Louis Pasteur en Antoine Bechamp

Microzymas

 “Van stof bent u en tot stof zult u terugkeren” Genesis 3:19

 Dertig jaar vóór de opkomst van het monomorfisme vestigde Béchamp zijn aandacht op minuscule “moleculaire granulaties” in lichaamscellen, die andere waarnemers voor hem hadden opgemerkt.  Ze waren schaars gedefinieerd en niemand had hun status of functie geïdentificeerd.  Na 10 jaar van zorgvuldig experimenteren bracht Béchamp in 1866 de diepe openbaring dat de korrels levende elementen waren.  Hij noemde ze microzymen, wat ‘kleine gistingen’ betekent.  In de daaropvolgende 13 jaar ontwikkelde en verfijnde Béchamp, samen met zijn toegewijde medewerker, professor Estor, de theorie van microzymen.

 De essentie van deze theorie is dat de microzyma, een onafhankelijk levend element, bestaat in alle levende wezens en zowel de bouwer als de recycler of organismen is.  Het leeft in cellen, de vloeistof tussen cellen, het bloed en de lymfe.  In een gezondheidstoestand werken de microzymen harmonieus en verloopt de fermentatie normaal, gunstig.  Maar in de toestand van ziekte raken microzymen verstoord en veranderen hun vorm en functie.  Ze evolueren naar microscopisch kleine vormen (ziektekiemen) die de ziekte weerspiegelen en de symptomen veroorzaken, en worden wat Béchamp ‘ziekelijk ontwikkelde’ microzymen noemde.  Dit komt door aanpassing van ons terrein door een omgekeerde manier van eten en leven.  Observeerde Béchamp

  korrels die met elkaar in verbinding staan ​​en zich verlengen tot bacteriën.  Daarom observeerde, verkende en drukte hij eerst het concept van pleomorfisme uit.  Aan de basis van de organisatie in het lichaam, bouwen microzymtransformaties cellen op en uiteindelijk het hele organisme waarin ze bestaan.  Hun functie is tweeledig en ze staan ​​klaar om het fysieke lichaam bij de dood te recyclen.  Het is materie die niet kan worden gemaakt of vernietigd en die de voorloper is van alle levende georganiseerde materie.

 De microzyma is een ferment: een levend element dat suiker kan fermenteren.  Dit is een spijsverterings- (chemisch) proces dat wordt uitgevoerd door enzymen (uit het Grieks, wat “fermenteren” betekent).  Er zijn verschillende classificaties van fermentaties, gebaseerd op de eindproducten.  Alcohol is zo’n product, dus er zijn alcoholische fermentaties.  Er zijn ook melkzuurfermentaties, wat resulteert in de productie van melkzuur.  Dit soort fermentatie vindt plaats in spieren, waardoor de vermoeidheid en pijn ontstaan ​​die we allemaal kennen.  Béchamp zag het levensproces als een voortdurende cellulaire afbraak door microzymische fermentatie – zelfs in een gezond lichaam.  Vernieuwing vindt ook plaats, wat ook wordt gedaan door de microzymen.  Wanneer ziekte aanwezig is, wordt fermentatieve afbraak niet alleen versneld, maar wordt het overgenomen door ziekelijke evoluties, waaronder bacteriën, gist, schimmel en schimmels.  Dit zijn de bovenste ontwikkelingsvormen van de microzyma, die zich voeden met vitale lichaamsstoffen.  Dit resulteert in degeneratieve ziektesymptomen.

Wil jij je lichaam weer in balans? Maak een afspraak

Wil je me volgen op Facebook, voeg me dan toe of like een van mijn pagina’s Natuurpraktijkaurora of Orthomoleculaire geneeskunde

Geef een reactie