Inositol
Natuurlijke bronnen:
Erwten, mais, rode kievitsbonen, sojabonen. Alle noten, abrikozensap, Boysenbessen, grapefruit, sinaasappelsap. Runderhart, runderhersenen, runderlever. Bruine rijst en tarwekiemen. Gist en melasse.
Hoge concentraties komen voor in lecithine, terwijl in principe alle dierlijke en plantaardige weefsels inositol bevatten.
Eigenschappen:
Inositol speelt vermoedelijk bij drie processen een rol: bij de oxidatie van kooldioxyde, de synthese van fosfolipiden (zoals lecithine), en bij de glycogenese (het vormen van glycogeen uit eiwit of vet).
Inositol is een onderdeel van vitamine B-complex; heeft een nauw verband met choline en biotine.
Deficiëntie-symptomen:
Constipatie (verstopping), eczeem, verlies van haar, hoog cholesterolgehalte in het bloed.
Kan gunstig werken op/bij:
Arteriosclerose, astma, atherosclerose, beroerte (apoplexia), constipatie (verstopping), duizeligheid, gastritis (maagcatarre), glaucoom (groene staar), hoog cholesterol gehalte, hypertensie (hoge bloeddruk), hypoglykemie (laag bloedsuikergehalte), kaalheid, levercirrose, overgewicht en zwaarlijvigheid, schizophrenie, slapeloosheid.
Gebruik:
Inositol is effectiever als het wordt ingenomen met vitamine B com- plex, vitamine B12, choline, vitamine C, vitamine E, linolzuur.
Antagonisten zijn o.a. antibiotica.
Dosering:
Een aanbevolen dagelijkse dosering is nog niet vastgesteld, maar er wordt wel uitgegaan van een gelijke hoeveelheid als choline.
Vreedepeelweg 4
5986 NW Beringe