Hartstichting slaat alarm: enorme toename hart- en vaatpatiënten

Het aantal Nederlanders dat te maken krijgt met een hartinfarct, een beroerte of hartfalen zal de komende jaren enorm toenemen. In 2040 zullen maar liefst 1,4 miljoen mensen te maken krijgen met die aandoeningen.

Dat blijkt uit berekeningen van het onderzoeksinstituut voor volksgezondheid RIVM in opdracht van de Hartstichting. Oorzaak van de stijging van 65 procent ten opzichte van 2011 is de vergrijzing.

Image: Ion Chibzii [ CC BY-SA 2.0 ], via Wikimedia Commons

Stijgende zorgkosten
Volgens het onderzoekinstituut zullen er in 2040 930.000 mensen met een hartinfarct of ernstig vernauwde kransslagaders zijn, zullen er 343.000 mensen zijn die een beroerte krijgen of hebben gehad en zullen 275.000 mensen te maken hebben met hartfalen.
Op dit moment bedragen de totale zorgkosten voor hart- en vaatziekten 8,3 miljard euro. Die kosten zullen volgens de Hartstichting fors stijgen als gevolg van de groei van het aantal patiënten.

Risicofactoren
Directeur van de Hartstichting Floris Italianer wil dat er iets gebeurt: “Er móet nu iets veranderen om het aantal slachtoffers te verminderen en ook om de almaar stijgende zorgkosten te drukken. Het is noodzakelijk dat we hart- en vaatziekten in een vroeger stadium kunnen herkennen en behandelen, zodat minder mensen ziek worden.”

Het RIVM ziet wel een oplossing: hoge bloeddruk voorkomen en het aantal rokers terugdringen. Daarnaast vormen ook een verhoogd cholesterolgehalte, overgewicht en te weinig lichaamsbeweging belangrijke risicofactoren.

vervolg:

Afgelopen dagen werd via het ANP het bericht verspreid als zou het aantal Nederlanders dat te maken krijgt met een hartinfarct, een beroerte of hartfalen, de komende jaren sterk toenemen. Volgens het bericht zullen in 2040 liefst 1,4 miljoen mensen te maken krijgen met die aandoeningen, zo blijkt uit berekeningen van het onderzoeksinstituut voor de volksgezondheid RIVM, in opdracht van de Hartstichting. Oorzaak van de stijging van 65 procent ten opzichte van 2011 is de vergrijzing.

“Er móet nu iets veranderen om het aantal slachtoffers te verminderen en de alsmaar stijgende zorgkosten te drukken”, was de reactie van de directeur van de Hartstichting Floris Italianer.

Hij ging daarbij echter voorbij aan een eerder gedane publicatie van de wetenschappers van het Dr. Rath Research Instituut in Californië. Zij publiceerden in het vooraanstaande medische magazine: American Journal of Cardiovascular Disease bewijzen dat hart- en vaatziekten een vroege vorm is van de ziekte scheurbuik en Dr. Matthias Rath al in de jaren 90, een enorme dreunde uitdeelde aan de cholesterol-theorie over hart- en vaatziekten.

Klinische scheurbuik

Dr Matthias Rath kwam toen al tot de ontdekking dat bij coronaire hartziekten exact hetzelfde gebeurt als bij een klinisch (vroege) scheurbuik en in de cellen waaruit de slagwandader is samengesteld een tekort aan vitamine C wordt waargenomen.

Vitamine C

In tegenstelling tot dieren, ontwikkelen mensen hartziekten omdat hun lichaam zelf geen vitamine C kan produceren. De huidige, gemiddelde voeding levert voldoende vitamine C om scheurbuik te voorkomen, maar niet voldoende om een stabiele vaatwand te waarborgen. Als gevolg daarvan ontstaan miljoenen kleine scheurtjes in de vaatwand. Vervolgens gaan cholesterol, lipoproteïnen en andere bloed risicofactoren de beschadigde vaatwanden herstellen.

Risicofactoren

Van al deze risicofactoren is een molecule genaamd: lipoproteïne (a) verreweg de belangrijkste. Deze lipoproteïne (a) werkt als een reparatie-molecule ter compensatie van de aangetaste vaatwand. Bij een chronisch gebrek aan vitamine C, ontwikkelt zich in de loop van jaren atherosclerotische afzettingen die uiteindelijk kunnen leiden tot hartaanvallen en beroertes.

Resultaten van onderzoeken

In het laatste onderzoek werden transgene muizen gebruikt die de menselijke stofwisseling nabootsten door middel van twee verschillende genetische elementen: een onvermogen om vitamine C te produceren, en het vermogen om lipoproteïne (a) te produceren. Bij het toedienen van een dieet met een onvoldoende hoeveelheid vitamine C, bleken de muizen Lipoproteïne (a) te deponeren in de vaatwanden en op die manier atherosclerose te ontwikkelen. De mate waarin zij hartziekten bleek afhankelijk van de hoeveelheid vitamine C die ze innamen. Muizen met de hoogste inname van vitamine C hadden de laagste afzetting van lipoproteïne (a) in de slagaders en de minste ontwikkeling van atherosclerose.

De publicatie van deze studie laat zien dat het einde van hart-en vaatziekten als doodsoorzaak in zicht is.

BronBron

Infectiehaarden in het gebit

Infectiehaarden in het gebit kunnen symptoomloos verlopen, maar symptoomloos betekent nog niet onschadelijk. Een gebitshaard kan de algehele inflammatie verhogen.
Een goede tandarts is belangrijk voor de gezondheid!
Maar ondanks een goede tandarts en goede mondhygiëne kan paradontitis/ gingivitis(1) optreden. Dat is een symptoom van inflammatie en moet met de nodige supplementen worden behandeld. Paradontitis (1) is namelijk risico verhogend voor een CVA (cerebro vasculair accident)

Lage vitamine C-spiegels  en lage vezel inname  blijken geassocieerd met paradontitis. (1)
Een vezelrijk dieet en suppletie van vitamine C lijkt raadzaam.
Behandeling met mangosteen-mondspoelingen remt bijvoorbeeld gingivitis. Inname van een extract werkt naar mijn ervaring ook.

De ontsteking die in de rand van het tandvlees zit, wordt gingivitis genaamd. Door de ontsteking gaat het tandvlees losser van de tanden en kiezen zitten. De smalle spleet tussen tandvlees, tanden en kiezen (de pocket), wordt wat dieper.

Autisme

Bij autisme is er sprake van een verstoorde aanmaak van serotonine, een verhoogde serotonine spiegel, een verhoogde spiegel van vrij tryptofaan en een verhoogde uitscheiding in de urine van 5-hydroxyindolazijnzuur (5-HIAA).

Mogelijke oorzaken zijn (eerste drie meest waarschijnlijk):
– Verminderde aanmaak of activiteit van de enzymen tryptofaan hydroxylase of L-aroma aminozuur decarboxylase, waardoor een verstoorde aanmaak van serotonine en een verhoogde tryptofaan spiegel optreden.
– Verhoogde tryptofaan oxynase activiteit, waardoor het gehalte kynurenine verhoogd is en er minder omzetting van tryptofaan in serotonine plaatsvindt en het passeren van de bloed-hersenbarrière door tryptofaan vermindert. Er bestaat een ‘tryptofaan loading test’.
– Verhoogd bloedniveau albumine en niet geësterde vetzuren, waardoor een verhoogde spiegel van vrij tryptofaan ontstaat.
– Verminderde gevoeligheid van serotonine celreceptoren, waardoor een verhoogde afbraak van serotonine (door bio feed back mechanisme) optreedt.
– Belasting door zware metalen.
– Toxische belasting (uit de spijsvertering)
– Verminderde opname van zuurstof in de hersenen
– Verstoring van methyleringsprocessen in de hersenen

Specifieke oplossingen:
– Indien er verminderde activiteit van tryptofaan hydroxylase (afhankelijk van het enzym: tetrahydrobiopterine, BH4) sprake is, wordt extra foliumzuur, B12 en vitamine C aangeraden, om de aanmaak van het enzym te stimuleren.
– Bij een verhoogde tryptofaan oxybase activiteit wordt extra vitamine B6 met magnesium aanbevolen. Dit werkt bij 25-50% van de kinderen, bij 20% vindt zelfs een dramatische verbetering plaats.
– De totale hersen-stofwisseling, waaronder de gevoeligheid van serotonine receptoren, kan worden verbeterd door een aantal voedingssupplementen, met name DHA, fosfatidyl-choline, acetyl-l-carnitine, fosfatidyl-serine en methyldonoren zoals vitamine B-12 en foliumzuur (Brain modulators).
– Ontgifting van zware metalen kan met behulp van een anti-oxidanten complex (voldoende selenium en zink), aangevuld met NAC en liponzuur gebeuren.
– Algemene ontgifting van de hersenen is in veel gevallen aan te bevelen. Toxinen in de hersenen kunnen afkomstig zijn van onvolledig afgebroken resten van neurotransmitters. Er wordt eveneens een relatie gelegd tussen door pathogene micro-organismen in de spijsvertering gevormde toxinen en autisme. De meest effectieve stof die de hersenen kan ontgiften is s-adenosyl-l-methionine (SAM). NAC en liponzuur zijn eveneens inzetbaar. Vermindering van de vorming van toxinen in het spijsverteringskanaal kan door een lagere inname van eiwitten (purinen) en het verbeteren van de darmflora (probiotica).
– Een verminderde zuurstofwisseling (de helft van de zuurstof wordt door de hersenen gebruikt) kan door ademhalingsoefeningen en verbetering van de doorbloeding (Ginkgo biloba) verbeteren en (mogelijk) door vitamine B-15 (pangaamzuur).

Een opmerkelijk aantal onderzoeken laat verbetering zien bij kinderen met autisme na toediening van extra vitaminen uit het B-complex, zowel als individuele vitamine als in combinaties. Ook extra magnesium en vitamine C hebben in een aantal gevallen verbetering te zien gegeven.

De in de onderzoeken gebruikte doseringen waren:
Vitamine C 1000 – 3000 mg
Niacinamide 1 – 3 gram
Vitamine B-5 200 – 600 mg
P-5-P 5 – 20 mg
Vitamine B-6 25 – 100 mg
Foliumzuur 500 mg
Vitamine B-12 500 mg
Magnesium 75 – 100 mg

Op grond van deze onderzoeken mag verondersteld worden dat suppletie met extra vitamine C, magnesium en vitamine B-complex (liefst in co-enzymatische vorm) een redelijke kans op verbetering geeft.
De totale hersenstofwisseling (doorbloeding, opname van zuurstof, gevoeligheid celreceptoren, beweeglijkheid synapsen, aanmaak neurotransmitters) kan worden ondersteund door Brain modulators.
Ontgifting en vermindering van de vorming van toxinen kan met behulp van SAM, in combinatie met probiotica.
Ademhalingsoefeningen kunnen eveneens bijdragen aan verbetering van de opname van zuurstof in de hersenen.

Vitamin C and E supplements hampers endurance training

Vitamin C and E supplements may blunt the improvement of muscular endurance – by disrupting cellular adaptions in exercised muscles – suggests a new study published today in The Journal of Physiology.

As vitamin C and E  are widely used, understanding if they interfere with cellular and physiological adaptations to exercise is of interest to people exercising for health purposes as well as to athletes.

Dr Gøran Paulsen, who led the study at the Norwegian School of Sport Sciences, explains:

“Our results show that vitamin C and E supplements blunted the -induced increase of mitochondrial proteins, which are needed to improve muscular endurance.”

In the 11-week trial, 54 young, healthy men and women were randomly allocated to receive either 1000mg vitamin C and 235mg vitamin E (consistent with amounts found in shop supplements), or a placebo (a pill containing no active ingredients). Neither the subjects nor the investigators knew which participant received the vitamins or placebos.

The participants completed an endurance training programme, consisting of three to four sessions per week, of primarily running. Fitness tests, blood samples and  were taken before and after the intervention.

Whilst the supplements did not affect  or the results of a 20 metre shuttle test, the results showed that markers for the production of new muscle mitochondria – the power supply for cells – increased only in the group without supplements.

The National Health Service (NHS) says taking less than 540mg vitamin E and 1000mg vitamin C supplements per day is unlikely to cause any harm.

Dr Paulsen says:

“Our results indicate that high dosages of vitamin C and E – as commonly found in supplements – should be used with caution, especially if you are undertaking endurance training.”

A significant trend has been identified, but the molecular processes requires further research. Dr Paulsen says:

“Future studies are needed to determine the underlying mechanisms of these results, but we assume that the vitamins interfered with cellular signalling and blunted expression of certain genes.”

Previous studies show that exercising increases muscle oxidant production, which participates in the signalling processes leading to muscle adaption. It is possible that high doses of vitamins C and E act as antioxidants and take away some of this oxidative stress, hence blocking muscular  development.

 Explore further: Research shows taking vitamin D2 is a poor choice for athletes

More information: Paulsen G, Cumming K, Holden G, Hallen J, Ronnestad B, Sveen O, Skaug A, Paur I, Bastani N, Ostgaard H, Buer C, Midttun M, Freuchen F, Wiig H, Ulseth E, Garthe I, Blomhoff R, Benestad H and Raastad T. (2014) Vitamin C and E supplementation hampers cellular adaptation to endurance training in humans: a double-blind randomized control trial. Journal of PhysiologyDOI: 10.1113/jphysiol.2013.267419