huid gepresenteerd. Uit de diverse onderzoeken opgenomen in de review blijkt probiotica gunstige effecten te hebben bij huidaandoeningen [18]. Allergie: zo’n 80% van de afweer vindt zijn oorsprong in de darm. Een goed afweersysteem voorkomt allergische reacties. bij kinderen met eczeem (atopische dermatitis) veroorzaakt door koemelkallergie kunnen Lactobacillen de symptomen verminderen. De probiotische bacteriën verbeteren de integriteit van de darmwand en gaan ontstekingen aldaar tegen [16]. Voedselallergieën: probiotica kunnen ingezet worden bij het voorkomen en behandelen van voedselallergieën [19]. Bij een voedselallergie verloopt de reactie op de allergenen via het immuunsysteem. Probiotica verhogen de immuniteit van de darm, verbeteren de functie van cytokinen en de darmpermeabiliteit neemt af. Lactose intolerantie: probiotische stammen produceren lactase waardoor lactose afgebroken kan worden. Jicht: probiotica hebben een verlagend effect op urinezuur. Artritis en andere reumatische aandoeningen: omdat probiotica het immuunsysteem opkrikken kan het lichaam ontstekingen beter opruimen. Tandvleesontstekingen: bij tandvleesontstekingen kan de mond regelmatig gespoeld worden met een oplossing van probiotica. Ontstekingen aan het tandvlees gaan vaak samen met bloedend tandvlees tijdens het poetsen. Ook plakvorming komt minder voor als gespoeld wordt met probiotica [20]. Ulcera in maag of duodenum. Vaak blijkt een infectie met de Helicobactor pylori verantwoordelijk te zijn voor het ontstaan van een maagzweer. probiotica helpen bij het bestrijden van deze bacterie [21, 22]. Uit een analyse van 9 humane studies bleken 7 studies een positief effect te laten zien van probiotica bij gastritis (maagontsteking), veroorzaakt de de H. pylori. De hoeveelheid H. pylori kon effectief besteden worden met probiotica. Tevens bleek probiotica een goede ondersteuning te zijn van de behandeling van H. Pylori met antibiotica. Ook werden de bijwerkingen van de antibiotica gereduceerd door de probiotica [23]. Flatulentie: probiotica helpen bij de voedselvertering en dragen bij aan het verteringsproces, doordat ze enzymen (zoals lactase) produceren. Tevens helpen ze bij het verlagen van de pH. Door de verbeterde vertering wordt gisting en de hiermee samengaande gasvorming vermindert of voorkomen. Hepatische encefalopathie (HE): bij dit syndroom spelen diverse factoren een rol, waaronder uit de darm afkomstige toxinen zoals ammoniak en andere stikstof bevattende stoffen [24].

Informatie tot nu interessant en wilt u meer weten? voeg me toe als vriend, dan kunnen we erover discussiëren https://www.facebook.com/natuurpraktijkaurora

CONTRA-INDICATIES Van probiotica zijn geen contra-indicaties bekend, ook niet in hoge doseringen.

BIJWERKINGEN Patiënten die pro- en prebiotica gebruiken, kunnen aanvankelijk een verhoogde gasvorming of krampen bemerken.

Dit is een teken dat de gunstige bacteriën aan het fermenteren zijn en het darmmilieu aan het verzuren is. Na verloop van tijd (meestal een week) past het lichaam zich aan en verminderen of verdwijnen deze neveneffecten. In een dergelijk geval kan het zinvol zijn de aanvangsdosis gedurende de eerste twee weken te verminderen tot de helft van de aanbevolen dosering.

INTERACTIES Probiotica verminderen de bijwerkingen van antibiotica en kunnen diarree veroorzaakt door antibiotica verminderen of voorkomen [25-28]. Interacties met reguliere of natuurgeneesmiddelen zijn mogelijk. Raadpleeg hiervoor een deskundige.

DOSERING Om effectief te kunnen zijn dient een probioticum per dosis toch minstens enkele miljarden bacteriekiemen te bevatten. Dit omdat er altijd een deel van de bacteriën sneuvelt voordat ze in de darm terechtkomen.

Over het beste moment van inname van probiotica bestaan verschillende opvattingen. In principe overleven de meeste bacteriën als ze weinig maagzuur, verteringsenzymen en gal tegenkomen én wanneer ze niet te lang in het maagmilieu moeten verblijven. Het transport door de maag vindt relatief het snelst plaats wanneer de maag leeg is. Van een glas water vermengd met een probioticum dat op lege maag is ingenomen, wordt iedere 10 minuten de helft van de maaginhoud in het darmkanaal geleegd. Na een half uur is dan 87,5% van de ingenomen bacteriestammen al in de darm aanwezig. Maar ook de zuurgraad (pH) van de maagvloeistof bepaalt in sterke mate de overleving van de bacteriestammen in de maag. De pH van de maag is het hoogst ‘s ochtends voor het ontbijt, ‘s avonds voor het slapen gaan en tijdens de maaltijden (pH >4). Tussen de maaltijden door kan de pH dalen tot beneden de 3.

Inname van probiotica is qua zuurgraad het gunstigst op een lege maag ‘s ochtends voor het ontbijt, ‘s avonds voor het slapen gaan of bij de maaltijden. Bij de maaltijd is echter de maagpassage een stuk trager en zijn er ook meer gal en verteringsenzymen aanwezig, vooral wanneer de maaltijd veel vet en/of eiwit bevat.

Het is aan te raden probiotica verspreid over de dag in te nemen, vooral in het begin in verband met mogelijke bijwerkingen als gasvorming en kramp. Ieder probioticum heeft zijn eigen specifiek karakter. Afhankelijk van de bacteriestammen in de probiotia is het aan te raden om de probiotica regelmatig te gebruiken om uitspoeling te voorkomen.

Voedingsvezels hebben eveneens een gunstig effect op de darmflora en met name op de Bifidobacteriën in de dikke darm. Het gebruik van een vezelrijke voeding werkt daarom ondersteunend bij het gebruik van probiotica. Probiotica zelf werken synergistisch bij alle orthomoleculaire therapieën, omdat een goede darmflora de absorptie van de orthomoleculaire nutriënten duidelijk verbetert. Omgekeerd kunnen therapeutische hoeveelheden zink de koloniseerbaarheid verbeteren.

bron: naturafoundation
REFERENTIES 1. Gorbach SL. Probiotics and gastrointestinal health. Am J Gastroenterol 2000 Jan;95(1 Suppl):S2-4 2001; 95: S2-4. 2. Guarner F, et al. Gut flora in health and disease. Lancet 2003 Feb 8;361(9356):512-9. 3. Isolauri E, et al. Probiotics: a role in the treatment of intestinal infection and inflammation? Gut 2002 May;50

Suppl 3:III54-9. 4. Alberda C, et al. Effects of probiotic therapy in critically ill patients: a randomized, double-blind, placebo-

controlled trial. Am J Clin Nutr. 2007 Mar;85(3):816-23. 5. Burns AJ, et al. Anti-carcinogenicity of probiotics and prebiotics. Curr Issues Intest Microbiol 2000 Mar;1(1):13-24

Curr Opin Clin Nutr Metab Care 2001 Nov;4(6):571-9. 6. Naito S, et al. Prevention of recurrence with epirubicin and lactobacillus casei after transurethral resection of

bladder cancer. J Urol. 2008 Feb;179(2):485-90. 7. Cremonini F, et al. Meta-analysis: the effect of probiotic administration on antibiotic-associated diarrhoea.

Aliment Pharmacol Ther 2002 Aug;16(8):1461-7. 8. D’Souza AL, et al. Probiotics in prevention of antibiotic associated diarrhoea: meta-analysis. BMJ 2002 Jun 8;324

(7350):1361. 9. Huang JS, et al. Efficacy of probiotic use in acute diarrhea in children: a meta-analysis. Dig Dis Sci 2002 Nov;47

(11):2625-34. 10. Saavedra J. Probiotics and infectious diarrhea. Am J Gastroenterol 2000 Jan;95(1 Suppl):S16-8 2001; 95: S16-S8. 11. Hickson M, et al. Use of probiotic Lactobacillus preparation to prevent diarrhoea associated with antibiotics:

randomised double blind placebo controlled trial. BMJ. 2007 Jul 14;335(7610):80. Epub 2007 Jun 29. 12. Mitsuyama K, et al. Gut microflora: a new target for therapeutic approaches in inflammatory bowel disease.

Expert Opin Ther Targets. 2008 Mar;12(3):301-12. 13. Mijac VD, et al. Hydrogen peroxide producing lactobacilli in women with vaginal infections. Eur J Obstet

Gynecol Reprod Biol. 2006 Nov;129(1):69-76. Epub 2006 Jul 11. 14. K. Hatakka, et al. Probiotics Reduce the Prevalence of Oral Candida in the Elderly-a Randomized Controlled

Trial. J. Dent. Res., Feb 2007; 86: 125 – 130. 15. P Manzoni, et al. Oral supplementation with Lactobacillus casei subspecies rhamnosus prevents enteric

colonization by Candida species in preterm neonates: a randomized study. Clin Infect Dis, June 15, 2006; 42

(12): 1735-42. 16. Isolauri E, et al. Probiotics in the management of atopic eczema. Clin Exp Allergy 2000 Nov;30(11):1604-10 2001;

30: 1604-110. 17. Betsi GI, et al. Probiotics for the treatment or prevention of atopic dermatitis: a review of the evidence from

randomized controlled trials. Am J Clin Dermatol. 2008;9(2):93-103. 18. Caramia G, et al. Probiotics and the skin. Clin Dermatol. 2008 Jan-Feb;26(1):4-11. 19. Jong, L.S. de. Probiotica: een nieuw medicijn tegen voedselallergie? Voedingsmiddelentechnologie [0042-

7934]:2002 Vol:35 Nr:25 Pg:36 -37. 20. Krasse P, et al. Decreased gum bleeding and reduced gingivitis by the probiotic Lactobacillus reuteri. Swed

Dent J. 2006;30(2):55-60. 21. Sheu BS, et al. Pretreatment with Lactobacillus- and Bifidobacterium-containing yogurt can improve the

efficacy of quadruple therapy in eradicating residual Helicobacter pylori infection after failed triple therapy.

Am J Clin Nutr. 2006 Apr;83(4):864-9. 22. Park SK, et al. The effect of probiotics on Helicobacter pylori eradication. Hepatogastroenterology. 2007 Oct-

Nov;54(79):2032-6. 23. Drahoslava Lesbros-Pantoflickova, et al. Helicobacter pylori and Probiotics. J. Nutr. 2007. 137(3 Suppl 2): p.812S-

8S. 24. Malaguarnera M, et al. Bifidobacterium longum with fructo-oligosaccharide (FOS) treatment in minimal

hepatic encephalopathy: a randomized, double-blind, placebo-controlled study. Dig Dis Sci. 2007 Nov;52

(11):3259-65. Epub 2007 Mar 28. 25. D’Souza AL, et al. Probiotics in prevention of antibiotic associated diarrhoea: meta-analysis. BMJ. 2002;324

(7350):1361. 26. Katz JA. Probiotics for the prevention of antibiotic-associated diarrhea and Clostridium difficile diarrhea. J Clin

Gastroenterol 2006;40(3):249-55. 27. McFarland LV. Diarrhoea associated with antibiotic use. BMJ. 2007 Jul 14;335(7610):54-5. 28. Hickson M, et al. Use of probiotic Lactobacillus preparation to prevent diarrhoea associated with antibiotics:

randomised double blind placebo controlled trial. BMJ. 2007 Jul 14;335(7610):80. Epub 2007 Jun 29.

cropped-alie2.jpg

Alie Wouda

Wilt u een afspraak maken? Dat kan online

Slechte darmen: de moeder van alle ziektes

0001fySlechte darmen: de moeder van alle ziektes
Belangrijke aspecten maag-darm problematiek nader bekeken
Voeding en vertering zijn onlosmakelijk verbonden met een goede gezondheid. Niet voor niets wordt gezegd dat we zijn wat we eten. Maar zelfs de meest gezonde voeding is pas doelmatig als die door ons lichaam goed kan worden opgenomen en verteerd. Een structureel slecht verteringsproces in maag en darmen kan leiden tot chronische klachten elders in het lichaam.
In India zegt men dan ook: ‘slechte darmen: de moeder van alle ziektes’.

Vage benaming maag-darmklachten geeft complexicteit aan
Klachten voortkomend uit het maag-darmkanaal zijn vaak moeilijk te omschrijven. Dat vinden we terug in de benaming. We praten over: spastische, lekkende of prikkelbare darmen. Benamingen die op zich weinig duidelijkheid scheppen.

Op de vraag wat een spastische of lekkende darm dan precies is, zal een eensluidend antwoord uitblijven. Het geeft aan dat er onduidelijkheid bestaat over de diversiteit aan oorzaken van de klachten. In deze publicatie zullen we ingaan op enkele belang-rijke aspecten van de maag-darmproblematiek:

  1. Verstoord evenwicht van de micro-organismen
  2. De zuurgraad in ons maag-darmkanaal
  3. Weerstand, anti-lichamen en de rol van ons maag- darmstelsel
  4. Darmen als onafhankelijk zenuwstelsel: ‘the second brain’

0001rxVerstoord evenwicht micro-organismen
We spreken over een microbiële onbalans of dysbiose wanneer het evenwicht van de micro-organismen verstoord is. In deze publicatie betreft het de onbalans in het maag-darmtraject, de mond en de vagina.
In een situatie van microbiële onbalans kunnen bepaalde micro-ben ziektes veroorzaken doordat ze onze ingenomen voedingsstoffen ongunstig beïnvloeden en immuunreacties in het lichaam veroorzaken.
In onze darmen bevinden zich meer dan 500 verschillende soorten microben. Gezamenlijk ontwikkelen deze meer metabolische activiteit dan enig ander orgaan in ons lichaam.

Microben
De belangrijkste microben die bij een verstoord evenwicht ongewenst de overhand kunnen krijgen zijn:

  1. parasieten
  2. gisten en schimmels (vooral cadida albicans)
  3. Virussen
  4. bacteriën

Bacteriën kunnen verder worden onderverdeeld in:

Aërobe bacteriën in het lichaam
Kunnen overheersen bij een overmaat aan antibiotica en bij acute virale of bacteriële infecties waardoor verschil lende goedaardige soorten worden gedood.

Anaërobe bacteriën in het lichaam
De aanwezigheid van deze bacteriën in het lichaam is moeilijk vast te stellen.

Bacteriën in voedsel en water
Zoals Salmonella, Shigella of E.coli die voedselvergiftiging kunnen veroorzaken.

De meest voorkomende bacteriën zijn: Campylobacter jejuni, Clostridium difficile en perfiringens, Bacteroides fragilis, Klebsiel-la, Proteus, Salmonella, Shigella, Cryptosporidiën.

Parasieten
Parasieten verdienen in het kader van de maag-darmproblematiek extra aandacht. Wereldwijd zijn meer dan 1 miljard mensen geïnfecteerd met parasieten. Mensen, dieren, voedsel en transportmiddelen zoals schepen zijn potentiële transporteurs van deze microben. Ziektes waaraan parasieten ten grondslag liggen nemen toe. Die toename heeft verschillende redenen:

* Sterke toename van internationaal reizen
* Immigratie
* Voedsel wordt tegenwoordig over de hele wereld gemaakt en getransporteerd
* Voedselbereiding in restaurants en de sterke toename van het “uit eten gaan”
* Toename wereldbevolking

Typische symptomen van een acute parasietinfectie in het beginstadium kunnen zijn, diarree, obstipatie, buikpijn, krampen, misselijkheid, eetlustverlies en een situatie waarin diaree en obstipatie elkaar afwisselen.

Meest voorkomende parasieten en hun klachten zijn:

Blastocystis, hominis
Vermoeidheid, zenuwaandoeningen, huidproblemen, misse- lijkheid, pijn, allergieën en Spierproblemen
Entamoeba, hystolitica (amoebas)
Vermoeidheid, misselijkheid, allergieën, pijn, gewichtsver lies, slapeloosheid
* Entamoeba coli
Vermoeidheid, allergieën, hoofdpijn, misselijkheid, depressie, concentratie-stoornissen, geïrriteerdheid, gewrichts- en rug klachten, huidproblemen
* Entamoeba hartmannii
Klachten in het zenuwstelsel, luchtwegproblemen, allergieën, pijn, misselijkheid, huidproblemen
* Cyclospora
Vermoeidheid, jeuk, misselijkheid, anemie, hoofdpijn, spierpijn, depressie

Andere vaak voorkomende parasieten zijn:
Giardia lamblia, Cryptosporidia, Microsporidia, Dientamoeba fragilis.

Belangrijke vormen van microbiële onbalans
Veel essentiële functies van een gezonde darmflora zijn door de wetenschap inmiddels vastgelegd.

Een gezonde darmflora is o.a. afhankelijk van:

  • De beschikbaarheid van voldoende voedingsvezels
  • Gezond slijm
  • Een juiste zuurgraad
  • Goede doorbloeding

Gepubliceerd onderzoek geeft aan dat een verstoord evenwicht van de micro-organismen in maag en darmen de oorzaak is van, of bijdraagt aan: vitamine B12 tekort, prikkelbaar darmsyndroom, darmontstekingen, psoriasis, eczeem, acné en bepaalde auto-immuunreacties.

Belangrijke oorzaken van een verstoord microbieel evenwicht zijn:

  • Slechte voeding en nutriënten status
  • Stress
  • Het gebruik van antibiotica en bepaalde medicijnen
  • Verminderde darmperistaltiek
  • Maag-darm infectie
  • Xenobiotica (gifstoffen bv. door milieuvervuiling)
  • Verstoorde hormoonproductie (cortisol, insuline en schildklierhor monen)
  • Insuline resistentie
  • Hypochloorhydrie (weinig maagzuur)

Enkele belangrijke vormen van microbiële onbalans worden hier nader beschreven.
Dysbiose door rotting
Dysbiose door rotting is een veel voorkomende vorm van microbiële onbalans. De belangrijkste oorzaak is het westerse voedingspatroon gekenmerkt door: veel vet, eiwit en vlees, weinig oplosbare vezels. Een dergelijk voedingspatroon veroorzaakt een verhoogde concentratie bacteroides. De stofwisseling verandert hierdoor zodanig dat het ingenomen voedsel in de darmen gaat rotten. De verhoogde concentratie bacteroides leidt tot een hogere activiteit van de enzymen beta-glucuronidase en urease. Deze enzymen kunnen galzuren omzetten naar toxines. Ook gaan ze de ontgifting van oestrogenen tegen, waardoor een verhoogd oestrogeengehalte in het lichaam kan ontstaan. Bovendien kunnen deze enzymen de zuurgraad (pH) in de ontlasting verhogen door een grotere ammonia productie.

Dysbiose door fermentatie
Dysbiose door fermentatie is een vorm van koolhydraat-intolerantie door een onbalans van microben, in het bijzonder van gisten en bacteriën die de koolhydraten in de dunne darm fermenteren. Dit kan leiden tot obstipatie, diarree, buikklachten, winderigheid en algehele malaise. Vooral mensen die zich niet prettig voelen na het eten of drinken van fruit, bier, wijn of bepaalde graanproducten kunnen te maken hebben met deze vorm van microbiële onbalans. Ook een teveel aan Candida albicans valt vaak in deze categorie.

Dysbiose door tekorten
Een dysbiose door tekorten ontstaat wanneer een persoon te weinig goedaardige darmbacteriën heeft zoals Lactobacillus en Bifidobacteria. Dit tekort kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door antibioticagebruik of te weinig vezels in de voeding. Mensen die deze vorm van microbiële onbalans hebben kunnen voedingsintoleranties krijgen en ook allergieën en infecties.

Dysbiose door overgevoeligheid

Bij een dysbiose door overgevoeligheid reageert het immuunsysteem zeer gevoelig op substanties in voeding en substanties geproduceerd door microben (endotoxinen). Mensen die last hebben van deze vorm van microbiële onbalans zijn multi-allergisch en hun symptomen zijn vaak systemisch; dus niet alleen in de darmen. Er is een grote kans dat mensen met auto-immuunziekten en mensen met een hoog IgA niveau te maken hebben met deze vorm van dysbiose.

De zuurgraad in ons maag-darm-kanaal
Bij een microbiële onbalans ontstaan door fermentatie, rotting en een hoge eiwitconsumptie diverse zure bijproducten. Omdat het lichaam zal proberen het zuur-base evenwicht te behouden raken hierdoor de alkali-reserves (basen) van onder andere de lever en alvleesklier uitgeput.
De zuren kunnen zich vanuit de darm een weg naar boven banen en zure oprispingen veroorzaken, die vaak ten onrechte worden aangezien voor een te grote maagzuurproductie. Deze zuren hebben geen verterend vermogen en werken zo de vertering van ons voedsel door maagzuur en de verteringsenzymen sterk tegen.
De darmen zijn veel gevoeliger voor het effect van de zuren dan de maag. In tegenstelling tot het dikke slijmvlies van de maagwand, dat is ingesteld op sterke zuren (maagzuur) is het dunne slijmvlies van de darmen dat absoluut niet.

Weerstand, antilichamen en ons maag-darmstelsel
In ons lichaam is het maag-darmkanaal het centrum van ons afweersysteem. Het bevat meer dan 80% van de cellen die antilichamen produceren.
De immuniteit die hier wordt opgebouwd is wezenlijk anders dan de opbouw elders in het lichaam.

Het maag-darm afweersysteem bestaat o.a. uit:
* Maagzuur- en verteringsenzymen
De eerste-lijnsdefensie tegen bacteriën en pathogenen.
* Het lymfeweefsel GALT
Het slijmvliesachtige oppervlak van de darmen is maar één cel dik. Daaronder bevindt zich het GALT (Gut Associated Lymphatic Tissue). Dit lymfeweefsel geeft antilichamen af.
* Anti-lichamen

Antilichamen openen de aanval op specifieke binnendringers (antigenen) zoals bacteriën, parasieten en voeding waarop allergisch wordt gereageerd. Tot de antilichamen behoren IgA, IgE, IgG, IgM, B cellen en het belangrijke SIgA.
Deze laatste antilichamen bespreken we nader.
SigA eerste-lijns defensie
SIgA (Secretory Immunoglobuline A) zijn antistoffen die de eerste-lijnsdefensie in de darmen vormen.
Ze worden geproduceerd in speciaal hiervoor aanwezige cellen, Peyer’s plaque genaamd.
Deze cellen geven het SIgA af in de slijmvliesbarrière van darm.
SIgA is een belangrijk onderdeel van het afweersysteem in speeksel en in de slijmvliesmembranen van neus en longen. In gezonde darm-slijmvliezen is SIgA volop aanwezig. Het heeft daar als doel potentiële vijanden als bacteriën, schimmels en parasieten onschadelijk te maken. Dat geldt ook voor grote voedselstukken die ontstekingen kunnen veroorzaken. Door ontstekingsprocessen in de darm te voorkomen blijft de integriteit van de darmwand intact. Sommige mensen worden geboren met een lagere aanmaak van SIgA. Dit is meestal het geval bij mensen met allergieën en bij kinderen van ouders met allergieën. Zulke kinderen zijn meestal gevoeliger voor gluten, tarwe en voedselallergieën. Naast erfelijk bepaalde factoren zijn er ook andere elementen die invloed hebben op de hoeveelheid SIgA in ons lichaam.

We noemen er enkele:
Het hormoonniveau
Onze leeftijd: het SIgA niveau neemt met het ouder worden af
Vitamine A, zink, L-glutamine, probiotica en colostrum hebben de mogelijkheid om de productie van SIgA te verhogen
Stress
Voeding
Microflora van de darmen en de integriteit van de darmwand
Infecties
Borstvoeding

Andere soorten antilichamen zoals IgE, IgG en IgM zijn gespecialiseerd op specifieke indringers. Denk dan bijvoorbeeld aan voeding die allergie oproept of bepaalde soorten griepvirussen.
Een geheel andere manier van werken hebben lysozomen. Deze ondersteunen het afweersysteem in darmen, speeksel en tranen door de pathogenen ‘op te eten’.

Darmen als onafhankelijk zenuwstelsel: “the second brain”
De darmen hebben een complex onafhankelijk zenuwstelsel, ENS -Enteric Nervous System- genoemd. Deze ‘tweede hersenen’ hebben een twee-weg communicatiesysteem met de hersenen. Dit verklaart de dramatische veranderingen die in het maag-darmkanaal plaatsvinden tijdens emotionele stress.
Zenuwprikkels -boodschappen-gaan vice versa van de hersenen naar de maag-darm over een weg die ‘vagus nerve’ wordt genoemd. Via dit ‘boodschappencircuit’ wordt de hersenen een signaal gegeven als er problemen zijn in het maag-darmtraject.
Om te kunnen communiceren gebruikt het ENS dezelfde neurotransmitters als de hersenen. In totaal zijn dit er ongeveer dertig, met serotonine als één van de voornaamste. Serotonine heeft ook een belangrijke rol bij de peristaltiek van de darmen evenals de zuurgraad aldaar.

In samenhang met de neurotransmitters kan ook obstipatie bezien worden. Slechts 25-35% van de mensen reageert bij obstipatie positief op een verandering van de voeding (bv. meer vezels). In de gevallen dat dit niet zo is moeten we de oorzaak dus elders zoeken. Het is dan goed om ons te realiseren dat ook een trage schildklierwerking of een beperkte darmperistaltiek tot obstipatie kunnen leiden.

Het is bekend dat serotonine een belangrijke rol speelt bij de peristaltiek. Beïnvloeding van de peristaltiek via ‘de tweede hersenen’ kan daarom in diverse situaties daarom succesvol zijn. Middelen die een positieve werking hebben op serotonine zijn anti-depressiva in een natuurlijke vorm.

Lekkende darm syndroom
Met het ‘lekkende darm syndroom’ wordt bedoeld: de conditie in de darmen waarbij de opname en het transport van voeding en voedingsstoffen verstoord is. Een belangrijke rol bij het lekkende darmsyndroom hebben de ‘villi’.

De villus is een vingerachtige structuur aan de oppervlakte van de dunne-darmwand (mucosa). Deze structuur vergroot de oppervlakte van de darm enorm en daarmee de opnamecapaciteit. De villus bestaat uit villi, microvilli en crypts.

Functies van de villi
* Villi zijn de werkpaarden van de darmen als het gaat om de opname van voeding in de bloedstroom
* Villi vermeerderen de oppervlakte van de dunne darm voor de absorptie van voeding
* Villi geven enzymen en bicarbonaat af ter vertering van voeding voordat deze kan worden opgenomen in de bloedbaan
* Villi absorberen het verteerde voedsel en transporteren dit naar de bloedstroom om zo verder in het lichaam gedistribueerd te worden
* Villi zijn een barrière waardoor bacteriën, parasieten en toxines worden geblokkeerd

Er zijn miljoenen microscopisch kleine villi in elke sectie van de dunne darm. Deze kunnen beschadigd raken zonder duidelijke symptomen. Villi zijn ontwikkeld om aangebrachte schade te compenseren. Wanneer echter grote secties villi zélf aangetast raken door ontstekingen, infecties of toxines dan heeft dit gevolgen voor de absorptie en het transport van voeding en voedingsstoffen. Dat geldt ook voor de enzym-afgifte en de defensieve mogelijkheden van villi. Zo kan o.a. het “lekkende darm syndroom ontstaan“.

Hoe ontstaat het lekkende darm syndroom
Voor het ontstaan van het lekkende darm syndroom zijn diverse redenen aan te wijzen. We bespreken enkele belangrijke oorzaken:

Voedingsallergie
Een voedingsallergie kan reactie in het darmweefsel veroorzaken die leidt tot verhoogde doorlaatbaarheid (permeabiliteit). Een lekkende darm laat dan de passage toe van abnormaal grote moleculen. Deze worden door het afweersysteem als vijandig (antigen) gezien zodat het deze aanvalt. Dit stimuleert het afweersysteem weer om méér antilichaamcomplexen te vormen wat tot een verslechtering van het darmweefsel leidt, de lekkende darm zal verergeren en zal meer allergische reacties veroorzaken. Als dit proces niet gestopt wordt kunnen de functies van lever, afweersysteem en darmen verslechteren.
Er is in het bijzonder een toename te zien van glutenintolerantie en -gevoeligheid en van de glutengerelateerde auto-immuunziekte Coeliakie.

Bacteriële onbalans
Wanneer een gezonde darmflora uit balans is geraakt door een overschot aan Candida albicans, gisten of parasieten spreken we van een bacteriële onbalans. Deze dysbiose kan leiden tot het lekkende darmsyndroom.

Ontstekingen
De immuunreacties (anti-lichaam respons) in de darmwand die normaal bedoeld zijn als protectie, kunnen ook juist ontstekingen creëren waardoor de lekkende darm verergert.

Malabsorptie voedingsstoffen
Wanneer aan de darmen door welke oorzaak dan ook voedingsstoffen worden onthouden kan binnen enkele dagen hyperpermeabiliteit ontstaan.

Genetische bepaling
Er blijken genetische patronen van hyperpermeabiliteit te bestaan. Zo zien we dat mensen met de ziekte van Crohn vaak al een verhoogde darmpermeabiliteit hebben. Maar ook familieleden van deze patiënten hebben vaak een verhoogde darmpermeabiliteit, ook al hebben ze zélf de ziekte van Crohn niet.

Chronische stress
Chronische stress vermindert de mogelijkheid van het afweersysteem om adequaat te reageren en gaat in het bijzonder het genezingspro-ces in de darmen tegen.
Ook de darmflora wordt door stress negatief beïnvloed.

Medicijngebruik
In het bijzonder antibiotica, farmaceutische hormonen (de pil, prednison e.d.) en N.S.A.I.D.’s (pijnstillers) kunnen een negatieve invloed hebben op de darmen.

Overige oorzaken
Overmatig alcoholgebruik, milieufactoren en slechte voeding. Toxische substanties in ongezonde darmen (zie dysbiose door rotting)

Toxische substanties in ongezonde darmen (zie dysbiose door rotting)
* Ammonia
Een bijproduct van ureum en eiwit decompositie, door bepaalde soorten microben in de darm. Ammonia wordt normaal omgezet naar ureum, als dit niet gebeurt kan het leiden tot neurologische symptomen en betrokkenheid bij foute transformatie van cellen.
* Histamine
Gevormd bij ontbinding van tryptofaan. Kan hoofdpijn, depressie, lage bloeddruk en misselijkheid geven.
* Indolen (Indican)
Gevormd door ontbinding van tryptofaan. Aantal indolen wordt vergroot door hoge vleesconsumptie.
* Mercaptan
Bijproduct van de ontbinding van cysteïne. Kan lage bloeddruk veroorzaken. Leidt tot stinkende winderigheid.
* Phenol
Bijproduct van de ontbinding van tyrosine in de dikke darm.
Kan necrose (weefseldood) van de darmmucosa en levercellen veroorzaken.
* Skatole
Bijproduct van de ontbinding van tryptofaan, gerelateerd aan anemie en malabsorptie syndroom. Skatole werkt acetylcholine en kalium tegen. Teveel skatole kan leiden tot slechte adem en stinkende ontlasting.
* Waterstofsulfiet gas
Bijproduct van eiwitontbinding.
Kan de wand van de darmen irriteren en kan even giftig zijn als cyanide. Het kan zwakheid, snelle polsslag en misselijkheid veroorzaken.
* Tyramine
Bijproduct van de ontbinding van tyrosine. Structureel verwant aan adrenaline. Kan tot hoge bloeddruk en problemen met het zenuwstelsel leiden wanneer het in het bloed circuleert.

Literatuur referenties

  • Optimal digestive health – T.W. Nichols MD, N.Faass MSW, MPH ISBN: 1-59477-036-0
  • The four pillars of healing – L. Galland M.D. ISBN: 0-679-44888-8
  • Darmklachten -drs. S.v.As ISBN: 907767103x/nur 860
  • Digestive Wellness – E. Lipski Ph.D, CCN ISBN 0-07-144196-4
  • w.w.w.euroamericanhealth.com
  • Acidophilus and colon health-D.Webster ISBN 1-57566-460-7
  • Celiac disease, a hidden epidemic – P.H.R. Green MD, R. Jones. ISBN -10:0-06-076693-X

Wilt u kijken hoe het met uw darmflora is? Met de bioresonatie en bloed-onderzoek kan ik dit testen

logokaal-facebook3.jpgAlie Wouda vd Tuin
Vreedepeelweg 4
5986 NW Beringe

Het fundamentele belang van een gezonde interne tuin

Afbeelding

Het maagdarmkanaal is het belangrijkste immuunorgaan van ons lichaam en staat via het grote oppervlak van de darmwand continu in contact met de buitenwereld (door de ontelbare microvilli). de darminhoud kan, behalve voedingsstoffen, ook een groot aantal lichaamsvreemde, toxische stoffen en ziekteverwekkende bacteriën bevatten. In het darm- kanaal leven ca. 100.000 miljard (1014) bacteriën. dit is ongeveer tien keer zoveel als het totaal aantal cellen van het menselijk lichaam. de gezondheid van de darmen is het resultaat van een microscopisch samenspel tussen miljarden gunstige (probiotische) en ongunstige (pathogene) bacteriën. de algehele gezondheid van de mens wordt grotendeels bepaald door de mate van evenwicht in de darmflora.                                                  

Een gezonde darmflora is daarom absoluut noodzakelijk voor een goede gezondheid.